[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda informele Telecomraad van 14-15 oktober 2020

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Brief regering

Nummer: 2020D37608, datum: 2020-09-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-828).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-828 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Onderdeel van zaak 2020Z17390:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 828 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2020

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Telecomraad van 14 en 15 oktober 2020 in Baden-Baden.

Tijdens de informele Telecomraad zullen er een gedachtewisselingen plaatsvinden over AI en de data economie, en het Digital Services Act Package. De informele Telecomraad zal worden afgesloten met een werklunch over digitale soevereiniteit. Eveneens staat er een mogelijke ondertekening van een gezamenlijke verklaring over een Europese Cloud federatie geagendeerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer

Geannoteerde agenda

AI en Data Economie

Gedachtewisseling

Nederland vindt een beleidsdebat in de Raad over Artificiële Intelligentie (AI) van groot belang. Op 19 februari jl. heeft de Europese Commissie het witboek AI gepresenteerd, met een regelgevings- en investeringsaanpak die zowel de invoering van AI bevordert als de risico’s adresseert die aan deze opkomende technologie zijn verbonden.

Het kabinet heeft de Tweede Kamer eerder geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van het witboek AI1, waarin op basis van de drie kabinetsbrieven over AI (Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie, Waarborgen tegen risico’s van data-analyses door de overheid en AI, publieke waarden en mensenrechten) de Nederlandse positie is toegelicht.

Het Duitse voorzitterschap is voornemens om tijdens de informele Telecomraad – een beleidsdiscussie te voeren aan de hand van de twee bouwstenen uit het Witboek AI van de Europese Commissie: het «Ecosysteem van excellentie» en het «Ecosysteem van vertrouwen». Het «Ecosysteem van excellentie» is bedoeld ter ondersteuning van de ontwikkeling en acceptatie van AI in de EU. Onderdeel hiervan is een onderzoeks-, onderwijs- en investeringsagenda. Het «Ecosysteem van vertrouwen» doelt op een regelgevend raamwerk voor betrouwbare AI dat burgers beschermt en bijdraagt aan een sterke Europese data-economie.

Bij een «Ecosysteem van excellentie» gaat het om welke (rand) voorwaarden of regelgeving verbeterd dient te worden om de ontwikkeling en het gebruik van AI te bevorderen. Een essentiële randvoorwaarde voor AI is een innovatief databeleid. Het Nederlandse standpunt over databeleid is vastgelegd in de kabinetsvisie op datadelen2 en in het BNC-fiche over de Europese datastrategie3. Nederland zal zich ervoor inzetten dat datadelen gestimuleerd wordt, bij voorkeur vrijwillig, en dat gebruikers grip op gegevens hebben. Ook zal Nederland toelichten dat de Data Sharing Coalition actief werkt aan cross-sectoraal datadelen.

Als het gaat om een «Ecosysteem van vertrouwen» is de vraag hoe fundamentele rechten die offline gelden ook online worden toegepast, bij voorkeur door «fundamental rights by design», zodat innovatieve start ups en mkb-bedrijven geen extra regeldruk hoeven te ervaren. Daarbij is het voor Nederland van belang dat er eerst wordt gekeken naar de toepasbaarheid van bestaande instrumenten. Wanneer nieuwe instrumenten worden overwogen, is het een prioriteit om de consistentie met bestaande wettelijke kaders te waarborgen.

Digital Services Act Package

Gedachtewisseling

Naar verwachting komt de Europese Commissie aan het einde van het vierde kwartaal van dit jaar met een wetgevend pakket, genaamd de Digital Services Act Package, dit pakket bestaat uit (1) de herziening van de zogenaamde e-commercerichtlijn, de Digital Services Act en (2) ex ante regelgeving voor grote online platforms met een poortwachtersfunctie.

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft verzocht om aan te geven of het kabinet een reactie zal sturen met betrekking tot de Europese consultaties over regels voor grote onlineplatforms die als poortwachter fungeren en een nieuw aanvullend mededingingsinstrument en de Digital Services Act (DSA). Nederland heeft niet formeel gereageerd op de consultaties. De consultaties zijn primair gericht op praktijkervaringen van bedrijven en burgers. De vragenlijst leende zich niet goed voor beantwoording door een beleidsdepartement. Dit neemt niet weg dat ik de afgelopen periode en ook de komende periode mijn beleidsinzet onverminderd actief heb en zal blijven uitdragen in gesprekken met de Europese Commissie, andere lidstaten en belanghebbenden.

Digital Services Act

In aanloop naar de informele Telecomraad d.d. 5 juni jl. heb ik in de Geannoteerde Agenda (GA) een eerste schets van de Nederlandse positie op de Digital Services Act (DSA) uiteengezet. In het verslag van de informele Telecomraad heb ik ook het krachtenveld uiteengezet. In de GA heb ik aangegeven dat een belangrijk uitgangspunt is dat de DSA moet bijdragen aan een sterke interne markt voor digitale diensten, de borging van publieke belangen en fundamentele rechten, en het voorkomen van administratieve lasten. Hierbij geldt dat fundamentele rechten die offline gelden, ook online moeten gelden. De DSA moet het tegengaan en bestrijden van illegale of onrechtmatige content, diensten en activiteiten ondersteunen en publieke belangen dienen. De DSA moet niet leiden tot te hoge regeldruk waardoor het Europese mkb wordt geraakt en er toetredingsdrempels ontstaan waardoor de status quo wordt bevestigd. Voor een nadere toelichting op mijn inzet, verwijs ik verder naar de GA en het verslag van de informele Telecomraad d.d. 5 juni 20204.

Ex-ante instrumentarium

Ik ben verheugd dat de Europese Commissie als onderdeel van het DSA-pakket met een voorstel komt waarmee vooraf (ex-ante) kan worden ingegrepen bij grote platforms waar gebruikers nauwelijks omheen kunnen (poortwachtersplatforms). In mei 2019 en april 20205 heb ik uw Kamer mijn beleidsinzet over poortwachtersplatforms gestuurd. Hierin pleit ik voor een aanvullende bevoegdheid op Europees niveau waarbij een toezichthouder in kan grijpen op platforms met een poortwachtersfunctie. Het kan dan gaan om gedragsmaatregelen om de negatieve gevolgen van afhankelijkheid van deze platforms te verkleinen, of om toegangsmaatregelen om meer concurrentie tot stand te brengen. Mijn inzet komt terug in de beleidsopties die Commissie schetst in de consultatie die ze in de zomer over dit onderwerp heeft gehouden. Zoals ik eerder heb aangegeven in de Geannoteerde Agenda van de Raad van Concurrentievermogen van 18 september jl.,6 blijf ik me ervoor inzetten dat het uiteindelijke voorstel van de Commissie invulling geeft aan de Nederlandse beleidsinzet.

Zodra de Commissie wetgevende voorstellen heeft gepubliceerd over de DSA en het ex-ante instrument ontvangt uw Kamer conform de geldende afspraken een verder uitgewerkte Nederlandse inzet en positie via een BNC-fiche.

Digitale soevereiniteit

Gedachtewisseling

Er zal tijdens de lunch een gedachtewisseling plaatsvinden over digitale soevereiniteit. Tijdens deze discussie zal naar verwachting gesproken worden over welke digitale technologieën en capaciteiten nodig zijn om een Europese digitale soevereiniteit te behouden of verkrijgen.

Nederland ziet autonomie niet als een doel op zich, maar streeft naar een weerbare EU, die eigen waarden kan borgen en concurrerend blijft binnen een functionerend mondiaal handelssysteem. Hiervoor zijn een goed werkende interne markt voor digitale diensten en sterk en onafhankelijk mededingingsrecht essentieel. Om de digitale soevereiniteit en het concurrentievermogen van de EU te versterken moeten de kansen, geboden door de digitale transitie, benut worden. Dit vergt investeringen en het scheppen van de juiste kaders en prikkels voor innovatie en het verder ontwikkelen van digitale sleuteltechnologieën zoals AI, cybersecurity en de dataeconomie, terwijl tegelijkertijd fundamentele rechten, veiligheid, cyber security en de mensgerichte benadering stevig worden verankerd.

Joint Declaration on Cloud Federation

Mogelijke ondertekening gezamenlijke verklaring over een Europese cloud-federatie

Tijdens de informele Telecomraad is het Duitse voorzitterschap voornemens om een gezamenlijke verklaring over een Europese cloud-federatie ter ondertekening voor te leggen aan de lidstaten. Hiermee geeft de Raad uiting aan één van de acties uit de Europese datastrategie van de Europese Commissie van 19 februari jl. Het doel van deze «Joint Declaration on Cloud Federation» is om gezamenlijk te werken aan een Europese cloud-infrastructuur.

Versterking van de Europese cloud-infrastructuur is in lijn met het kabinetsstandpunt zoals vermeld in het BNC-fiche over de Europese datastrategie7. Investeringen in infrastructuur, afsprakenstelsels en standaarden ter bevordering van interoperabiliteit dragen bij aan een goed functionerende dataeconomie en kunnen publieke belangen (keuzevrijheid, privacy, transparantie en veiligheid) helpen waarborgen. Verder kan een betrouwbaar en duurzaam Europees stelsel van onderling verbonden cloud-infrastructuren bijdragen aan het Europese concurrentievermogen en de afhankelijkheid van niet-Europese spelers verkleinen waar nodig. De inzet van Nederland benadrukt het belang van een bottom-up benadering en betrokkenheid van de overheid, de markt (zowel kleine als grote bedrijven) en maatschappelijke organisaties in de ontwikkeling van cloud-initiatieven. In Nederland werkt de Online Trust Coalitie reeds in publiek-privaat verband aan het vergroten van transparantie en vertrouwen in de cloud-markt.

Nederland verkent momenteel een mogelijke deelname aan de verklaring. Over de inhoud van de verklaring wordt op het moment van schrijven nog onderhandeld.


  1. Kamerstuk 26 643, nr. 680.↩︎

  2. Kamerstuk 26 643, nr. 594.↩︎

  3. Kamerstuk 22 112, nr. 2858.↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-33, nrs. 812 en 816.↩︎

  5. Kamerstuk 27 879, nr. 71 en Kamerstuk 35 134, nr. 13.↩︎

  6. Kamerstuk 21 501-30, nr. 497.↩︎

  7. Kamerstuk 22 112, nr. 2858.↩︎