[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen inzake wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof; ’s-Gravenhage, 6 december 2019 (Kamerstuk 35584-(R2149)-1)

Wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof; ’s-Gravenhage, 6 december 2019

Lijst van vragen

Nummer: 2020D39287, datum: 2020-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D39287).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z17226:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D39287 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Kamerbrief met als onderwerp Wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Kamerstuk 35 584-(R2149), nr. 1).

De voorzitter van de commissie,
Pia Dijkstra

De adjunct-griffier van de commissie,
Reinders

Nr. Vraag
1 Kunt u motiveren waarom bij eerdere uitbreidingen van artikel 8 van het Statuut van Rome (Kamerstukken 33 865-(R2024) en 35 258-(R2130)) gekozen is de uitdrukkelijke goedkeuringsprocedure bij wet te volgen maar bij onderliggende wijziging hiervan wordt afgeweken? Kunt u bij beantwoording ingaan op de wet internationale misdrijven?
2 Is (net als bij de Uitvoeringswet wijziging artikel 8 van Statuut van Rome, Kamerstuk 35 259) advies gevraagd van de Politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Rechtspraak en de Nederlandse vereniging voor Rechtspraak inzake de onderliggende wijziging? Zo ja, kunt u de adviezen delen met de Kamer? zo nee, waarom niet?
3 Heeft u in het kader van de voorbereiding van de goedkeuring van de verdragswijziging contact gehad met de Raad van de Rechtspraak over eventuele werklasteffecten? Kunt u daarbij ook toelichten in hoeverre het Openbaar Ministerie in de praktijk artikel 8 van het Statuut van Rome anders zal toepassen?
4 Kunt u nader concretiseren op welke manier deze wijziging bijdraagt aan de bestrijding van straffeloosheid?
5 Kunt u een meer toegespitste inschatting maken van de mate waarin de steun voor het Internationaal Strafhof naar verwachting zal toe- of afnemen als gevolg van onderhavige wijziging?
6 Kunt u een overzicht geven van de landen die onderhavige wijziging reeds hebben geratificeerd?
7 Zijn er landen die partij zijn bij het Statuut van Rome, maar reeds kenbaar hebben gemaakt deze wijziging niet te zullen ratificeren? Zo ja, welke?
8 Valt het tegenhouden van humanitaire hulpgoederen ook onder de definitie van het amendement?
9 Zijn er door verdragsstaten bezwaren geuit tegen het strafbaar stellen van uithongering in niet-internationale gewapende conflicten, en zo ja, wat waren deze bezwaren en door welke verdragsstaten werden ze gemaakt?
10 Zijn er al eerder pogingen geweest tot het strafbaar stellen van uithongering in niet-internationale gewapende conflicten, bijvoorbeeld tijdens de onderhandelingen over het Statuut van Rome?
11 Hoeveel amendementsvoorstellen zijn er sinds de inwerkingtreding van het Statuut van Rome ingediend door verdragsstaten?
12 Welke amendementsvoorstellen zijn sinds de inwerkingtreding van het Statuut van Rome afgewezen door de Vergadering van Verdragspartijen?
13 Kunt u een overzicht verschaffen van hoe Nederland heeft gestemd bij aangenomen en afgewezen amendementsvoorstellen die sinds de inwerkingtreding van het Statuut van Rome zijn ingediend?
14 Op basis van welke criteria wordt besloten om voor of tegen een amendementsvoorstel te stemmen?
15 Welke andere oorlogsmisdrijven zijn momenteel wel strafbaar in de context van internationale gewapende conflicten, maar niet daarbuiten?
16 Zijn er andere oorlogsmisdrijven die alleen strafbaar zijn tijdens internationale gewapende conflicten, waarvan ter discussie staat of ze ook in niet-internationale gewapende conflicten strafbaar moeten zijn? Om welke misdrijven gaat dit?