Antwoord op vragen van het lid Moorlag over met corona besmette nertsen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D35229, datum: 2020-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-4119).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede namens: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2020Z14759:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: W.J. Moorlag, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
4119
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over met corona besmette nertsen (ingezonden 17 augustus 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 14 september 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Weer Limburgs nertsenbedrijf besmet met coronavirus»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening dat uit het feit dat op nieuwe nertsenbedrijven nog steeds corona wordt aangetroffen blijkt dat de door u eerder aangekondigde maatregelen maatregelen geen of tenminste onvoldoende effect gesorteerd hebben? Zo ja, welke conclusies trekt u hieruit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Deze recente besmettingen op nertsenhouderijen laten inderdaad zien dat de genomen maatregelen het risico op nieuwe besmettingen niet minimaliseert. Volgens het OMT-Z zijn er geen aanwijzingen voor een besmettingsroute via voer, voertuigen, huisdieren, wildlife, op de bedrijven gebruikte materialen of via de lucht. Daarmee blijft de mens waarschijnlijk de belangrijkste verspreidingsbron tussen de bedrijven. Om die reden heb ik in mijn brief van 28 augustus 2020 (Kamerstuk 28 286, nr. 1124) een aanscherping van bestaande maatregelen en een aantal toevoegingen afgekondigd. De maatregelen betreffen een intensivering van de screening van bedrijven, een wachtperiode tussen het werken op twee verschillende locaties en een verplichting om bezoek aan het bedrijf en medewerkers die werken op het bedrijf voorafgaand te melden. Ook zal de controle en handhaving op het naleven van de genomen maatregelen worden geïntensiveerd door de NVWA.
Vraag 3
Hoe groot acht u het risico dat het virus verder kan worden verspreid door medewerkers, met name de arbeidsmigranten onder hen, die op nertsenbedrijven werken?
Antwoord 3
De medewerkers op niet-besmette nertsenhouderijen moeten zich houden aan een streng hygiëneprotocol. Op het moment dat de persoonlijke beschermingsmaatregelen op de juiste wijze strikt worden toegepast, schatten de experts in dat de kans dat mensen door nertsen worden besmet niet groot is.
Daarnaast wordt er uitgebreid onderzoek gedaan naar de virussequenties die gevonden worden bij mensen en nertsen. Deze onderzoeken tonen aan dat de sequenties die op de besmette nertsenbedrijven worden gevonden niet worden teruggevonden bij mensen buiten de nertsenbedrijven (met uitzondering van één enkel geval, waarbij de sequentie is aangetoond bij iemand die direct contact heeft gehad met een medewerker van een besmet nertsenbedrijf). Ook blijkt er geen enkel risico voor omwonenden van besmette nertsenhouderijen uit de gegevens van de luchtmonsters die genomen zijn buiten de stal, de niet-identieke virussequenties van patiënten uit postcodegebieden rond besmette bedrijven, en het feit dat in de gebieden met de meeste besmette nertsenhouderijen de incidentie van COVID-19-besmette mensen relatief laag is.
Vraag 4
Hoe verloopt de screening op corona van nertsenbedrijven waar nog geen corona is vastgesteld? Wordt daar proactief onderzoek gedaan onder levende nertsen? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van die screening? Zo nee, waarom niet en deelt u de mening dat, gezien het feit dat er steeds nieuwe besmettingen opduiken, dit wel zou moeten gebeuren?
Antwoord 4
Op verschillende manieren wordt de gezondheidsstatus van nertsenbedrijven bezien:
Via een aangifteplicht: Nertsenhouders, onderzoeksinstellingen en dierenartsen zijn verplicht om symptomen die kunnen wijzen op een SARS-CoV-2-besmetting bij nertsen, zoals ademhalingsproblemen en een verhoogde mortaliteit, te melden bij het landelijk meldpunt dierziekten (telefoonnummer 0455463188).
Via een early warning: Alle nertsenbedrijven moeten wekelijks verplicht kadavers inzenden van natuurlijk gestorven dieren. Hiermee kunnen nieuwe besmettingen snel worden ontdekt.
Via een screening: Op alle nertsenbedrijven zijn uiterlijk op 5 juni jl. bloedmonsters genomen die zijn getest op aanwezigheid van SARS-CoV-2.
Al deze informatie is ook online beschikbaar en te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/openbaar-en-dagelijks-leven/dieren/nertsen
Vraag 5
Zijn of worden alle medewerkers van alle nertsenbedrijven op corona getest? Zo ja, wat is de stand van zaken van die testen? Zo nee, waarom niet en gaat u hier alsnog zorg voor dragen?
Antwoord 5
Niet alle medewerkers van alle nertsenbedrijven zijn in het verleden getest. Op verschillende bedrijven zijn echter wel één of meerdere medewerkers getest. Het al dan niet laten testen van de medewerkers is een verantwoordelijkheid van de medewerkers of de eigenaar van de nertsenfokkerij zelf.
Op advies van het OMT-Z (17 juli jl.) heeft het RIVM samen met de GGD de bijdrage van testen van medewerkers zonder klachten nader uitgewerkt. Het protocol van de GGD om medewerkers te laten testen is daarop aangepast. Het testen van tijdelijke medewerkers voor de start van de werkzaamheden op een nertsenbedrijf kan overwogen worden door de werkgever. De uitgebreide richtlijn staat op de website van het RIVM. (https://lci.rivm.nl/handreiking-covid-19-nertsenbedrijven).
Vraag 6
Is het waar dat, als in het najaar medewerkers van nertsenbedrijven zich gaan bezighouden met het zogeheten «oogsten» (doden en slachten) van nertsen, zij intensief contact hebben met die dieren waardoor de kans op nieuwe besmettingen van dier op mens toeneemt? Zo ja, deelt u de mening dat dit beter niet kan worden afgewacht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Hiervoor verwijs ik ook naar mijn antwoord op vraag 3. Zolang het hygiëneprotocol en het gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen door de medewerkers strikt wordt toegepast, schatten de experts de kans dat medewerkers door zieke nertsen worden besmet gering. Daarbij wordt de gezondheidssituatie van de nertsen op de bedrijven in de gaten gehouden om nieuwe besmettingen zo snel mogelijk te detecteren. Voor de pelsperiode zal er een protocol worden opgesteld, waardoor er geen of een zo laag als mogelijk risico op besmetting van medewerkers met SARS-CoV-2 is en ter voorkoming van verdere verspreiding van het virus bij mensen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat, gezien het toenemend aantal besmette bedrijven gevoegd bij het in de vorige vraag genoemde risico in het najaar, het niet langer wenselijk is om op nieuwe besmettingen te wachten alvorens verdergaande maatregelen te nemen, maar dat zo snel als mogelijk alle nertsenbedrijven preventief geruimd moeten worden? Zo ja, op welke termijn gaat u daarvoor zorgen? Zo nee, waarom niet en wanneer breekt voor u dan wel het moment aan dat preventief geruimd zal gaan worden?
Antwoord 7
Preventief ruimen is volgens het OMT-Z niet de meest effectieve wijze om reservoirvorming in de nertsenhouderij te stoppen, zoals het in het advies van 24 augustus jl. heeft aangegeven. Het OMT-Z adviseert daarom een aantal preventieve maatregelen om het risico op reservoirvorming in de nertsenhouderij en daarmee aanhoudende introductie naar de humane populatie te voorkomen. Ook wordt geadviseerd om de pelsdierhouderij na het pelzen niet meer verder te laten gaan. Dit advies hebben we uitgewerkt in een versnelde beëindiging van de pelsdierhouderij. Voor meer details hierover verwijs ik naar mijn brief van 28 augustus 2020.
De Limburger, 12 augustus 2020↩︎