[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording van het lid Weverling over DDoS-aanvallen op internetproviders

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2020D36664, datum: 2020-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-67).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z15600:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

67

Vragen van het lid Weverling (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over DDoS-aanvallen op internetproviders (ingezonden 4 september 2020).

Mededeling van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 22 september 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Netwerk Caiway opnieuw getroffen door DDoS-aanval»?1

Vraag 2

Kunt u aangeven, door middel van een overzicht, hoeveel DDoS-aanvallen op internetproviders of andere bedrijven in de vitale digitale infrastructuur er over de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden? Hoeveel DD0S-aanvallen hebben er op het brede midden- en klienbedrijg (mkb) plaatsgevonden over de afgelopen jaren?

Vraag 3

Welke impact hebben dergelijke DDoS-aanvallen op internetgebruikers en het bedrijfsleven? Is een inschatting te maken van de economische schade als gevolg van de verstoring van het internet die DDoS-aanvallen veroorzaken?

Vraag 4

Welke rol speelt het Digital Trust Center (DTC) in het voorkomen van DDOS-aanvallen en het beperken van de gevolgen van DDOS aanvallen voor het brede mkb? In hoeverre helpt het NCSC het brede mkb hierbij? Welke mogelijkheden bestaan er om het brede mkb hier bij te helpen?

Vraag 5

Hoe duidt u het feit dat, volgens cijfers van onder andere de nationale anti-DDoS-coalitie, de complexiteit en intensiteit van DDoS-aanvallen toeneemt? Welke consequenties voor de manier waarop er wordt samengewerkt om DDoS-aanvallen af te slaan dient deze observatie volgens u te hebben?

Vraag 6

Kunt u aangeven of de wijze waarop er op dit moment tussen providers kennis gedeeld wordt over het afslaan van DDoS-aanvallen naar behoren functioneert?

Vraag 7

Op welke wijze zijn overheidsinstellingen, zoals het NCSC, betrokken bij het tegengaan van DDoS-aanvallen? Welke instrumenten heeft het NCSC om DDoS-aanvallen te voorkomen en de gevolgen te verkleinen? Welke verbeterpunten signaleert u hierbij?

Vraag 8

Deelt u de mening dat samenwerkingsverbanden gericht op het tegengaan van DDoS-aanvallen een belangrijke rol hebben in het versterken van onze digitale weerbaarheid? Op welke wijze neemt u deel aan dergelijke samenwerkingsverbanden?

Vraag 9

Deelt u de mening dat het wenselijk is als, naast internetproviders met een landelijk netwerk, ook regionale providers, zoals Caiway of Delta, toetreden tot (publiek-private) samenwerkingsverbanden gericht op het afslaan van DDoS-aanvallen? Zo ja, bent u bereid deze providers hiertoe aan te sporen?

Vraag 10

Wordt er, bijvoorbeeld in het kader van de stresstest digitale ontwrichting, geoefend op scenario’s van (grootschalige) verstoring van het internetverkeer als gevolg van DDoS-aanvallen? Op welke wijze komen de lessen die uit deze oefeningen getrokken worden terecht bij de providers?

Vraag 11

Worden «normale» internetgebruikers op dit moment voldoende voorgelicht over de noodzaak beschermingsmaatregelen te nemen om daarmee te voorkomen dat hun apparaten misbruikt worden voor het uitvoeren van een DDoS-aanval?

Mededeling

Op 4 september 2020 heeft het lid Weverling (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vragen gesteld over DDoS-aanvallen op internetproviders (kenmerk 2020Z15600). De vragen kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord.

De reden is dat de voor de beantwoording benodigde afstemming meer tijd kost. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te versturen.


  1. AD, 1 september 2020↩︎