[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Homogene Groep Internationale samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021)

Homogene Groep Internationale samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021)

Nota

Nummer: 2020D33097, datum: 2020-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35571-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35571 -1 Homogene Groep Internationale samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021).

Onderdeel van zaak 2020Z15318:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020–2021
35 571 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021)
Nr. 1

HGIS nota 2021

Ontvangen 15 september 2020

Inhoudsopgave

Leeswijzer
Inleiding: Nederland en de wereld in 2021
HGIS 2021 naar beleidsthema's
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
Bijlagen
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2020
Bijlage 2a: De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel
Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per ministerie en per begrotingsartikel
Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2020-2025, realisatie ODA-prestatie 2019 en raming ODA-prestatie 2020-2025
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2021
Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2021

Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken





Geachte voorzitter,

Graag bied ik u de HGIS-nota 2021 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.


De Minister van Buitenlandse Zaken

StefBlok

Leeswijzer

Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.

De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Opzet HGIS-nota 2021

HGIS-Beleidskader

De HGIS-nota 2021 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2021. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2021 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht. Met ingang van 2021 geldt voor de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) een nieuwe artikelnummering. In deze nota wordt de nieuwe artikelnummering aangehouden. Waar van toepassing is dit aangegeven met een voetnoot.

Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.

In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2021 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2020 zijn gepresenteerd. Een tweetal onderwerpen wordt specifiek toegelicht, namelijk het Nederlands lidmaatschap van de VN Mensenrechtenraad en de inzet van het kabinet in de focusregio's. De gevolgen van de COVID-19 pandemie lopen als een rode draad door de voornemens heen. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel zal de realisatiecijfers van 2019, en de ramingen van 2020 en 2021 bevatten. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.

Landen-bijlage

De HGIS-nota en het HGIS-jaarverslag bieden het overzicht van de in het BHOS-beleid aangekondigde verschuivingen van ODA-middelen naar de focus-regio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting.

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1 Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2020 en HGIS nota 2021
Bijlagen 2a en 2b Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement
Bijlage 3 Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2020-2025
Bijlagen 4 en 5 Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio
Bijlage 6 Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema
Bijlage 7 Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2021 gepresenteerd
Bijlage 8 Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2021 op het terrein van migratie

Inleiding: Nederland en de wereld in 2021

Een nieuwe realiteit

Het jaar 2021 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de gevolgen van de COVID-19 pandemie en de wijze waarop de internationale gemeenschap, de EU en Nederland daar antwoord op geven. Daarbij werkt de crisis als contrastvloeistof als het gaat om internationale betrekkingen. De crisis toont ons immers genadeloos de kwetsbaarheden van globalisering, multilateralisme en ongewenste afhankelijkheden in economische waardeketens. Tegelijk vergroot de crisis bestaande tegenstellingen en zet het geopolitieke verhoudingen verder onder druk.

Het virus en de economische recessie die het veroorzaakte kennen geen grenzen. Onze open samenleving en economie worden meteen geraakt door ontwikkelingen elders in de wereld. Deze crisis toont de afhankelijkheid van Nederland van het buitenland en daarmee van internationale samenwerking, bijvoorbeeld als het gaat om de levering van beschermende kleding uit Azië, de samenwerking met Europese en derde landen bij repatriëring van Nederlanders, de samenwerking in de Wereldhandelsorganisatie en het grensbeleid met onze buurlanden.

Nederland heeft als middelgroot land met grote handelsbelangen baat bij een goed functionerende internationale rechtsorde waarbij niet het recht van de sterkste geldt. Als open economie is Nederland gebaat bij eerlijke handelsafspraken, een sterke Europese Unie die onze gezamenlijke belangen verdedigt, en bij stabiliteit binnen de EU en daarbuiten.

De COVID-19 pandemie biedt Nederland ook kansen. Het biedt ons de gelegenheid om het multilaterale systeem verder te hervormen, om meer digitaal diplomatie te bedrijven en om nieuwe coalities te bouwen. De gevolgen van COVID-19 voor internationale vrede en veiligheid, stabiliteit, mobiliteit en de internationale schuldenproblematiek kunnen we niet 

beantwoorden zonder multilaterale samenwerking. Nederland zal daarom ook in 2021 actief op zoek gaan naar samenwerking met andere landen om de Nederlandse belangen te waarborgen en ons waardenstelsel uit te dragen. Nederland zoekt daarbij naar coalities. In de eerste plaats in EU- en NAVO- verband. Maar ook met gelijkgezinde partners in de VN. Daarbij blijft ook actieve dialoog nodig met de landen waarmee we van mening verschillen, of die onze systeem-concurrenten zijn. Een slagvaardig postennetwerk is hierin onmisbaar.

Investeren in perspectief – ontwikkelingen en kerndoelen

Deze moeilijke context dwingt het kabinet nog sterker in te zetten op de drie hoofddoelen van de BHOS-nota Investeren in Perspectief: (1) vermindering van instabiliteit, armoede en ongelijkheid in ontwikkelingslanden; (2) bevordering van duurzame economische groei en effectieve klimaatactie wereldwijd; (3) en versterking van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Om de ergste effecten van de crisis te bestrijden zullen waar nodig accenten worden aangebracht. Activiteiten ten behoeve van versterking van veerkrachtige gezondheidssystemen, zoals het vergroten van efficiëntie door innovatieve financiering, betere coördinatie op landenniveau en betere samenwerking met eindgebruikers van de zorg, zullen daarbij extra van belang zijn.

De SDG-agenda voor 2030 blijft ook in 2021 de samenbindende preventie- en weerbaarheidsagenda en het kader voor de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering. Respect voor mensenrechten – in veel landen als gevolg van de crisis extra onder druk - is daar integraal onderdeel van. Het is zaak om de geboekte vooruitgang in het behalen van de SDG's niet verloren te laten gaan als gevolg van de crisis. Daarvoor is toewijding en effectieve samenwerking nodig; nationaal, Europees én multilateraal.

Het multilaterale handelssysteem verkeert meer dan ooit in zwaar weer. Nederland blijft zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal inspannen voor versterking van een op regels gebaseerd internationaal handelssysteem, onder meer door te pleiten voor hervorming van de WTO. Het kabinet wil handel en duurzaamheid steviger met elkaar verbinden, zowel multilateraal in WTO-verband, als ook bilateraal door in te zetten op verdere verduurzaming van EU-handelsakkoorden. Het kabinet blijft via de uitvoering van de handels- en investeringsagenda werken aan het vergroten van het internationale verdienvermogen van Nederlandse bedrijven en richt zich daarbij in het bijzonder op de kansen die de SDG’s daarvoor bieden. De voorziene oprichting van Invest International moet hier een nieuwe impuls aan geven.

Goed functionerend postennet

Nederland kan de eigen belangen in het buitenland alleen waarborgen met een goed functionerend postennetwerk, niet alleen in de steden waar de grote multilaterale onderhandelingen plaatsvinden, maar ook in de hoofdsteden. 

Burgers helpen en allianties smeden doe je immers niet alleen in Brussel en New York, maar juist ook in Rome, Rabat, Wenen en Wellington. Nederland heeft goed opgeleide diplomaten ter plekke nodig die Nederlanders helpen, Nederlandse standpunten toelichten en onze belangen rechtstreeks behartigen. Dat doet het ministerie van Buitenlandse Zaken ook in 2021.

HGIS 2021 naar beleidsthema's

De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2021 komt uit op omstreeks EUR 6 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 4,5 miljard als Official Development Assistance (ODA). In onderstaande overzichten zijn de totale uitgaven per beleidsthema schematisch weergegeven voor de totale HGIS, voor de ODA uitgaven specifiek en tenslotte voor de non-ODA uitgaven.

In het Regeerakkoord is vastgelegd dat het ODA-budget gekoppeld is aan de omvang van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden en op basis van de meest recente raming van het CPB laat het budget in absolute zin meerjarig een daling zien ten opzichte van de eerdere raming bij Voorjaarsnota 2020 (CEP). In 2020 is dit gecompenseerd binnen de rijksbegroting middels kasschuif en generale compensatie. In 2020 komt het ODA budget in percentage van het BNI hoger uit dan gepland. Dit betekent verder dat het budget op diverse thema's moet worden aangepast. In de HGIS-besluitvorming 2021, in het voorjaar, wordt bezien hoe de HGIS-ODA budgetten hierop vanaf 2021 meerjarig moeten worden aangepast.

Figuur 1 Totale HGIS uitgaven per beleidsthema (x EUR 1.000)

Figuur 2 ODA uitgaven HGIS per beleidsthema (x EUR 1.000)

Figuur 3 non-ODA uitgaven HGIS per beleidsthema (x EUR 1.000)

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2021 nader toegelicht, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Mensenrechten

Het kabinet staat voor een pragmatische en effectieve manier om bij te dragen aan verbetering van de naleving van de rechten van de mens, juist ook in het licht van de COVID-19 crisis. Het mensenrechtenbeleid van het kabinet blijft zich inzetten voor zes prioriteiten, te weten 1) vrijheid van meningsuiting, inclusief online en met speciale aandacht voor de versterking van de positie en veiligheid van journalisten, 2) vrijheid van religie en levensovertuiging, 3) gelijke rechten voor LHBTI’s, 4) de bevordering van de internationale rechtsorde en de strijd tegen straffeloosheid, 5) steun aan mensenrechtenverdedigers en 6) gelijke rechten voor vrouwen en meisjes. De intensivering van het mensenrechtenbeleid die in 2017 is ingezet, richt zich op de eerste drie prioriteiten. In opvolging hiervan zet het kabinet in 2021 stevig in op de bescherming van journalisten, onder andere door het steunen van een fonds voor juridische ondersteuning van journalisten en tijdelijke relocatie van journalisten in nood.

VN Mensenrechtenraad

Van 2020 tot en met 2022 is Nederland lid van de VN Mensenrechtenraad, wat bij uitstek een relevant platform biedt voor internationale samenwerking en inhoudelijke resultaten op de zes mensenrechten beleidsprioriteiten. Ook geeft het lidmaatschap mogelijkheden voor verdere versterking van de Mensenrechtenraad en haar mechanismen. Het is belangrijk dat er ook mechanismen zijn die landenspecifiek zijn. Een aspect van de Nederlandse inzet is het voorkomen van disproportionele aandacht voor één land binnen de VN. Dat geldt voor het agendapunt 7 dat Israël uitzondert. Dit laat onverlet dat het kabinet van mening is dat er in VN-verband ruimte moet zijn om gerechtvaardigde kritiek op het optreden van lidstaten te uiten. Binnen de bredere VN, maar ook binnen de verschillende ontwikkelingsbanken, pleit het kabinet voor institutionele verankering van de mensenrechtenbenadering, niet in de laatste plaats bij de implementatie van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de veiligheidsagenda. Daartoe zet Nederland ook in op gedegen financiering van de mensenrechtenpijler van de VN.

Internationale instellingen

Het kabinet spant zich in voor het behoud en versterking van de instellingen die de universele mensenrechten bevorderen. Dit doen we in zowel bilaterale contacten als in multilateraal verband, zoals binnen de VN, de EU, de OVSE en de Raad van Europa. Daarnaast is Nederland actief in samenwerkingsverbanden met gelijkgezinde landen zoals de Equal Rights Coalition, de Freedom Online Coalition, de Media Freedom Coalition en de International Religious Freedom Alliance. Want samen optrekken met partners kan een boodschap luider doen klinken.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 52.516 6.593 49.068 6.846 48.945 16.859
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 66.151 36.209 63.402 37.555 63.402 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 10.530 0 14.471 0 14.102 0
Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 0 0 0
JenV
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 535 0 586 0 786 0
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 41 41 200 200 200 200
91.01.02 WIPO 264 0 375 0 375 0
91.01.02 Europol en Eurojust 23.363 0 22.314 0 22.314 0
IenW
17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.145 0 1.286 0 1.311 0
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 1.143 0 1.017 0 1.064 0
SZW
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 0 0 9 0 9 0
VWS
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 284 0 2.200 0 2.200 0
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 1.000 0 0 0 0 0
Totaal 156.972 42.843 154.928 44.601 154.708 54.614

Financiële instrumenten

BZ

  1. Bijdragen (verdragscontributies) aan de VN, de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Internationaal Strafhof (ICC) en het International Impartial and Independent Mechanism (bewijsvergaringsmechanisme Syrië; IIIM).
  2. Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en interseks personen (LHBTI) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid.
  3. Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
  4. Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon, het Internationaal Strafhof en het Vredespaleis. Ten aanzien van het Vredespaleis heeft Nederland een verantwoordelijkheid voor goede huisvesting van het Internationaal Gerechtshof van de VN en het Permanent Hof van Arbitrage. Omdat het Vredespaleis verouderd is en bovendien asbest bevat, dient het te worden gerenoveerd. Voor de financiering van deze renovatie zijn binnen de Rijksbegroting voor de komende jaren middelen gereserveerd.

JenV

  1. Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).
  2. Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
  3. Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.
  4. Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

IenW

  1. Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:
  1. Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).
  2. Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
  3. Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).
  4. Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)
  5. Bijdrage aan de Donaucommissie
  6. Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

SZW

  1. Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS). Voor 2020 werd de bijdrage aan het CASS gefinancierd door I&W. Nu het CASS budgettair onafhankelijk is geworden van de Centrale Rijnvaart Commissie (CCR), valt de bijdrage onder de verantwoordelijkheid van SZW.

VWS

  1. Bijdrage aan het aCBG voor het bij de komst van de EMA afgesloten Memorandum of Understanding

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling door het voorkomen en terugdringen van gewelddadig conflict en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, vredesopbouw en legitieme staatsstructuren. Tevens het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.

De wereld zal naar alle waarschijnlijkheid ook het komende jaar onveiliger worden. Dreigingen nemen toe en zijn diverser en onvoorspelbaarder van aard. Conflictvoering manifesteert zich niet alleen in wapens maar ook in valuta, technologie, economische druk, informatie en data. Onderliggende drijvende kracht van deze situatie is doorgezette geopolitieke verschuiving richting multipolaire wereld die samengaat met een technologische revolutie. Het kabinet blijft daarom inzetten op Voorkomen, Verdedigen en Versterken, zoals vastgelegd in de in 2018 Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS), aangevuld door de Kamerbrief over de veranderende veiligheidsomgeving uit oktober 2018 (Kamerstuk 33 694, nr. 22), alsook conform de tussenrapportage die in april 2020 aan de Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 694, nr. 57). Gezamenlijk vormen deze documenten de kabinetsinzet op het gebied van internationale veiligheid.

Beleidsinzet toegelicht

Bondgenootschappelijke aanpak

We zetten in op een Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid, in de overtuiging dat dit ook bijdraagt aan een duurzame continuering van cruciale bondgenootschappen met onder andere de Verenigde Staten. Dit vergt enerzijds inzet op een slagvaardige Europese Unie als strategische speler, ook op veiligheidsgebied. Anderzijds vergt het bestendiging van de kracht en eenheid van de NAVO. Bouwen aan de trans-Atlantische band blijft essentieel voor onze veiligheid. We houden goed oog voor de eigen belangen en zijn ons bewust van de dreigingen, en zoeken waar mogelijk dialoog met landen van zorg.

Noodhulp en humanitaire diplomatie 

De COVID-19 pandemie vergroot humanitaire noden aanzienlijk, in 2020 en waarschijnlijk ook daarna. Dit noopt tot adequate humanitaire actie en diplomatie. Het kabinet draagt hieraan bij met tijdige en niet-geoormerkte financiering van sleutelorganisaties als UNHCR, WFP, UNICEF en het internationale Rode Kruis. Het kabinet zet ook in op grotere effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire sector conform de afspraken gemaakt in de Grand Bargain in 2016.

Rechtvaardige en vreedzame samenlevingen

Door het versterken van de rechtsstaat en aandacht voor inclusieve vredesprocessen draagt Nederland bij aan rechtvaardigheid, legitieme stabiliteit en vrede in de focusregio’s. Het gaat om het verbeteren en hervormen van de veiligheidssector, het opruimen van explosieve oorlogsresten, het voorkomen van gewelddadig extremisme, steun voor vredesonderhandelingen, conflictbemiddeling en transitional justice, het verbeteren van toegang tot rechtspraak, en het versterken van democratische instellingen. SDG-16 (rechtvaardige, vreedzame en inclusieve samenlevingen) vormt hierin de leidraad, evenals een geïntegreerde inzet van ontwikkelingssamenwerking, diplomatie en defensie.

Migratie

Versterkte migratiesamenwerking is nodig om irreguliere migratie richting de Europese Unie tegen te gaan, maar ook om mensensmokkel en mensenhandel te voorkomen en te bestrijden. Nog steeds wagen te veel mensen, geholpen door smokkelaars, hun leven in de gevaarlijke overtocht richting de EU. Aan de hand van het verwachte nieuwe pact voor migratie zal het kabinet zich in 2021 inspannen voor een integrale Europese aanpak met nadruk op de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en brede geïntegreerde partnerschappen met landen van herkomst en transit. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om versterkte grensbewaking, het bestrijden van mensensmokkel en het bevorderen van terugkeer, ook vanuit de partnerlanden naar de landen van herkomst.

Budget Internationale Veiligheid

Missies en operaties zijn onderdeel van een bredere inzet, verbonden met de prioriteiten van het Nederlandse buitenland- en veiligheidsbeleid. Naast de politiek-strategische redenen die aan de Nederlandse bijdrage ten grondslag liggen zoals de bescherming en verdediging van de belangen van het Koninkrijk en het bondgenootschappelijk grondgebied, zijn deze bijdragen ook van belang voor de ontwikkeling van het eigen personeel. Ook in 2021 spant het kabinet zich in om voldoende flexibiliteit te behouden voor mogelijke inzet in het kader van rechtsstaatontwikkeling en migratie; conflictpreventie; missies en operaties in crisissituaties en de inzet van de krijgsmacht in het kader van nieuwe dreigingen vanuit de oost- en zuidflank. Dit betekent dat ook in 2021 besluitvorming over verlenging van bestaande bijdragen aan missies en operaties en eventuele bijdragen in het kader van één van de drie hoofdtaken van Defensie iedere keer weer een zorgvuldige afweging zal blijven vergen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12.767 0 17.486 4.000 12.441 0
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 13.209 0 14.205 0 13.041 0
02.03 Wapenbeheersing 11.787 2.918 10.873 3.252 10.882 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 182.594 62.791 193.270 74.417 218.002 70.917
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26.881 10.752 29.603 11.929 29.822 11.929
BHOS
04.01 Humanitaire hulp 386.951 386.190 461.317 459.500 370.017 369.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 170.490 170.490 157.000 157.000 162.000 162.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 213.541 213.541 177.551 177.551 216.569 216.569
04.04 Noodhulpfonds 583 583 0 0 0 0
JenV
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.512 8.512 8.600 8.600 8.600 8.600
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 102 0 0 0 0 0
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 0 305 0 406 0
Defensie
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 163.232 0 167.374 3.000 199.882 0
Totaal 1.190.649 855.777 1.237.584 899.249 1.241.662 842.267

Financiële instrumenten

BZ

  1. Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
  2. Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven WEU.
  3. Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
  4. Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
  5. Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
  6. Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.
  7. Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.
  8. Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
  9. Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
  10. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
  11. Verbetering van de inzet van civiele expertise door modernisering van de civiele missiepool.
  12. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
  13. Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op gebied van oude en nieuwe dreigingen, zoals aanpak van wapen- en drugssmokkel en grensoverschrijdende criminaliteit, ontmijning en piraterijbestrijding.
  14. Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. In het voorjaar van 2020 is daarom een deel van het budget voor 2020 al toegevoegd aan de Defensiebegroting en wijkt derhalve af van latere jaren.
  15. Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
  16. Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten. Met ingang van 2018 is het budget voor het NFRP structureel verhoogd, zowel vanwege de relevantie van de Matra- en Shiraka-programma’s als om uitvoering te geven aan de motie Servaes/Ten Broeke (Kamerstuk, 34 300-V, nr. 26).

BHOS

  1. Niet-geoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA, het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp;
  2. Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA);
  3. Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs;
  4. Nederland subsidieert via het subsidiebeleidskader ‘Migratie en Ontwikkeling 2019-2022’ activiteiten gericht op opvang en bescherming in de regio.
  5. Nederland draagt bij aan een partnerschap met Wereldbank / IFC/ ILO/ UNICEF /UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landspecifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking.
  6. Nederland steunt programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.
  7. Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.
  8. Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden.
  9. Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.
  10. Bevordering van een beter functionerende rechtsorde wordt geheel gefinancierd via een aantal grote, internationaal opererende organisaties op het gebied van democratisering, lokaal bestuur, politieke partijen en parlementen samen met lokale organisaties. Via de landenprogramma’s van ambassades worden zowel bijdragen als subsidies vertrekt.

JenV

  1. In opdracht van het kabinet voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda. De politie zet hiervoor verschillende instrumenten in. Zo wordt de plaatsing van liaison officiers in het buitenland vanuit deze bijdrage bekostigd.

Defensie

  1. Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Beleidsinzet toegelicht

Positie Europese Unie

De Europese Unie zal met grote uitdagingen blijven worden geconfronteerd. Vanwege de terugtrekking van het VK uit de EU, grote geopolitieke verschuivingen, ingrijpende technologische ontwikkelingen en economische tegenspoed n.a.v. de COVID-19 crisis, blijft het essentieel dat de Europese lidstaten gezamenlijke slagkracht zoeken en weerbaarder uit de crisis komen. Dit niet alleen om nationale en regionale stabiliteit en veiligheid te waarborgen, maar ook om een toekomstgerichte agenda te blijven bevorderen ten aanzien van bijvoorbeeld klimaat, migratie, het goed functioneren van de interne markt, democratie en mensenrechten.

COVID-19 pandemie

De COVID-19 crisis is een duidelijk test voor de Europese eenheid vanwege de impact op mensenlevens en de economie, maar ook omdat dit al langer bestaande belangentegenstellingen uitvergroot. Voor Nederland is het van groot belang om ernaar te streven dat de EU deze crisis gezamenlijk en op basis van eerlijke afspraken te boven komt. Het kabinet zal zich daarbij heel actief in moeten zetten om de Nederlandse belangen ook binnen de Europese Unie te verdedigen. Door de crisis worden discussies in EU-verband scherper gevoerd en zal Nederland nog meer moeten zoeken naar coalities met wisselende groepen landen. Dat vereist grote diplomatieke inzet. Niet alleen in Brussel, maar juist ook via bilaterale posten in de EU-hoofdsteden.

Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking

In 2021 start een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK, 2021-2027). Als onderdeel hiervan zal vanaf 2021 het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) het belangrijkste financieringsinstrument zijn waarmee ontwikkeling in landen buiten de EU wordt gefinancierd. De steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) zal vanaf 2021 uit het NDICI worden gefinancierd, en niet meer, zoals tot en met 2020 het geval was, uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), dat buiten de EU-begroting staat. De verwerking van deze stap volgt nadat de besluiten hierover zijn genomen.

Relatie EU en het VK

Ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk blijft het kabinet zich in 2021 inzetten om de schade van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie voor Nederland zoveel mogelijk te beperken en de overgang naar de nieuwe situatie soepel te laten verlopen. Hierbij is de ambitie van de EU en Nederland om op 1 januari 2021 het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK in werking te laten treden, met daarin het voor Nederland belangrijke pakket aan afspraken over de economische en veiligheidsrelatie tussen de EU en het VK. De relatie tussen EU en VK zal onherroepelijk in diepte en intensiteit afnemen en voor alle betrokken stakeholders anders zijn na het aflopen van de overgangsperiode. Het kabinet blijft zich inspannen om tijdens en na afloop van de overgangsperiode alle stakeholders optimaal voor te bereiden op de nieuwe situatie en eventuele verstoringen zo goed als mogelijk op te vangen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 224.729 224.729 224.728 224.728 191.123 191.123
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10.203 4.081 10.500 4.200 10.500 4.200
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.419 0 6.364 0 5.892 0
03.05 Europese vredesfaciliteit 0 0 0 0 32.100 0
Toerekeningen
EU-begroting 405.600 329.867 405.600 329.867 421.305 345.572
Totaal 644.951 558.677 647.192 558.795 660.920 540.895

Financiële instrumenten

BZ

  1. Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Carïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert, tot 2021. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financieringvan de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Als onderdeel van het akkoord over het MFK 2021-2027 worden nieuwe EOF-programma’s onder het MFK gebracht, waarmee op termijn de aparte bijdrage aan het EOF zal komen te vervallen. De aflopendebijdragen die in 2021 en de jaren daarna nog wel aan het EOF gedaan worden betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF, die naar verwachting in die jaren tot betaling gaan komen.
  2. Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
  3. Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandpolitiek terrein.
  4. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
  5. De programmagelden voor programmatische ondersteuning Taskforce Verenigd Koninkrijk (TFVK) worden aangewend voor programma’s (onderzoek/voorlichting) ter ondersteuning van de overgang naar, en monitoring van de nieuwe relatie met het VK als derde land, en de monitoring van de effectiviteit van readiness voorbereidingen en contingency maatregelen.
  6. Voor de Europese Vredesfaciliteit (EVF) is een artikelonderdeel toegevoegd en daarmee het budget verhoogd. De EVF is een nieuw instrument voor de financieringvan de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. Het huidige Athena-mechanisme voor financieringvan gemeenschappelijke kosten van missies en operaties en de African Peace Facility voor EU-steun aan vredesmissies in Afrika gaan op in de nieuwe faciliteit.

Toerekening

  1. De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven "Nederlandse aandeel" van de begroting van de Europese Commissie (het begrotingshoofdstuk 4; "Global Europe"). Uit dit hoofdstuk worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Het merendeel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Consulaire diplomatie

In 2021 bouwt het kabinet verder op de geleerde lessen van de COVID-19 pandemie. Dit betekent ten eerste dat de voorbereiding voor crisissen verder wordt aangescherpt: nog meer nadruk op de voorbereiding van de reiziger (reisadviezen), de eigen verantwoordelijk van de reiziger (Wijs op reis-campagne) en de beschikbaarheid van een draaiboek of mechanisme voor wereldwijde repatriëring. De geleerde lessen bij repatriëring laten de noodzaak zien van een gedegen systematiek voor veiligheid van Nederlanders wereldwijd, zeker ook in een crisisvoorbereiding. Het kabinet zal dan ook werken aan een verduurzaming van die structuren gericht op de veiligheid van Nederlanders en de verdere verbetering van consulaire systemen. De informatieservice, het platform waarmee mensen zich kunnen registreren bij ambassades, die via die weg kunnen communiceren met Nederlanders in hun land, wordt vernieuwd, en het consulaire case-management systeem wordt vervangen. Tenslotte is het de intensie van het kabinet te blijven werken met de private sector in een dergelijke crisissituatie, omdat het informeren en helpen van reizigers in nood een gedeelde verantwoordelijkheid is en omdat de veiligheid van Nederlanders in het buitenland een gedeeld belang is.

Loket Buitenland

De ontwikkeling van het Loket Buitenland door, met als volgende doel eind 2021 circa 60 rijksoverheidsdiensten via één kanaal beschikbaar te hebben voor de Nederlander in het buitenland. Het kabinet geeft hiermee verder invulling aan de afspraak uit het regeerakkoord om een one stop shop op te zetten voor Nederlanders in het buitenland.

Cultuur internationaal

Kunst en cultuur geven betekenis aan onze relaties. Ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het nieuwe, vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dit met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangwekkende landen in de rest van de wereld.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 14.100 0 26.497 0 10.657 0
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 18.370 0 21.906 0 15.397 0
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 9.077 0 8.529 0 8.875 0
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 21.676 124 32.483 7.136 18.881 136
OCW
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: cultuur 511 0 521 0 521 0
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 0 4.617 0 4.617 0
Totaal 68.351 124 94.553 7.136 58.948 136

Financiële instrumenten

BZ

  1. Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;
  2. Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;
  3. Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen;
  4. Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies;
  5. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
  6. Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.
  7. Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein;
  8. Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken;
  9. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
  10. Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd;
  11. Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.
  12. Ondersteuning van initiatieven in vier landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.
  13. Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media en via persoonlijke contacten zoals bijeenkomsten. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook en twitter.
  14. Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten kunnen ondersteunen of opstarten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid;
  15. Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael;
  16. Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid;
  17. Voor het jaar 2020 is, zoals ook aangekondigd in de eerste suppletoire begroting en in de Memorie van Toelichting op de BZ-begroting 2021 voor het onderdeel POBB additioneel EUR 12 miljoen extra budget beschikbaar. Hiervan is EUR 9 miljoen voor COVID-19 gerelateerde activiteiten en EUR 3 miljoen als Nederlandse bijdrage aan, het door een aardbeving getroffen, Albanië.
  18. Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
  19. Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd
  20. Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.

OCW

  1. Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW en Buitenlandse Zaken. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:

    1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;
    2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
    3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de BHOS-agenda in de focusregio’s.
  2. Voor de verwezenlijking van zojuist genoemde doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden.

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd en versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Daartoe werkt Nederland aan een duurzaam handels- en investeringssysteem inclusief Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie en aan versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.

Beleidsinzet toegelicht

Mondiale waardeketens

De COVID-19 crisis legt de kwetsbaarheden van mondiale waardeketens bloot. Deze raken niet alleen Nederlandse bedrijven, maar hebben ook ernstige gevolgen voor miljoenen werknemers in ontwikkelingslanden die voor hun inkomen direct afhankelijk zijn van de marktvraag vanuit landen als Nederland. In het licht van de crisis wil het kabinet het systeem van mondiale waardeketens versneld duurzamer en weerbaarder maken. Het spreekt Nederlandse bedrijven daarbij aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zet zich in voor het verbeteren van regelgeving en productieomstandigheden in ontwikkelingslanden.

Economische veiligheid

Door geopolitieke spanningen, waaronder het handelsconflict tussen de VS en China, en technologische ontwikkelingen zijn economie en politiek sterk verweven geraakt. Daarom zijn op nationaal niveau en in EU-verband maatregelen genomen om kwetsbaarheden ten aanzien van economische veiligheid aan te pakken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om risico’s op het gebied van spionage, cybercrime, oneerlijke concurrentie en ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. De COVID-19 crisis geeft aanleiding om te onderzoeken of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Economische veiligheid als publieke waarde moet in samenhang met overige beleidsterreinen zijn beslag krijgen in effectieve maatregelen, waarbij de voordelen van de vrije markt zoveel mogelijk behouden moeten blijven.

Ondersteuning Nederlands bedrijfsleven in het kader van COVID-19 en de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

Het kabinet heeft specifieke maatregelen getroffen om het internationaal opererend Nederlands bedrijfsleven tijdens en na de wereldwijde COVID-19 uitbraak te ondersteunen (Kamerstuk 35420, nr. 38). Deze maatregelen zullen in 2021 geheel of gedeeltelijk noodzakelijk blijven en/of aangepast moeten worden, mede afhankelijk van de behoeften van bedrijven. Naast de al bestaande ondersteuning voor bedrijven in het kader van de gevolgen van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, zoals het Brexit-loket en de Brexit-voucher, wordt de komende periode de communicatie richting het bedrijfsleven versterkt om zich goed voor te bereiden op de gevolgen van een veranderende relatie met het VK na afloop van de overgangsperiode. Hiervoor worden aan de bestaande communicatiestrategie nieuwe digitale instrumenten toegevoegd, zoals webinars en instructievideo’s. Ook zal meer gefocust worden op het tastbaar maken van kansen die er voor ondernemers in het VK liggen.

Toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

Internationale handel is essentieel om de economische gevolgen van COVID-19 te verlichten. Nederland zal zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal blijven inzetten voor versterking van het op regels gebaseerde internationale handelssysteem, onder meer via hervorming van de WTO. Nederland streeft daarbij naar een inclusieve aanpak, met betrokkenheid van de VS. Verder zal handelspolitiek in 2021 in het teken staan van: weerbaarheid van de EU, verdere verduurzaming van handelsakkoorden en het creëren van een internationaal gelijk speelveld voor het bedrijfsleven. Nederland zal blijven werken aan een duurzaam internationaal investeringssysteem. Inzet is de voortgaande modernisering en hervorming van investeringsakkoorden en van investeerder-staat geschillenbeslechting. Het mkb krijgt hierbij bijzondere aandacht.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 28.631 19.413 29.647 20.550 28.781 19.425
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 96.700 0 104.816 0 91.777 0
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 390.367 385.505 397.316 395.036 392.807 390.527
EZK
1.55 Opdrachten 85 0 158 0 158 0
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.690 0 2.687 0 2.687 0
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.167 0 2.528 0 2.420 0
Totaal 520.640 404.918 537.152 415.586 518.630 409.952

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO.
  2. Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  3. Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.
  4. Het bestaande non-ODA financieringsinstrumentarium zorgt er voor dat optimaal ingespeeld wordt op veranderende marktomstandigheden en financieringsbehoeftes. Maatwerk en flexibiliteit wordt hierbij geboden. Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden en er voldaan wordt aan de criteria die gelden voor publieke interventie.
  5. De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.
  6. Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.
  7. Het instrument DHI helpt ondernemers doormiddel van modules met demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsvoorbereidingsstudies.
  8. Activiteiten op het gebied van markttoegang en marktontwikkeling,

    verbetering van fiscale wetgeving en uitvoering (en beleidsplannen

    van lokale overheden) in ontwikkelingslanden en financiële sectorontwikkeling.

  9. Bijdragen aan infrastructuurontwikkeling in de focussectoren transport

    & logistiek, water en sanitatie, voedselzekerheid, hernieuwbare energie

    en gezondheidszorg (met name SRGR).

  10. Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het

    creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen,

    voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-

    Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. In lijn hiermee is het subsidieprogramma LEAD (Local Employment in Africa for Development) verlengd.

  11. Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.
  12. Nederland positioneert zich via een vierjarige campagne in aanloop naar, tijdens en na de Wereldtentoonstelling Dubai EXPO 2020 (uitgesteld tot 2021) op het thema ‘uniting water, food and energy’.

EZK

  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.
  1. Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).
  1. Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Beleidsinzet toegelicht

Voedselsysteembenadering

Het aantal mensen dat voedsel-onzeker is stijgt al drie jaar. De COVID-19 pandemie zal naar verwachting een sterke verdere stijging tot gevolg hebben. Het voorkomen van voedselcrises staat hoog op de agenda van het kabinet in 2021. Hongersnoden en humanitair ingrijpen kunnen met goed werkende lokale voedselsystemen mogelijk worden voorkomen. Het kabinet ondersteunt dit door te investeren in voedselproductie en toegang tot gezonde voeding. In 2021 krijgt de voedselsysteembenadering internationaal en politiek meer vorm. Deze benadering koppelt de inzet op klimaat, duurzame landbouw, voedselmarkten en diëten aan elkaar in de grote uitdaging een groeiende wereldbevolking van een gezond dieet te voorzien. Nederland speelt een actieve rol tijdens de VN Food Systems Summit. Speerpunten daarbij zijn een brede deelname van zowel publieke als private belanghebbenden, en de verbinding tussen wetenschap en beleid op het gebied van landbouw en duurzame voedselsystemen in brede zin (incl. voeding en ecologie).

WASH

De wereldwijde COVID-19 crisis onderstreept het belang van toegang tot drinkwater, sanitatie en hygiëne (WASH). WASH is de eerste verdedigingslinie om (infectie-)ziekten te voorkomen. WASH gaat ook moeder- en zuigelingensterfte tegen en vermindert het verzuim onder schoolgaande meisjes. Nederland ondersteunt daarom in 2021 programma’s van nationale en internationale partners die de toegang van arme en kwetsbare groepen tot WASH verbeteren. De doelstelling om in 2030 50 miljoen mensen te voorzien van sanitaire voorzieningen en hygiëne en 30 miljoen mensen van toegang tot schoon drinkwater, blijft overeind. Het kabinet zet daarbij in op transformatieve verandering, nationaal en lokaal, zodat de gerealiseerde voorzieningen blijven.

Nederland draagt bij aan verbeterde waterzekerheid en -veiligheid om zo de gevolgen van veranderende neerslagpatronen te mitigeren. Het verbeteren van het beheer van stroomgebieden wordt onder meer via de Wereldbank gestimuleerd. In 2021 worden toepassingen valuing water principes gepresenteerd. Deze zijn met Nederlandse steun geformuleerd, en hebben duurzamer watergebruik en –beheer als doel.

Klimaatverandering

De aanpak van klimaatverandering wordt steeds urgenter. Het kabinet blijft in 2021 inzetten op groen herstel (building back better), zowel binnen als buiten Nederland, om de overgang naar een klimaat neutrale, weerbare en circulaire economie te versnellen. Uitvoering van de Overeenkomst van Parijs en verhoging van het ambitieniveau blijven kernelementen van het internationale klimaatbeleid dat het kabinet actief uitdraagt. In bijlage 7 van deze HGIS nota is de internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021 opgenomen. Hierin wordt meer uitgebreid toegelicht op welke wijze Nederland in 2021 bijdraagt aan de internationale klimaatfinanciering.

Partners voor Water

Ook in 2021 wordt uitvoering gegeven aan de in 2016 gestarte subsidieregeling van het programma Partners voor Water (PvW) 2016–2021. Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de (interdepartementale) Nederlandse Internationale Water Ambitie (NIWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de vier ministeries BZ, EZK, LNV en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het programma PvW 2016–2021 is mandaat verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en een deel voor samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie. In 2020 is aanvullend HGIS-budget van EUR 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de eindfase (2020 t/m 2022) van het programma, waarin met 15 partnerlanden invulling wordt gegeven aan de Memoranda of Understanding die in lijn zijn gebracht met de NIWA.

Internationaal werken aan groene en slimme mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie

De inzet van het kabinet is erop gericht om het Nederland van vandaag én morgen bereikbaar, leefbaar en duurzaam te houden, en afwenteling te voorkomen. Afwenteling kan gaan over het verschuiven van het probleem naar later (volgende generaties), naar elders (andere landen) of naar andere problemen (bijvoorbeeld van klimaat naar biodiversiteit). De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, die samen de Agenda 2030 vormen, zijn daarbij het kader. In deze context zet het kabinet zich in voor een klimaatadaptieve en duurzame infrastructuur en leefomgeving, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie. Deze ambities worden ondersteund door gerichte inzet in de internationale arena, middels strategische samenwerking met sleutelorganisaties zoals UNEP, WHO en ITF. Daarbij is de inzet zo veel mogelijk gericht op het benutten van synergie in de aanpak van milieu- en klimaat, bijvoorbeeld waar het gaat om de circulaire economie. Europese en internationale inzet op deze ambities biedt daarnaast economische kansen, stimuleert slimme groene investeringen, creëert banen en bevordert zo de Nederlandse innovaties en kennis die ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
02.01 Voedselzekerheid 336.667 336.667 310.783 310.783 321.095 321.095
02.02 Water 189.043 189.043 201.103 201.103 193.714 193.714
02.03 Klimaat 197.637 195.896 213.881 212.431 220.468 219.318
IenW
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 13.768 0 17.802 0 15.611 0
14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk 200 0 200 0 200 0
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 5.132 0 9.970 0 5.552 0
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 843 35 3.340 35 3.340 35
97.01 IenW-brede programmamiddelen 200 0 0 0 0 0
EZK
4.55 Opdrachten 115 0 427 0 277 0
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.792 0 1.773 0 1.584 0
LNV
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1 10.958 4.439 11.039 4.495 10.889 4.495
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties2 1.357 0 1.934 0 1.680 0
Totaal 757.712 726.080 772.252 728.847 774.410 738.657
  1. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.
  2. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.95.

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van de voedselproductie.
  2. Belangrijkste activiteiten op het gebied van ecologisch houdbare voedselsystemen zijn het SNV-programma Climate Resilient Agriculture For Tomorrow, CRAFT), het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO), het in 2020 gestarte Dryland Sahel Programma in West-Afrika en het programma met de Consultative Group on International Agricultural Research CGIAR.
  3. Op het gebied van de agrarische sector draagt Nederland bij aan inclusieve en duurzame groei van de agrarische sector.
  4. Via het Netherlands Food Partnership (NFP) en het SDG-partnerschap programma draagt Nederland ook bij aan het versterken van kennisnetwerken.
  5. In 2021 zullen 1,6 miljoen mensen met Nederlandse financiering toegang krijgen tot veilig drinkwater en 2,9 miljoen mensen tot sanitaire voorzieningen.
  6. Binnen de Nederlandse inzet om klimaatverandering tegen te gaan staan adaptatie en weerbaarheid voorop. Hiervoor worden onder andere bijdrages gedaan aan programma's op het gebied van water, voedselzekerheid en ontbossing.
  7. Een belangrijke nieuwe activiteit op het terrein van ontbossing is een innovatief partnerschap genaamd Agri3, dat beoogt de financiering van de agrisector te transformeren
  8. Het blijft ook nodig kennis te ontwikkelen over de relatie tussen klimaatverandering, ontwikkelingssamenwerking en armoede. Daartoe wordt onder andere samengewerkt met WRI, PBL en de Commissie MER.
  9. Het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) versterkt de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering en draagt bij aan emissiereductie.
  10. Om klimaatdiplomatie te ondersteunen doet Nederland een bijdrage aan de Global Environment Facility, het Groene Klimaatfonds en de Climate Investment Funds. Nederland draagt voorts bij aan UN Environment (UNEP).
  11. Nederland benadrukt het belang van de transitie naar een circulaire economie voor het behalen van de klimaatdoelen.
  12. Nederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen.

IenW

  1. Uitvoering van Partners voor Water
  2. Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het doel van het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. De focus ligt op het bieden van hulp, maar ook op het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.
  3. Op het terrein van milieu en klimaat draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties inzake milieuaangelegenheden, zoals aan UNEP, UNECE, het International Resource Panel (IRP) en het International Transport Forum (ITF). Verder worden er verschillende opdrachten uitgevoerd, waaronder vanuit IenW het aandeel van de Nederlandse bijdrage aan Estec/Galileo Reference Center (GRC). In 2021 zal Nederland een bijeenkomst van het World Circular Economy Forum organiseren.

EZK

  1. Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).
  2. Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.

LNV

  1. Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties (EUR 10,9 miljoen). De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) (EUR 8,3 miljoen). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP) (EUR 0,3 miljoen).

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door bij te dragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids. Daarnaast wordt er ingezet op de bevordering van gendergelijkheid en vrouwenrechten. Tevens wordt er bijgedragen aan de versterking van het onderwijs en waarmee wordt bijgedragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren, een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek. Tenslotte wordt door het bevordering en bescherming van politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties bijgedragen aan de versterking van het maatschappelijk middenveld. Dit draagt bij aan het versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen

Beleidsinzet toegelicht

Gezondheid: SRGR en HIV/Aids en gendergelijkheid

De COVID-19 pandemie onderstreept het belang van een veerkrachtige gezondheidssector. Naar verwachting zullen ongewenste (tiener-)zwangerschappen, moeder- en kindsterfte, en obstakels voor toegang tot HIV/aidspreventie en -behandeling toenemen als gevolg van de pandemie. Met diplomatieke en financiële middelen zet het kabinet zich in voor behoud van internationale afspraken over SRGR en tegen de toenemende internationale druk op SRGR. Ook in 2021 wordt dit gerealiseerd door (gezondheids-)systemen structureel te versterken. Lokaal ownership is hierbij essentieel, net als samenwerking tussen lokale overheden, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en (internationale) maatschappelijke organisaties.

Steun voor gendergelijkheid, vrouwenrechten en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), inclusief HIV/aids, is een pijler van het BHOS-beleid. COVID-19 zet deze thema’s extra onder druk. Het kabinet blijft daarom stille en luide diplomatie bedrijven om de ‘pushback’ tegen vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR tegen te gaan.

Om de weerbaarheid van landen voor COVID-19 en mogelijke toekomstige gezondheidscrises te vergroten is het belangrijk te investeren in het versterken van gezondheidssystemen. NL draagt daaraan bij door financieren van o.a. WHO, UNFPA, Wereldbank (Global Financing Facility) en maatschappelijke organisaties. Extra aandacht zal worden besteed aan activiteiten om de veerkracht van deze systemen te versterken, zoals het vergroten van efficiëntie door innovatieve financiering, betere coördinatie op landenniveau en betere samenwerking met eindgebruikers van de diensten. Nederland pleit ook voor een gendersensitieve COVID-19 respons. In 2021 gaan nieuwe programma’s van start: Power of Women (PoW) en Leading from the South (LFS) gericht op vrouwenrechtenorganisaties, en Women, Peace and Security (WPS) voor het vierde Nederlandse Actieplan 1325 (2021-2025).

Versterking Maatschappelijk Middenveld

Maatschappelijke organisaties zijn essentieel voor een goed functionerende democratische rechtsstaat. Nederland zet in op de onafhankelijke positie van maatschappelijke organisaties en een open publieke ruimte, juist tijdens, en na de pandemie. In 2021 starten 42 partnerschappen onder het beleidskader Versterking maatschappelijk middenveld, om maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden te versterken.

Onderwijs, werkgelegenheid en jongeren

Jongeren worden in sociaal economisch opzicht het hardst getroffen door de COVID-19 crisis. Uitvoering van de kabinetsstrategie Youth at Heart (2020) is daarom extra van belang. Het kabinet blijft werken aan perspectief voor jongeren in de focusregio’s, door te investeren in onderwijs en werk en jongeren als partners te betrekken.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 438.689 437.216 398.538 396.927 403.189 401.578
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 49.790 49.790 50.460 50.460 52.439 52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld 216.306 216.306 169.930 169.930 219.531 219.531
03.04 Onderwijs 75.814 75.814 109.325 109.325 69.550 69.550
OCW
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 52.770 45.546 54.299 46.884 54.299 46.884
08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten 129 0 116 0 301 0
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 0 185 0 0 0
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 454 454 454
VWS
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 0 6.868 0 3.868 0
Totaal 840.878 827.999 793.048 776.853 806.504 793.309

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB).
  2. Een bijdrage wordt gedaan aan het Trust Fund van de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child.
  3. In de samenwerking met regionale en lokale organisaties in West-Afrika, wordt sterker ingezet op de samenhang tussen SRGR en andere sociale thema’s zoals onderwijs en gender.
  4. In 2021 gaan het nieuwe programma Power of Women en Leading from the South II van start die bijdrage aan SDG5. Samen met het Women, Peace en Security (WPS)-programma en het SRHR Partnership fund (art. 3.1) maken zij deel uit van het SDG5-fonds. Intensivering van genderbeleid op prioritaire thema’s en in focusregio’s heeft vorm gekregen in de opzet en uitbreiding van deze nieuwe programma’s.
  5. In 2020 zijn onder het nieuwe programma Power of Voices, als opvolger van Samenspraak en Tegenspraak, partnerschappen geselecteerd die vanaf 2021 uitvoering geven aan de kabinetsinzet op versterking maatschappelijk middenveld .
  1. Via het Accountability fonds worden lokale partners direct gesteund. Het Voice-fonds, geeft de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen.
  2. Met een bijdrage aan Generation Unlimited (GenU) wordt de emancipatie van jongeren en het versterken van hun vaardigheden bevorderd, zodat deze beter aansluiten op de arbeidsmarkt.
  3. Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid en structurele veranderingen in ontwikkelingslanden.
  4. Daarnaast wordt via de International Finance Facility for Education (IFFEd) het onderwijsbeleid ondersteund in lage-middeninkomenslanden door middel van het verhogen van de uitvoeringscapaciteit van de multilaterale ontwikkelingsbanken.
  5. Education Cannot Wait (ECW) steunt onderwijs in fragiele, humanitaire en (post-)conflictsituaties.
  6. Het Orange Knowledge Programme (OKP), wordt voortgezet en in de focusregio’s geïntensiveerd. OKP is een geïntegreerd programma, gericht op individuele en institutionele kennisontwikkeling binnen lokale prioritaire thema’s.

OCW

  1. Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
  2. Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

VWS

  1. In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschap programma met de

    WHO gestart met als doel om samenwerking op de vraagstukken van

    antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,

    niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen

    en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen

    te bevorderen.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale Financiële Instellingen

Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.

Digitaliseringsagenda BHOS

Het kabinet implementeert de Digitale Agenda op het terrein van ontwikkelingssamenwerking in 2021, waarbij nadruk ligt op het benutten van de kansen van digitalisering voor de SDG's. De agenda richt zich hoofdzakelijk op de toekomst van werk, digitalisering voor een robuuste, duurzame voedselproductie, versterking van het maatschappelijk middenveld en digitalisering in noodhulp. De Nederlandse inzet op al deze thema’s is om digitale inclusie te vergroten, om zo te voorkomen dat specifieke groepen, zoals vrouwen, ouderen en mensen in rurale gebieden minder profiteren van technologische innovatie of zelfs worden uitgesloten van belangrijke dienstverlening. Ook zet Nederland in op verantwoord gebruik van technologie en data door bedrijven en overheden om mensenrechten te waarborgen.

Investeren in focusregio's

Het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid verschuift in deze kabinetsperiode geleidelijk naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). In vergelijking met 2017 neemt de besteding van de thematische budgetten in de focusregio’s met een derde toe. Het cijfermatige overzicht hiervan is in bijlage 5 opgenomen in deze HGIS-nota. Ook in 2021 vergt de opbouw van programma’s in nieuwe landen in de focusregio’s de nodige aandacht. In de Sahel-regio, met nieuwe programma’s in Niger en Burkina Faso, speelt de zorgwekkende veiligheidssituatie een belangrijke rol. Door het uitblijven van een politieke oplossing in Syrië, blijft steun aan de omringende landen voor de opvang van vluchtelingen en ontheemden, interne (economische) stabiliteit en het creëren van werkgelegenheid daar de kern van de inzet.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
05.01 Multilaterale samenwerking 149.792 149.792 207.342 207.342 171.654 171.654
05.02 Overig armoedebeleid 105.802 104.295 77.752 66.783 81.277 67.905
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 74.517 74.517 69.220 69.220
Financiën
04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 84 0 83 0
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 37.226 30.897 0 0 0 0
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 0 72.949 72.949 0 0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 0 43.380 43.380 0 0
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 325.280 325.280 71.295 71.295 44.200 44.200
04.52.01 Technische assistentie 1.731 0 1.779 0 1.779 0
Toerekening
Eerstejaarsopvang asielzoekers 441.085 441.085 521.181 521.181 504.123 504.123
Totaal 1.060.916 1.051.349 1.070.279 1.057.447 872.336 857.102

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale Financiële Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden.
  2. Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
  3. Nederland levert een bijdrage aan UNESCO.
  4. Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld. Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden neemt hierdoor het ODA budget vanaf 2020 af. In 2020 is dit gecompenseerd door een kasschuif en generale middelen. Dit betekent verder dat het budget op diverse thema's moet worden aangepast. In de HGIS-besluitvorming 2021, in het voorjaar, wordt bezien hoe de HGIS hierop vanaf 2021 meerjarig moet worden aangepast.

Financiën

  1. Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.
  2. Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.
  3. Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Toerekening

  1. De toerekening betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

Algemeen

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Beleidsinzet toegelicht

Het postennet; onze oren en ogen van de wereld

Tijdens de COVID-19 crisis was ons wereldwijd postennet onmisbaar om de vele gestrande Nederlanders te helpen terug naar huis te keren. Maar ook buiten crisistijd is een efficiënt en op maat gesneden postennet essentieel. Wereldwijd werken bijna 3.500 mensen op zo’n 140 posten om de belangen van het Koninkrijk te dienen. Zij zijn de vertegenwoordigers van de Nederlandse overheid in het buitenland en de Nederlandse samenleving in de geglobaliseerde wereld. Onze belangen in het buitenland zijn groot. Ruim één derde van het Nederlandse nationale inkomen wordt met export verdiend. De nationale veiligheid in Nederland is zeer afhankelijk van grensoverschrijdende ontwikkelingen elders. Of het nu Europese samenwerking is, de ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland, veiligheidsbeleid, armoedebestrijding en ontwikkelingssamenwerking of het uitvoeren van onze migratie-agenda, steeds weer blijkt hoe belangrijk Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland zijn bij het behalen van onze doelen en het vertegenwoordigen van onze belangen.

De afgelopen jaren is het geopolitieke speelveld nog complexer geworden. De COVID-19 crisis heeft bovendien aangetoond dat we blootstaan aan grote (systeem) kwetsbaarheden, terwijl bovendien het behalen van de SDG's ernstige vertraging oploopt. Op de posten (zowel bilateraal als multilateraal) bouwen Nederlandse diplomaten aan coalities om deze kwetsbaarheden vroegtijdig in kaart te brengen en te mitigeren. Om belangen en waarden veilig te stellen, moet een middelgrote mogendheid als Nederland het hebben van de kwaliteit van argumenten, overtuigingskracht en reputatie, kortom van diplomatie. Alleen met een sterk en hoogwaardig netwerk van ambassades, consulaten en vertegenwoordigingen bij internationale organisaties kunnen wij onze nationale belangen internationaal behartigen, onze veiligheid en welvaart zeker stellen en werken aan een rechtvaardige en duurzame wereld waarin extreme armoede is uitgebannen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 0 3.600 0 4.255 0
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 805.205 268.456 923.757 292.046 871.129 298.046
JenV
91.01.01 Eigen personeel/attachés 2.022 0 2.026 0 2.026 0
BZK
02.01 Nationale veiligheid 300 0 308 0 308 0
11.01 Centraal apparaat (attachés) 200 0 205 0 205 0
OCW
95.01 Eigen personeel/attachés 144 0 276 0 401 0
FIN
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.096 0 1.127 0 1.127 0
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 0 371 0 371 0
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.111 0 1.142 0 1.142 0
DEF
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 19.511 0 22.255 0 20.979 0
10 Centraal apparaat 200 0 0 0 0 0
11 Geheim 7.683 0 6.117 0 5.000 0
IenW
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 3.571 0 3.309 0 2.737 0
EZK
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 6.009 0 8.942 0 8.727 0
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 10.976 0 12.871 0 11.371 0
40 Apparaat (attachés) 751 0 0 0 0 0
LNV
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) 13.800 0 20.127 0 18.250 0
50 Apparaat (attachés) 4.118 0 1.956 0 1.617 0
SZW
96.20 Apparaatsuitgaven (attachés) 513 0 526 0 526 0
VWS
10.01.01 Personeel 300 0 0 0 0 0
10.01.02 Materieel 15.340 0 0 0 0 0
10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés) 1.185 0 0 0 0 0
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 0 0 1.249 0 1.249 0
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 0 0 4.550 0 0 0
Totaal 894.406 268.456 1.014.714 292.046 951.420 298.046

Financiële instrumenten

BZ

  1. Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
  2. De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Diverse ministeries

  1. Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.
  1. Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

Bijlagen

Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2020

HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2020 5.918,3 6.067,7 6.239,4 6.399,9 6.581,6 0,0
Macrobijstellingen (BNI/BBP-mutaties) ‒ 349,0 ‒ 252,3 ‒ 223,6 ‒ 225,0 ‒ 231,4 ‒ 232,4
Eindejaarsmarge 123,7 17,0 5,0 0,0 0,0 0,0
Overboekingen van/naar HGIS 458,7 35,3 23,6 28,2 28,9 6.842,71
Intertemporele kasschuiven 155,5 156,5 152,0 ‒ 46,0 ‒ 164,0 ‒ 254,0
Desalderingen 14,5 15,3 15,1 15,2 17,7 17,5
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2021 (1) 6.321,7 6.039,5 6.211,5 6.172,2 6.232,9 6.373,9
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2020 164,2 148,7 148,7 148,6 148,5 0,0
Desalderingen en overboekingen 22,1 15,8 11,2 6,4 4,0 152,11
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2021 (2) 186,3 164,6 160,0 155,0 152,6 152,1
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten (1-2) 6.135,4 5.875,0 6.051,5 6.017,2 6.080,3 6.221,8
  1. Inclusief extrapolatie van het voorgaande jaar.

Bijlage 2a: De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel

01 Versterkte internationale rechtsorde
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 52.516 6.593 49.068 6.846 48.945 16.859 48.095 16.859 48.095 16.859 48.095 16.859 48.095 16.859
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 66.151 36.209 63.402 37.555 63.402 37.555 63.402 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 10.530 14.471 14.102 11.355 11.288 10.451 10.225
02 Veiligheid en stabiliteit
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12.767 17.486 4.000 12.441 12.471 12.521 12.521 12.465
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 13.209 14.205 13.041 13.251 13.251 13.251 13.251
02.03 Wapenbeheersing 11.787 2.918 10.873 3.252 10.882 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 182.594 62.791 193.270 74.417 218.002 70.917 215.459 70.917 215.358 70.917 214.370 70.917 219.543 74.417
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26.881 10.752 29.603 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929
03 Effectieve Europese samenwerking
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 224.729 224.729 224.728 224.728 191.123 191.123 143.304 143.304 100.313 100.313 100.000 100.000 75.000 75.000
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10.203 4.081 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.419 6.364 5.892 5.192 5.192 5.192 5.002
03.05 Europese vredesfaciliteit 32.100 32.100 32.100 32.100 32.100
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 14.100 26.497 10.657 10.657 10.657 13.457 13.457
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 18.370 21.906 15.397 15.297 15.297 13.547 13.547
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 9.077 8.529 8.875 8.875 8.875 8.900 8.794
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 21.676 124 32.483 7.136 18.881 136 17.931 136 17.931 136 17.381 136 17.381 136
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 3.600 4.255 21.956 55.565 90.627 116.701
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 805.205 268.456 923.757 292.046 871.129 298.046 863.851 299.046 860.652 299.046 860.636 299.046 856.136 294.546
Totaal 1.484.214 616.653 1.650.742 666.109 1.579.446 634.017 1.534.312 587.198 1.521.713 544.207 1.555.146 543.894 1.556.315 517.894
VI Justitie en Veiligheid
31 Nationale politie
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.512 8.512 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 102
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 535 586 786 786 786 786 786
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 41 41 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 305 406 406 406
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
91.01.02 Europol en Eurojust 23.363 22.314 22.314 22.314 22.314 22.314 22.314
91.01.02 WIPO 264 375 375 375 375 375 375
91.01.01 Eigen personeel/attachés 2.022 2.026 2.026 2.026 2.026 2.026 2.026
Totaal 34.839 8.553 34.406 8.800 34.707 8.800 34.707 8.800 34.707 8.800 34.301 8.800 34.301 8.800
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
02.01 Nationale veiligheid 300 308 308 410 513
11.01 Centraal apparaat (attachés) 200 205 205 205 205 205 205
Totaal 500 0 513 0 513 0 615 0 718 0 205 0 205 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
06 Hoger Beroepsonderwijs
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07 Wetenschappelijk Onderwijs
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 52.770 45.546 54.299 46.884 54.299 46.884 54.299 46.884 54.299 46.884 54.299 46.884 54.299 46.884
08 Internationaal onderwijsbeleid
08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten 129 116 301 301 301 301 301
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 185
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: cultuur 511 521 521 521 521 521 521
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 4.617 4.617 4.617 4.617 4.617 4.617
16 Onderzoek en wetenschappen
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454
95 Apparaatskosten
95.01 Eigen personeel/attachés 144 276 401 401 401 148 148
Totaal 61.683 48.873 63.341 50.211 63.466 50.211 63.466 50.211 63.466 50.211 63.213 50.211 63.213 50.211
IXB Financiën
01 Belastingen
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.096 1.127 1.127 1.127 1.127 1.127 1.127
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 371 371 371 371 371 371
04 Internationale financiele betrekkingen
04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 84 83 41 40 40 40
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 37.226 30.897 0 0 0 0 0
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 72.949 72.949 0 0 23.719 23.719 23.323 23.323 0 0 0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 43.380 43.380 0 0 21.196 21.196 20.842 20.842 20.503 20.503 0
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 325.280 325.280 71.295 71.295 44.200 44.200 219.550 219.550 266.480 266.480 324.236 324.236 376.686 376.686
04.52.01 Technische assistentie 1.731 1.779 1.779 1.778 1.778 1.778 1.778
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.111 1.142 1.142 1.142 1.142 1.142 1.142
Totaal 366.815 356.177 192.127 187.624 48.702 44.200 268.924 264.465 315.103 310.645 349.197 344.739 381.144 376.686
X Defensie
01 Opdracht inzet
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 163.232 167.374 3.000 199.882 199.882 184.882 184.882 184.882
08 Defensie Ondersteuningscommando
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 19.511 22.255 20.979 20.979 21.799 20.317 20.317
10 Centraal apparaat 200
11 Geheim 7.683 6.117 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
Totaal 190.626 0 195.746 3.000 225.861 0 225.861 0 211.681 0 210.199 0 210.199 0
XII Infrastructuur en Waterstaat
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 13.768 17.802 15.611 8.957 8.802 8.802 8.802
14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk 200 200 200
17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.145 1.286 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 1.143 1.017 1.064 1.064 1.064 1.064 1.064
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 5.132 9.970 5.552 4.344 4.344 4.344 4.344
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 843 35 3.340 35 3.340 35 3.340 35 3.340 35 3.340 35 3.340 35
97.01 IenW-brede programmamiddelen 200
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 3.571 3.309 2.737 2.246 2.226 2.096 2.096
Totaal 26.002 35 36.924 35 29.815 35 21.262 35 21.087 35 20.957 35 20.957 35
XIII Economische Zaken en Klimaat
1 Goed functionerende economie en markten
1.55 Opdrachten 85 158 158 158 158 158 158
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.690 2.687 2.687 2.698 2.698 2.698 2.698
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 6.009 8.942 0 8.727 8.627 8.900 8.900 8.900
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 10.976 12.871 11.371 11.295 10.571 10.571 10.571
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.167 2.528 2.420 2.510 2.465 2.465 2.465
4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
4.55 Opdrachten 115 427 277 328 328 328 328
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.792 1.773 1.584 1.592 1.592 1.592 1.592
40 Apparaat (attachés) 751
Totaal 24.585 0 29.386 0 27.224 0 27.208 0 26.712 0 26.712 0 26.712 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
21 Een weerbaar, veerkrachtig en veilig agro-, voedsel en visserijsysteem1
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) 13.800 20.127 18.250 18.250 18.250 18.250 18.250
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 10.958 4.439 11.039 4.495 10.889 4.495 10.889 4.495 10.889 4.495 10.889 4.495 10.889 4.495
22 Natuur en biodiversiteit en gebiedsgericht werken2
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.357 1.934 1.680 1.680 1.680 1.680 1.680
50 Apparaat (attachés) 4.118 1.956 1.617 1.617 1.617 1.617 1.617
Totaal 30.233 4.439 35.056 4.495 32.436 4.495 32.436 4.495 32.436 4.495 32.436 4.495 32.436 4.495
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 9 9 9 9 9 9
96.20 Apparaatsuitgaven (attachés) 513 526 526 526 526 526 526
Totaal 513 0 535 0 535 0 535 0 535 0 535 0 535 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 284 2.200 2.200 300
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 1.000
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 6.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868
10.01.01 Personeel 300
10.01.02 Materieel 15.340
10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés) 1.185
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 1.249 1.249 1.249 1.249 1.249 1.249
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 4.550
Totaal 21.977 0 14.867 0 7.317 0 5.417 0 5.117 0 5.117 0 5.117 0
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 28.631 19.413 29.647 20.550 28.781 19.425 28.781 19.425 28.531 19.175 28.531 19.175 28.531 19.175
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 96.700 104.816 91.777 81.665 81.665 81.165 81.165
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 390.367 385.505 397.316 395.036 392.807 390.527 392.009 389.729 389.410 387.130 372.857 370.577 385.350 383.070
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
02.01 Voedselzekerheid 336.667 336.667 310.783 310.783 321.095 321.095 319.698 319.698 314.883 314.883 317.417 317.417 339.295 339.295
02.02 Water 189.043 189.043 201.103 201.103 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714
02.03 Klimaat 197.637 195.896 213.881 212.431 220.468 219.318 220.873 219.318 220.873 219.318 220.873 219.318 220.873 219.318
03 Sociale vooruitgang
03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 438.689 437.216 398.538 396.927 403.189 401.578 406.761 405.150 401.842 400.231 404.431 402.820 426.784 425.173
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 49.790 49.790 50.460 50.460 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld 216.306 216.306 169.930 169.930 219.531 219.531 219.206 219.206 219.206 219.206 219.206 219.206 219.206 219.206
03.04 Onderwijs 75.814 75.814 109.325 109.325 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling
04.01 Humanitaire hulp 386.951 386.190 461.317 459.500 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 170.490 170.490 157.000 157.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 213.541 213.541 177.551 177.551 216.569 216.569 215.135 215.135 210.195 210.195 212.795 212.795 235.243 235.243
04.04 Noodhulpfonds 583 583 0
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet
05.01 Multilaterale samenwerking 149.792 149.792 207.342 207.342 171.654 171.654 150.197 150.197 164.620 164.620 173.450 173.450 183.278 183.278
05.02 Overig armoedebeleid 105.802 104.295 77.752 66.783 81.277 67.905 90.554 77.905 79.573 73.905 94.429 88.905 93.271 87.905
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 74.517 74.517 69.220 69.220 73.153 73.153 67.550 67.550 48.825 48.825 45.851 45.851
Totaal 3.046.803 2.930.541 3.141.278 3.009.238 3.064.088 2.943.525 3.045.752 2.935.619 3.026.068 2.922.916 3.021.699 2.919.191 3.106.567 3.004.217
LXXXVI Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 53.000
55.02 Reservering kasschuif IDA 0 0 0 0
Totaal 0 0 0 0 53.000 0
Toerekeningen
EU-begroting 405.600 329.867 405.600 329.867 421.305 345.572 469.124 393.391 512.115 436.382 512.428 436.695 537.428 461.695
Eerstejaarsopvang asielzoekers 441.085 441.085 521.181 521.181 504.123 504.123 428.839 428.839 400.756 400.756 400.712 400.712 398.734 398.734
Totaal 846.685 770.952 926.781 851.048 925.428 849.695 897.963 822.230 912.871 837.138 913.140 837.407 936.162 860.429
TOTAAL UITGAVEN 6.135.475 4.736.223 6.321.702 4.780.560 6.039.538 4.534.978 6.211.458 4.673.053 6.172.214 4.678.447 6.232.857 4.708.772 6.373.863 4.822.767
  1. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.
  2. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.

Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per ministerie en per begrotingsartikel

V Buitenlandse Zaken
2 Veiligheid en stabiliteit
10 Doorberekening Defensie diversen 227 242 242 242 242 242 242
40 Restituties contributies 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3 Europese samenwerking
30 Restitutie Raad van Europa 250 250 250 250 250 250
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders 12.559 7.000 7.000 7.000 7.000 9.500 9.500
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 40.498 49.875 63.000 63.000 63.000 63.000 63.000
40 Doorberekening Defensie diversen 74 874 874 874 874 874 874
41 Ontvangsten verkeersnotificaties 314 200 200 200 200 200 200
5 Geheim
10 Geheim 3.003
7 Apparaat
10 Diverse ontvangsten 68.993 54.250 31.750 31.750 31.750 31.750 31.750
11 Koersverschillen
Totaal 125.668 113.691 104.316 104.316 104.316 106.816 106.816
IXB Financiën
04.50.03 Ontvangsten IFI's 2.792 2.347 2.180 2.003 2.025 1.881 1.723
Totaal 2.792 2.347 2.180 2.003 2.025 1.881 1.723
X Defensie
01.01.01 Internationale inzet/BIV 6.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
Totaal 6.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
XIII Economische Zaken en Klimaat
04 Een doelmatige energievoorziening 100
Totaal 0 100 0 0 0 0 0
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen 7.542 3.373 3.264 3.264 3.264 3.264 3.264
1.30/40 ontvangsten DGGF 1.267 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen 24.600 36.239 29.221 24.800 19.827 15.013 14.685
5.21 Ontvangsten OS 12.327 26.176 21.176 21.176 21.176 21.176 21.176
5.22 koersverschillen
Totaal 45.736 68.788 56.661 52.240 47.267 42.453 42.125
TOTAAL ONTVANGSTEN 180.603 186.333 164.564 159.966 155.015 152.557 152.071

Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2020-2025, realisatie ODA-prestatie 2019 en raming ODA-prestatie 2020-2025

Berekening ODA-plafond 2020-2025 (bedragen in miljoenen EUR)
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Raming BNI 782.505 821.564 849.018 874.143 898.690 924.475
A : Basisbedrag 0,7% BNI 5.478 5.751 5.943 6.119 6.291 6.471
B: Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen en ontvangsten OS 61 48 44 44 44 44
C : Maatregelen Rutte II ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462
D : Kasschuiven Rutte II ‒ 304 ‒ 331 ‒ 475
E : Dichten tijdelijke dip door correctie kasschuiven Rutte II (Rutte III) 304 331 475
F : Intensivering OS/ODA Rutte III 200 100
G : Kasschuiven Wereldbank/IDA ‒ 41 ‒ 165 ‒ 24
H : AIV-rapport Covid-19 150
I :Kasschuif BNI-daling 2020 40 272 152 ‒ 46 ‒ 164 ‒ 254
J : BNI-compensatie 350
K : Overig (o.m Voorjaarsbesluitvorming en BIV) 11 ‒ 3 1 28 28 28
L : ODA-plafond 2020-2025 4.785 4.540 4.678 4.683 4.713 4.827
Realisatie netto ODA prestatie 2019 en Raming netto ODA-prestatie 2020-2025 (bedragen in miljoenen EUR)
2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Bruto ODA-totaal 4.741 4.785 4.540 4.678 4.683 4.713 4.827
Af: geraamde ontvangsten OS 14 ‒ 30 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25
Netto ODA (in miljoenen euro) 4.755 4.756 4.515 4.653 4.658 4.689 4.803
Raming BNI (in miljarden euro) 805,6 782,5 821,6 849,0 874,1 898,7 924,5
Netto ODA in % van het BNI 0,59 0,61 0,55 0,55 0,53 0,52 0,52

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen:

  1. Het uitgangspunt is 0,7% van het BNI.
  2. Aflossingen op ODA-leningen en overige ontvangsten worden hieraan toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 55 miljoen per jaar.
  3. Het kabinet Rutte II heeft verschillende structurele maatregelen doorgevoerd op het ODA-budget als gevolg waarvan het ODA-budget is verlaagd (met in totaal ongeveer EUR 1,4 miljard per jaar):

    1. Een taakstelling van EUR 1 miljard per jaar.
    2. Een ruilvoettaakstelling van EUR 49 miljoen per jaar.
    3. Het ODA-budget niet gecompenseerd als gevolg van de verwerking van ESA-20101 (een verlaging van ongeveer EUR 264 miljoen per jaar).
    4. De EKI-reservering2 is geschrapt (EUR 150 miljoen per jaar).
  4. Het kabinet Rutte III corrigeert voor de kasschuiven van het kabinet Rutte II. Hierdoor neemt het ODA-budget deze kabinetsperiode toe met EUR 118 miljoen in 2019 oplopend naar EUR 475 miljoen in 2022 en komt het ODA-budget vanaf 2022 weer op 0,7% BNI minus EUR 1,4 miljard, zoals afgesproken in het Regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst”. Het ODA-budget blijft de komende kabinetsperiode gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI.
  5. Zie toelichting onder D.
  1. Daarenboven zijn er in deze kabinetsperiode incidenteel extra middelen toegevoegd van in totaal EUR 1 miljard, verdeeld over de jaren 2018 t/m 2021.
  2. Het betalingsritme voor de Wereldbank (IDA) is aangepast. Dit leidt tot een kasschuif.
  3. Naar aanleiding van het AIV-advies «Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19», heeft het kabinet besloten EUR 150 miljoen extra beschikbaar te stellen ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19 in kwetsbare landen.
  4. Ook heeft het kabinet naar aanleiding van bovengenoemd advies besloten de gevolgen voor het ODA-plafond van de sterke economische krimp te mitigeren onder andere middels het toepassen van een kasschuif, waardoor middelen uit 2023-2025 naar voren worden gehaald naar 2020-2022.
  5. Verder worden de gevolgen voor het ODA-plafond van de sterke economische krimp gemitigeerd door het toevoegen van EUR 350 miljoen aan de begroting van BHOS in 2020.
  6. De regel overig bestaat uit een aantal budgettaire consequenties voor ODA zoals de voorjaarsbesluitvorming (o.a. de eindejaarsmarge) en de ontvlechting van het BIV in 2018.
  7. Bovenstaande maatregelen (A t/m K) resulteren in het totale ODA-budget.

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 6.593 6.846 16.859 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 36.209 37.555 37.555 V-01.02
JenV 33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 41 200 200 VI-33.03.39
Subtotaal 42.843 44.601 54.614
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 0 4.000 0 V-02-01
02.03 Wapenbeheersing 2.918 3.252 3.252 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 62.791 74.417 70.917 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 10.752 11.929 11.929 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 386.190 459.500 369.000 XVII-04.01
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 170.490 157.000 162.000 XVII-04.02
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 213.541 177.551 216.569 XVII-04.03
04.04 Noodhulpfonds 583 0 0 XVII-04.04
JenV 31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.512 8.600 8.600 VI-31.03.21
Defensie 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 0 3.000 0 X-01.01.23
Subtotaal 855.777 899.249 842.267
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.02 Europees ontwikkelingsfonds 224.729 224.728 191.123 V-03.02
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 4.081 4.200 4.200 V-03.03
Toerek. EU-begroting 329.867 329.867 345.572 Toerekening
Subtotaal 558.677 558.795 540.895
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 124 7.136 136 V-04.04
Subtotaal 124 7.136 136
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 19.413 20.550 19.425 XVII-01.01
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 385.505 395.036 390.527 XVII-01.03
Subtotaal 404.918 415.586 409.952
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.01 Voedselzekerheid 336.667 310.783 321.095 XVII-02.01
02.02 Water 189.043 201.103 193.714 XVII-02.02
02.03 Klimaat 195.896 212.431 219.318 XVII-02.03
IenW 23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 35 35 35 XII-23.01
LNV 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1 4.439 4.495 4.495 XIV-21.95
Subtotaal 726.080 728.847 738.657
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 437.216 396.927 401.578 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 49.790 50.460 52.439 XVII-03.02
03.03 Maatschappelijk middenveld 216.306 169.930 219.531 XVII-03.03
03.04 Onderwijs 75.814 109.325 69.550 XVII-03.04
OCW 06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 VIII-06.70
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 45.546 46.884 46.884 VIII-07.70/76
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 VIII-16.70
Subtotaal 827.999 776.853 793.309
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.01 Multilaterale samenwerking 149.792 207.342 171.654 XVII-05.01
05.02 Overig armoedebeleid 104.295 66.783 67.905 XVII-05.02
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 74.517 69.220 XVII-05.04
Financiën 04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 0 IXB-04.50.01
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 30.897 0 0 IXB-04.50.05
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 72.949 0 IXB-04.50.07
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 43.380 0 IXB-04.50.08
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 325.280 71.295 44.200 IXB-04.50.09
Toerek. Eerstejaarsopvang asielzoekers 441.085 521.181 504.123 Toerekening
Subtotaal 1.051.349 1.057.447 857.102
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 07.01 Apparaat (personeel en materieel) 268.456 292.046 298.046 V-07.01
Subtotaal 268.456 292.046 298.046
Totaal ODA binnen HGIS 4.736.223 4.780.560 4.534.978
ODA buiten HGIS 4.725 4.725 4.725
TOTAAL ODA 4.740.948 4.785.285 4.539.703
  1. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2021

Zoals aangekondigd in de BHOS-nota Investeren in Perspectief, verschuift het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid in deze kabinetsperiode naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de beoogde uitgaven per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHOS-begroting.

De tabel hieronder toont bij elke regio eerst de landen waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn nu ook de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.

De in de tabel opgenomen inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut3. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan4, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2021.

Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaat- fondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties.

Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2020 en in 2021 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focusregio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s z’n beslag.

Focusregio Sahel Burkina Faso 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.000
2.1 Voedselzekerheid 4.000
2.2 Water 2.000
3.1 SRGR en HIV/aids 5.300
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.600
Totaal 22.900
Mali 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 5.000
2.2 Water 8.000
3.1 SRGR en HIV/aids 15.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 13.900
Totaal 43.400
Niger 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.000
2.1 Voedselzekerheid 4.000
2.2 Water 4.000
3.1 SRGR en HIV/aids 8.700
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.500
Totaal 23.200
Nigeria 2.1 Voedselzekerheid 4.300
Totaal 4.300
Senegal 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
Totaal 1.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 2.874
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 25.186
2.1 Voedselzekerheid 9.382
2.2 Water 11.366
2.3 Klimaat 3.455
3.1 SRGR en HIV/aids 13.812
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.357
3.3 Maatschappelijk middenveld 15.018
3.4 Onderwijs 3.328
4.2 Opvang en bescherming in de regio 9.886
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 952
Totaal 97.617
Totaal regio 192.417
Focusregio Hoorn van Afrika Ethiopië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.500
2.1 Voedselzekerheid 40.000
2.2 Water 10.000
3.1 SRGR en HIV/aids 20.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.000
Totaal 80.000
Kenia 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 1.850
2.2 Water 3.560
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.250
Totaal 7.660
Oeganda 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 18.000
3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 10.000
Totaal 39.000
Regionaal Hoorn van Afrika 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.000
Totaal 2.000
Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
Totaal 1.000
Somalië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 12.500
Totaal 14.500
Zuid-Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.1 Voedselzekerheid 6.000
2.2 Water 9.730
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Totaal 25.230
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.993
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 31.621
2.1 Voedselzekerheid 37.661
2.2 Water 9.798
2.3 Klimaat 9.856
3.1 SRGR en HIV/aids 18.973
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.484
3.3 Maatschappelijk middenveld 32.166
3.4 Onderwijs 10.127
4.2 Opvang en bescherming in de regio 48.747
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 10.263
5.1 Multilaterale samenwerking 55
Totaal 213.743
Totaal regio 383.133
Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika Egypte 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 6.000
2.2 Water 4.000
3.1 SRGR en HIV/aids 2.200
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
Totaal 14.700
Irak 2.2 Water 2.000
Totaal 2.000
Jemen 2.2 Water 2.500
3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.000
Totaal 18.500
Jordanië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.000
2.2 Water 3.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 65
Totaal 8.065
Libanon 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.500
Totaal 5.500
Palestijnse Gebieden 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.1 Voedselzekerheid 600
2.2 Water 12.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.300
Totaal 21.400
Tunesië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.1 Voedselzekerheid 5.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Totaal 14.500
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.548
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 22.051
2.1 Voedselzekerheid 5.113
2.2 Water 3.032
2.3 Klimaat 5.516
3.1 SRGR en HIV/aids 1.926
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 3.367
3.3 Maatschappelijk middenveld 6.402
3.4 Onderwijs 3.316
4.2 Opvang en bescherming in de regio 80.954
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 20.061
5.1 Multilaterale samenwerking 3
Totaal 153.288
Totaal regio 237.953
Overig Afrika Benin 2.1 Voedselzekerheid 9.500
2.2 Water 7.900
3.1 SRGR en HIV/aids 7.000
Totaal 24.400
Burundi 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 18.100
3.1 SRGR en HIV/aids 5.400
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.000
Totaal 27.500
Democratische Republiek Congo 3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 800
Totaal 800
Ghana 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.600
2.1 Voedselzekerheid 3.200
2.2 Water 3.000
Totaal 8.800
Mozambique 2.1 Voedselzekerheid 7.500
2.2 Water 10.100
3.1 SRGR en HIV/aids 3.500
Totaal 21.100
Regionaal Afrika 3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
Totaal 10.000
Regionaal Grote Meren 2.1 Voedselzekerheid 10.500
2.2 Water 5.500
2.3 Klimaat 3.500
3.1 SRGR en HIV/aids 4.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 8.200
Totaal 32.200
Rwanda 2.1 Voedselzekerheid 9.300
2.2 Water 6.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.200
Totaal 22.000
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 2.912
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 53.545
2.1 Voedselzekerheid 39.211
2.2 Water 23.771
2.3 Klimaat 6.479
3.1 SRGR en HIV/aids 50.693
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.389
3.3 Maatschappelijk middenveld 45.635
3.4 Onderwijs 18.416
4.2 Opvang en bescherming in de regio 1.169
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.196
5.1 Multilaterale samenwerking 118
Totaal 254.533
Totaal regio 401.333
Overig Azië Afghanistan 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 30.000
Totaal 30.000
Bangladesh 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 3.000
2.1 Voedselzekerheid 8.000
2.2 Water 15.365
3.1 SRGR en HIV/aids 2.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.500
Totaal 30.865
Indonesië 2.2 Water 600
3.4 Onderwijs 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 500
Totaal 2.100
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.224
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 29.804
2.1 Voedselzekerheid 17.993
2.2 Water 11.540
2.3 Klimaat 5.501
3.1 SRGR en HIV/aids 17.459
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.046
3.3 Maatschappelijk middenveld 45.127
3.4 Onderwijs 10.297
4.2 Opvang en bescherming in de regio 3.314
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.276
5.1 Multilaterale samenwerking 214
Totaal 157.796
Totaal regio 220.761
Overige landen Suriname 3.3 Maatschappelijk middenveld 325
5.2 Overig armoedebeleid 610
Totaal 935
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 323
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 20.708
2.1 Voedselzekerheid 3.768
2.2 Water 2.590
2.3 Klimaat 4.152
3.1 SRGR en HIV/aids 5.272
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 3.655
3.3 Maatschappelijk middenveld 15.952
3.4 Onderwijs 2.554
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 158
Totaal 59.132
Totaal regio 60.067
Niet gespecificeerd Wereldwijd Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 8.552
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 161.012
2.1 Voedselzekerheid 47.117
2.2 Water 21.361
2.3 Klimaat 180.860
3.1 SRGR en HIV/aids 189.343
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 14.776
3.3 Maatschappelijk middenveld 58.907
3.4 Onderwijs 20.512
4.1 Humanitaire Hulp 369.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio 17.930
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 50.713
5.1 Multilaterale samenwerking 171.265
5.2 Overig armoedebeleid 67.295
5.4 Nog te verdelen BNI en/of toerekeningen 69.220
Totaal 1.447.862
Totaal regio 1.447.862
Totaal generaal 2.943.525

Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 45.923 42.222 32.086 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 29.942 25.847 25.847 V-01.02
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 10.530 14.471 14.102 V-01.03
Algemeen 55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 LXXXVI-55.02
JenV 33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 535 586 786 VI-33.03.10
91.01.02 WIPO 264 375 375 VI-91.01.09
91.01.02 Europol en Eurojust 23.363 22.314 22.314 VI-91.01.07
IenW 17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.145 1.286 1.311 XII-17.01
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 1.143 1.017 1.064 XII-18.01
SZW 02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 0 9 9 XV-02.24
VWS 02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 284 2.200 2.200 XVI-02.11
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 1.000 0 0 XVI-04.40
Subtotaal 114.129 110.327 100.094
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12.767 13.486 12.441 V-02.01
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 13.209 14.205 13.041 V-02.02
02.03 Wapenbeheersing 8.869 7.621 7.630 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 119.803 118.853 147.085 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 16.129 17.674 17.893 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 761 1.817 1.017 XVII-04.01
JenV 33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 102 0 0 VI-31.02.21
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 305 406 VI-36.02.58
Defensie 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 163.232 164.374 199.882 X-01.01.01
Subtotaal 334.872 338.335 399.395
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 6.122 6.300 6.300 V-03.03
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.419 6.364 5.892 V-03.04
03.05 Europese vredesfaciliteit 0 0 32.100 V-03.05
Toerek. EU-begroting 75.733 75.733 75.733 Toerekening
Subtotaal 86.274 88.397 120.025
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 14.100 26.497 10.657 V-04.01
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 18.370 21.906 15.397 V-04.02
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 9.077 8.529 8.875 V-04.03
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 21.552 25.347 18.745 V-04.04
OCW 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: cultuur 511 521 521 XIII-08.77
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 4.617 4.617 XIII-14.71
Subtotaal 68.227 87.417 58.812
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 9.218 9.097 9.356 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 96.700 104.816 91.777 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 4.862 2.280 2.280 XVII-01.03
EZK 1.55 Opdrachten 85 158 158 XIII-11.55
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.690 2.687 2.687 XIII-11.95
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.167 2.528 2.420 XIII-13.95
Subtotaal 115.722 121.566 108.678
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.03 Klimaat 1.741 1.450 1.150 XVII-02.03
IenW 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 13.768 17.802 15.611 XII-11.01
14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk 200 200 200 XII-14.01
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 5.132 9.970 5.552 XII-19.02
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 808 3.305 3.305 XII-23.01
97.01 IenW-brede programmamiddelen 200 0 0 XII-97.01
EZK 4.55 Opdrachten 115 427 277 XIII-04.55
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.792 1.773 1.584 XIII-04.95
LNV 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1 6.519 6.544 6.394 XIV-21.95
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties2 1.357 1.934 1.680 XIV-22.95
Subtotaal 31.632 43.405 35.753
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 1.473 1.611 1.611 XVII-03.01
03.04 Onderwijs 0 0 0 XVII-03.04
OCW 07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 7.224 7.415 7.415 VIII-07.70/76
08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten 129 116 301 VIII-08.71
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 185 0 VIII-08.76
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 6.868 3.868 XVI-09.12.10
Subtotaal 12.879 16.195 13.195
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.02 Overig armoedebeleid 1.507 10.969 13.372 XVII-05.02
Financiën 04.52.01 Technische assistentie 1.731 1.779 1.779 IX-04.52.01
04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 84 83 IX-04.50.01
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 6.329 0 0 IX-04.50.01
04.55.01 Technische assistentie subsidies 0 0 0 IX-04.55.01
Subtotaal 9.567 12.832 15.234
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 05 Geheim 0 0 0 V-05.01
06 Nominaal en onvoorzien 0 3.600 4.255 V-06.01
07 Apparaat 536.749 631.711 573.083 V-07.01
Div. dept. Attachés 89.201 87.357 76.036 Div. Begrotingen
Subtotaal 625.950 722.668 653.374
Totaal non-ODA 1.399.252 1.541.142 1.504.560
  1. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.
  2. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.95.

Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021

In 2009 zegden de rijke landen toe vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar vrij te maken voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Deze collectieve toezegging werd in 2015 in Parijs herbevestigd. Een verdeling per donor werd niet overeengekomen. Er wordt in UNFCCC-verband gewerkt aan gemeenschappelijke richtlijnen voor de rapportage over klimaat­financiering. Het tijdens COP24 in Katowice overeengekomen Rulebook heeft daar richting aan gegeven. Het is de bedoeling dat de richtlijnen tijdens de 26e UNFCCC-klimaatconferentie (COP26) in najaar 2021 worden vastgesteld.

Internationale samenwerking op het terrein van klimaat richt zich op vergroting van de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering (klimaatmitigatie). Hiertoe wordt door Nederland samengewerkt met het bedrijfs­leven, ngo’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en ontwikkelingsbanken. Als in de samenwerking met bedrijven en private investeerders met publieke middelen private financie­ring wordt gemobiliseerd, mogen deze private investeringen worden meegeteld als Nederlandse klimaatfinanciering. Om de omvang van die gemobiliseerde financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe5.

Nederland heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een gestage stijging van de publieke en private klimaatuitgaven. De verwachting is dat Nederland in 2021 EUR 580 miljoen aan publieke klimaat­financiering zal realiseren. Daarnaast zal naar schatting EUR 600 miljoen aan private klimaat­financiering worden gemobiliseerd met (een deel van) de publieke inzet. De inschatting van de private klimaatfinanciering is lager dan de realisatie in 2019 omdat verwacht wordt dat de COVID-19 crisis in 2020 en 2021 zal leiden tot een (tijdelijke) terugloop van de belangstelling van investeerders.

Vanuit sub-artikel 2.3 (klimaat) zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaat­fondsen, bevordering van toegang tot hernieuw­bare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, vergroening van investerings- en handels­stromen en vergroting van kennis- en capaciteitsopbouw over de relatie tussen klimaat en ontwikkel­ing. Hiertoe is onder andere het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) opgezet, waarin EUR 40 miljoen per jaar wordt geïnvesteerd en dat naar verwachting vanaf 2021 private financiering zal mobiliseren. DCFD heeft de eerste transacties gecommitteerd voor klimaatbestendige landschappen in Kenia, Zambia, Paraguay en Vietnam, onder andere in projecten gericht op duurzaam bosbeheer en landgebruik.

Binnen het thema Voedselzekerheid zet Nederland in op duurzame productiviteitsverhoging en verster­­­king van weerbaarheid en adaptatie, wat tevens resulteert in lagere emissies. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water met aan­­dacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroom­gebied­beheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen. Multilaterale ontwikkelings­banken (MDB’s), multilaterale klimaatfondsen als GCF en GEF, en VN-instellingen als UNDP, UN Environment, WFP, UNICEF en WHO ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland met niet-geoormerkte financiële bijdra­gen ondersteunt.

In een aantal gevallen wordt met het bedrijfsleveninstrumentarium expliciet ingezet op vermindering van broeikasgasemissies en op de versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering en de bevordering van innovatie. Tot slot dragen de Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop staan.

Met een deel van het publieke instrumentarium wordt private financiering gemobiliseerd door samen­werking met Nederlandse en internationale private partijen. Om deze financiering te meten werd in de resultatenmonitoring van het ministerie een indicator voor gemobiliseerde private financiering toegevoegd. Het grootste deel van de private financie­ring die aan Nederland kan worden toegerekend, wordt gerealiseerd door de MDB’s. Deze is niet te specificeren naar sectoren of begunstigde landen.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de klimaatfinanciering die in 2021 naar verwachting gerealiseerd zal worden. Per beleidsartikel van de BHOS-begroting wordt aangegeven welk deel van de totale middelen naar verwachting klimaatfinanciering betreft.

Naar verwachting zal circa 20 procent van de publieke klimaatfinanciering worden uitgegeven aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie) en 45 procent aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie); de overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, kunnen niet worden gespecificeerd naar deze doelstellingen.

Circa een-derde van de publieke klimaatfinanciering zal naar verwachting worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als hoofddoelstelling hebben. De overige financiering (circa twee-derde) zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als nevendoelstelling hebben.

In het HGIS-jaarverslag over 2021 zal in een bijlage worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hieronder genoemde geschatte bedragen. Dat kan diverse oorzaken hebben, waaronder de omstandigheid dat bij de realisatie talrijke partners betrokken zijn, zoals de MDB’s, waarvan het beleid en de investeringen door de donoren gezamenlijk worden bepaald.

Begroting Begrotingsartikel Indicatie klimaat­uitgaven 2021 Indicatie klimaat­relevantie van begrotings­artikel (percentage)
BHOS 1.Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 85 16%
2.1 Voedselzekerheid 120 35%
2.2 Water 85 44%
2.3 Klimaat1 180 82%
3. Sociale vooruitgang 25 3%
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling 10 1%
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet 40 14%
Financiën IDA en IBRD 35
Totale publieke klimaatfinanciering 580
Prognose gemobiliseerde private financiering
Indicatie private financiering 2021
Nederlandse klimaatfondsen en programma’s 65
Multilaterale ontwikkelingsbanken 350
FMO-A 140
Overige instrumenten en multidonorprogramma’s 45
Totale gemobiliseerde private financiering 600
  1. Dit begrotingsartikel omvat tevens duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2021

Deze bijlage licht de verwachte HGIS-uitgaven in 2021 toe op het gebied van (tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp (aan vluchtelingen). Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op eerstejaaropvang van asielzoekers uit DAC-landen, (irreguliere) migratie en opvang in de regio (bedragen in miljoenen euro's)

Artikel Budget 2021
Totaal Wv. ODA
6.37.02 JenV begroting: toerekening eerstejaars-opvangkosten asiel 463 463
08.03.01 OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs) 41 41
17.04.02 Migratiesamenwerking en ontwikkeling 34 34
Opvang in de regio 128 128

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.

Conform de richtlijnen van het OESO Development Assistance Committee (DAC) wordt de eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland uit ODA-middelen gefinancierd. Deze HGIS-middelen worden alleen overgeheveld naar de JenV-begroting en de OCW-begroting voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden. De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.

  1. JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven vanwege opvang van reguliere asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos en overig kosten. De overige kosten betreffen kosten tolken IND, rechtsbijstand en voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan Official Development Assistance (ODA). Voor 2021 houdt het kabinet rekening met een asielinstroom van 32.390 (afkomstig uit DAC-landen en niet-DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting van 29,863 (uit DAC-landen). De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur.
  2. OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs gebaseerd op leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.

Opvang en bescherming in de regio

In 2021 is het Prospects-partnerschap - voor de aanpak van langdurige crises van ontheemden in de Syrië-regio en in de Hoorn van Afrika - in het derde jaar van implementatie. Dit partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank biedt duurzame oplossingen voor vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen, en is gericht op bescherming (incl. toegang tot MHPSS) onderwijs en werk, zodat ze een menswaardig bestaan kunnen opbouwen daar waar zij (tijdelijk) verblijven. Hiertoe wordt veel met de private sector samengewerkt. In 2021 worden op basis van een tussentijdse evaluatie eerste lessen over de effectiviteit van Prospects getrokken.

Complementair aan dit Partnerschap zal deze ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in 2021 ook door (internationale en lokale) NGO’s worden gebruikt in door NL gefinancierde programma’s in deze twee focusregio’s.

Migratiesamenwerking

Het kabinet zal ook in 2021 mensensmokkel en –handel bestrijden, voorlichting geven over risico’s van irreguliere migratie, mensenrechten van migranten beschermen en terugkeer en herintegratie bevorderen. Daarbij wordt de samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) – de grootste uitvoerder van Nederlandse programma’s op het terrein van migratiesamenwerking, inclusief vrijwillige terugkeer van gestrande migranten - gestroomlijnd. Het kabinet zet hierbij in op een meer strategische relatie, samen met andere donoren.

In 2021 versterkt het kabinet de strijd tegen mensenhandel, in samenwerking met de Nationale Politie, Mareschaussee, het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het verder intensiveren van diplomatieke contacten met landen van herkomst en transit op alle niveaus vormt daar, ook met het oog op brede migratiesamenwerking, integraal onderdeel van.

Uit de middelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:

  1. Nederland financiert het Prospects Partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR. In dit strategisch samenwerkingskader worden landspecifieke programma’s uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.
  2. Nederland steunt via subsidies (internationale en lokale) NGO’s die tevens gericht zijn op een ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in de beide focusregio’s.
  3. Bijdragen aan programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden. Aanscherping van de ODA regels hebben ertoe geleid dat activiteiten ten behoeve aan vertrek en re-integratie buiten de EU (alleen DAC-landen) niet meer als ODA worden geclassificeerd.
  4. Via bijdragen het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.
  5. Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn (bedragen in miljoenen euro's)

Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.

Artikel Budget 2021
Totaal Wv. ODA
17.04.01 Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP 370 369

Humanitaire diplomatie en Noodhulp (BHOS-begroting)

Nederland verleent noodhulp aan slachtoffers van conflicten en rampen en zet in op humanitaire diplomatie gericht op naleving van internationaal overeengekomen principes en rechtsregels voor humanitaire actie en de verbetering van het systeem Het grootste deel van de slachtoffers is ontheemd. De Nederlandse humanitaire inspanningen zijn gericht op het redden van levens, verlichten van lijden en beschermen en herstellen van waardigheid van door crisis getroffen mensen, daar waar de nood het hoogst is. Nederland zal hierbinnen aandacht besteden aan geestelijke gezondheid en psychosociale steun. Ook in 2021 zal er sprake zijn van significante humanitaire inzet. Een groot deel van deze hulp loopt via internationale organisaties van de VN zoals UNHCR, UNRWA en WFP, de Rode Kruis/Rode Halve Maan beweging en de Dutch Relief Alliance.

Overige activiteiten indirect gerelateerd aan opvang in de regio en migratie

Een groot deel van de Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en diplomatie is gericht op het bieden van perspectief via sociaaleconomische ontwikkeling, stabiliteit en de aanpak van ongelijkheid. Deze inspanningen geconcretiseerd in de diverse thematische programma’s binnen ontwikkelingssamenwerking zijn tevens een lange termijn investering in het tegengaan van irreguliere migratie. Deze inzet is uitgewerkt in de nota «Investeren in Perspectief – Goed voor de wereld, goed voor Nederland» welke op 18 mei 2018 aan de Tweede Kamer is aangeboden.


  1. __Toelichting ESA 2010: Door veranderingen in boekhoudkundige regels door de EU (European System of Accounts, ESA 2010) en een herziening van de bronnen voor het berekenen van het BNI door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het BNI in 2014 opwaarts bijgesteld. Omdat het een rekenkundige correctie van het BNI betrof heeft het kabinet er destijds voor gekozen deze BNI-bijstelling niet door te vertalen in een opwaartse bijstelling van het ODA-budget.↩︎

  2. __Toelichting EKI: Reserveringen voor exportkredietverzekeringen (EKI) zijn reserveringen voor de kwijtschelding van exportkredietschulden van ontwikkelingslanden. Deze schulden zijn ontstaan door investeringen of leveringen van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in ontwikkelingslanden. De Nederlandse overheid staat hiervoor garant. Als de ontvangende partij niet betaalt, resulteert deze constructie in een schuld van de overheid van het ontwikkelingsland aan de Nederlandse overheid.
    Sinds 2015 wordt geen reservering meer opgenomen voor schuldkwijtschelding aan ontwikkelingslanden in het kader van EKI. Omdat de ODA-begroting destijds niet is gecompenseerd voor het wegvallen van de raming voor EKI-schuldkwijtschelding wordt een reeks van EUR 150 miljoen per jaar in mindering gebracht op het ODA-budget. Wanneer landen aanspraak doen op de EKI-schuldkwijtschelding, dan wordt dit achteraf aan de ODA-realisatie toegevoegd. Dit bedrag hoeft niet gecompenseerd te worden door bezuinigingen op andere ODA-uitgaven. Het gaat namelijk om een schuldkwijtschelding waarvan de uitgaven vaak al jaren eerder zijn gedaan.↩︎

  3. __Zo omvat de landenlijst voor private sector ontwikkeling een 70-tal landen en staat het fonds Voice fonds (voor het versterken van de positie van gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen) open voor tien landen.↩︎

  4. __Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat↩︎

  5. __Report on Dutch international private mobilised climate finance https://www.government.nl/topics/development-cooperation/documents/reports/2020/05/12/mobilised-private-climate-finance-report-2019↩︎