Startbeslissing MIRT-verkenning A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Brief regering
Nummer: 2020D39427, datum: 2020-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-A-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 A-5 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2020Z18245:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-10-14 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-10-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-07 11:00: MIRT (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-12-09 14:30: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2020
Hierbij doe ik u de heden door mij getekende Startbeslissing voor de A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven toekomen1. Hiermee kan de MIRT-verkenning van start gaan.
Bestuurlijk overleg
In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (BO MIRT) van november 2019 hebben de provincies Gelderland, Noord-Brabant en het Rijk besloten tot het starten van MIRT-verkenning A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven.
Nut en noodzaak
In de Nationale Markt en Capaciteitsanalyse staat de A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven in de top 15 van knelpunten gerangschikt naar het economisch verlies dat de vertraging oplevert. Ook in de verschillende file-ranglijsten scoort het traject hoog; het traject Ewijk-Bankhoef stond op positie 12 in 20192.
In het in 2019 uitgevoerde MIRT onderzoek3 wordt onder andere geconcludeerd dat er structurele filevorming is op dit traject, wat een negatieve impact heeft op de concurrentiekracht van de regio. Ook ontstaat er druk op het onderliggend wegennet, omdat verkeer de files op de A50 ontwijkt. De beperkte wegcapaciteit leidt tot een verslechtering van de verkeersveiligheid op de A50 en het onderliggend wegennet.
Doelstelling en oplossingsrichting
De te kiezen oplossing moet de doorstroming en de verkeersveiligheid in het projectgebied verbeteren. De meest kansrijke oplossingsrichtingen met voldoende probleemoplossend vermogen zijn:
• Het deel tussen knooppunt Bankhoef en Ravenstein verbreden naar 3 rijstroken per rijrichting, geschatte kosten € 24 mln.;
• Op het gehele traject spitsstroken aanleggen, zodat er 3 rijstroken per rijrichting zijn, geschatte kosten € 55 mln.;
• Het gehele traject verbreden naar 3 rijstroken per rijrichting, geschatte kosten € 103 mln.
Het Rijk en de provincies Gelderland en Noord-Brabant hebben conform de MIRT-spelregels 75% van € 103 mln. gereserveerd.
Planning
Na het BO MIRT in het najaar van 2022 kan het voorkeursalternatief vastgesteld worden, waarna in 2023 de planuitwerking start om een ontwerpTracébesluit en Tracébesluit op te stellen. Verwacht wordt dat dit eind 2026 is afgerond, waarna de realisatiefase kan starten.
Strategische agenda met mobiliteitsaanpak
In het eerder genoemde BO MIRT van november 2019 hebben het Rijk en de beide provincies eveneens besloten tot het opstellen van een strategische agenda met een mobiliteitsaanpak voor de A50 corridor Nijmegen-Eindhoven. In het BO MIRT van dit najaar wordt deze agenda ter besluitvorming voorgelegd. Voor de agenda is € 26 mln. gereserveerd. De agenda en de MIRT-verkenning worden in samenhang uitgevoerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga