Verslag Eurogroep en Ecofinraad 5 en 6 oktober 2020
Raad voor Economische en Financiële Zaken
Brief regering
Nummer: 2020D40034, datum: 2020-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-1721).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-1721 Raad voor Economische en Financiële Zaken.
Onderdeel van zaak 2020Z18534:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-10-15 14:20: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-10-29 10:15: Eurogroep/Ecofinraad (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2020-10-29 13:45: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-12-02 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1721 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2020
Hierbij zend ik u het verslag van de videoconferenties van de Eurogroep en Ecofinraad van 5 en 6 oktober jl.
Daarnaast treft u bijgevoegd het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het Ministerie van Financiën1, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 5 en 6 oktober 2020
Eurogroep 5 oktober
Werkprogramma Eurogroep tot aan juni 2021
De Eurogroep heeft het werkprogramma voor de Eurogroep tot aan juni 2021 goedgekeurd.2 Op het werkprogramma staan de onderwerpen die waarschijnlijk besproken zullen worden per vergadering. Terugkerende onderwerpen zijn de terugkoppeling van post-programma-surveillancemissies (voor Ierland, Portugal, Cyprus, Spanje en Griekenland), discussies rond het Europees Semester en discussie over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie.
Nederland verwelkomt het werkprogramma en is tevreden met de expliciete referentie naar transparantie. Zoals aangegeven in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari jl.3 vindt het kabinet versterking van transparantie van Europese besluitvorming van belang en zet Nederland erop in om het onderwerp transparantie in het werkprogramma van de Eurogroep te krijgen, mede indachtig de motie van het Kamerlid Omtzigt ten aanzien van transparantie.4 Hiermee kan de werking van de in september 2019 door de Eurogroep aangekondigde transparantiemaatregelen worden bevorderd. Het kabinet is dan ook tevreden dat mede door de inzet van Nederland transparantie expliciet is opgenomen als item in het werkprogramma van de Eurogroep, onder de noemer «Review of the Eurogroup transparency initiative». Tijdens de vergadering van de Eurogroep heeft Nederland nogmaals het belang van transparantie benadrukt en aangegeven de discussie over transparantie te verwelkomen.
Daarnaast heeft Nederland aangegeven tevreden te zijn over de agendering van «the Euro as a digital currency». Nederland vindt dit een belangrijk onderwerp om over van gedachten te wisselen omdat een digitale euro in de toekomst een belangrijke rol kan gaan spelen in het toegankelijk houden van publiek geld, innovatie in de financiële sector kan stimuleren en tegenwicht kan bieden aan buitenlandse en/of private initiatieven voor digitale valuta.
Ook heeft Nederland tijdens dit agendapunt het belang van het afronden van de afspraken over aanpassingen in het ESM-verdrag benadrukt.
Strategische discussie – prioriteiten ten aanzien van hervormingen en investeringen in de eurozone
In de Eurogroep heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over de prioriteiten ten aanzien van hervormingen en investeringen in de eurozone met het oog op herstel. Veel lidstaten gaven aan een meerwaarde te zien in de coördinatie van nationale maatregelen ten behoeve van herstel via de Eurogroep. Daarnaast wezen veel lidstaten op de noodzaak om ook in 2021 met verruimend begrotingsbeleid een bijdrage te leveren aan het economisch herstel. Ook onderschreven veel lidstaten het feit dat in de aankomende hervormings- en investeringsplannen in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF) prioriteit zal worden gegeven aan de groene en digitale transitie. Lidstaten onderkenden de noodzaak van het vergroten van hun groeivermogen.
Volgens het kabinet zijn voornamelijk structurele hervormingen in lidstaten noodzakelijk, om het economische groeivermogen en de veerkracht van lidstaten te versterken en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen. Het doorvoeren van hervormingen was voor het kabinet een belangrijke voorwaarde om in te kunnen stemmen met het oprichten van de RRF. Hiernaast zijn investeringen om de digitale en groene transitie te bewerkstelligen van belang. Dit geldt voor alle lidstaten in de Unie. De RRF moet eraan bijdragen dat lidstaten in de toekomst op eigen benen kunnen staan.
Benoeming nieuw directielid ECB
De Eurogroep steunde de kandidatuur van Frank Elderson voor de opvolging van Yves Mersch in de directie van de Europese Centrale Bank (ECB). Naar inzicht van het kabinet is de heer Elderson zeer geschikt voor de vrijgekomen functie binnen de directie van de ECB en beschikt hij over de juiste kennis en ervaring. Zo zit hij sinds 2011 in de directie van DNB, waarin hij verantwoordelijk is (geweest) voor verschillende onderdelen van de centrale bank waaronder toezicht en juridische zaken. Tevens is hij sinds 2018 voorzitter van het Network of Central Banks and Supervisors for Greening the Financial System (NGFS) en sinds 2016 voorzitter van het Platform voor Duurzame Financiering.
De dag na de Eurogroep heeft de Ecofinraad de kandidatuur van Frank Elderson ook gesteund. Voorts is via een schriftelijke procedure een aanbeveling aangenomen waarin de Raad hem als kandidaat voordraagt aan de Europese Raad, die daarover het Europees parlement en de ECB zal consulteren.
Griekenland: Zevende enhanced surveillance-rapport
De Eurogroep heeft een terugkoppeling gekregen van de zevende missie in het kader van enhanced surveillance (verscherpt toezicht) naar Griekenland. De missie, waaraan naast de Europese Commissie ook de ECB, het ESM5 en het IMF6 deelnamen, heeft op afstand plaatsgevonden op 13 en 14 juni jl. Het rapport van de Europese Commissie is op 23 september jl. gepubliceerd en geschreven op basis van regulier contact met de Griekse autoriteiten en de missie. Tijdens deze Eurogroep lag geen besluitvorming voor over de mogelijke implementatie van schuldmaatregelen, dit zal met het volgende rapport in november besproken worden.
In het rapport geeft de Europese Commissie aan dat Griekenland in staat is geweest om de uitbraak van COVID-19 te beheersen en veel maatregelen heeft genomen om huishoudens en bedrijven te ondersteunen. Door de Griekse autoriteiten zijn in de afgelopen maanden belastingen tijdelijk verlaagd, wat in totaal 3,1 mld. euro heeft gekost (1,9% bbp). Daarnaast hebben de maatregelen voor de bescherming van banen en inkomen 4,1 mld. euro (2,4% bbp) gekost en initiatieven om de liquiditeitsproblemen van bedrijven aan te pakken hebben een omvang van in totaal 5,9 mld. euro (3,5% bbp). Deze crisismaatregelen zijn tijdelijk van aard en hebben volgens de Europese Commissie bijgedragen aan het mitigeren van de sociaaleconomische impact van de COVID-19 uitbraak.
Mede hierdoor zijn de overheidsfinanciën verslechterd. In 2020 wordt een primair begrotingstekort verwacht van 5,8% bbp. Aangezien hier nog niet alle huidige ontwikkelingen in zijn meegenomen, zoals onder andere een uitspraak van het Griekse Hooggerechtshof over onterecht gekorte pensioenen in 2015 en 2016, zal een volledige actualisatie t.a.v. het primair surplus plaatsvinden tijdens de beoordeling van de Griekse ontwerpbegroting voor 2021.
Ondanks de negatieve impact van COVID-19 concludeert de Europese Commissie dat Griekenland significante vooruitgang heeft gemaakt met een aantal hervormingen, waaronder de afronding van het voorstel om de insolvabiliteitwetgeving aan te passen. Hiernaast hebben de Griekse autoriteiten onder andere voortgang gemaakt ten aanzien van hervormingen op het gebied van investeringslicenties, energiebeleid en publiek bestuur.
Daarbij stelt de Commissie wel dat veel beleidsterreinen nadeel ondervonden van de COVID-19-crisis, waardoor prioriteiten opnieuw moesten worden vastgesteld en hervormingen moeilijker te implementeren waren. Hervormingen op het gebied van privatiseringen, betalingsachterstanden van de overheid (aan bijvoorbeeld huishoudens, bedrijven en lokale overheden), de administratie van publieke opbrengsten en het kadaster zijn hier voorbeelden van. Zo was de omvang van betalingsachterstanden van de Griekse overheid in juni 2020 667 miljoen euro hoger dan de gestelde doeleinden zoals vastgesteld in 2019 en hebben privatiseringen vertraging opgelopen. Dit behoeft blijvende aandacht van Griekenland. Ook zijn veel aanvullende hervormingen die Griekenland zelf heeft ondernomen in mei jl., die onder andere zien op beleidsterreinen zoals publieke investeringen, het functioneren van de overheid en het juridisch systeem en het onderwijs toezien, vooruitgeschoven.
Het rapport geeft aan dat Griekenland ondanks de huidige uitzonderlijke omstandigheden, toch op enkele terreinen relevante voortgang heeft geboekt. De Europese Commissie stelt verder dat vertraging van hervormingen op enkele beleidsterreinen onvermijdelijk was. Nederland erkent de uitdagingen voor Griekenland veroorzaakt door COVID-19, maar onderstreept dat het doorvoeren van hervormingen essentieel blijft voor de potentiële economische groei en weerbaarheid van Griekenland. De Griekse autoriteiten dienen aandacht te blijven behouden voor de voortdurende implementatie van hervormingen.
Wisselkoersontwikkelingen
De Europese Commissie heeft in de Eurogroep een presentatie gegeven over de recente ontwikkelingen van de wisselkoers van de euro. De handelsgewogen wisselkoers van de euro steeg met ongeveer 7,5% tussen februari en augustus. De euro apprecieerde in het afgelopen halfjaar ten opzichte van verschillende valuta waaronder de Amerikaanse dollar, Japanse yen, de Britse pond en valuta’s van opkomende markten. De appreciatie van de euro tussen medio-februari en maart werd grotendeels gedreven door een sterke depreciatie van de valuta’s van opkomende markten. Tussen juni en augustus steeg de wisselkoers van de euro voornamelijk door het toegenomen marktvertrouwen in het herstel van de eurozone en door een brede verzwakking van de Amerikaanse dollar. Deze bespreking in de Eurogroep diende ter voorbereiding van internationale bijeenkomsten zoals de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds, waar tevens over de wisselkoersontwikkeling van de euro en andere valuta kan worden gesproken.
Overig
De nieuwe Minister van Financiën van België, Vincent van Peteghem, heeft de beleidsprioriteiten van de nieuwe regering in België gepresenteerd. Dit gebeurt standaard in de Eurogroep bij het aantreden van nieuwe regeringen.
Ecofinraad 6 oktober
Recovery and Resilience Facility (RRF)
De Ecofinraad heeft het laatste compromisvoorstel van de voorzitter van de Raad voor de RRF-verordening besproken, met het streven om overeenstemming te bereiken over een Raadspositie. Het voorstel was ongewijzigd ten opzichte van de laatst bekende versie bij verzending van de geannoteerde agenda aan uw Kamer. Een uitzondering hierop was de toevoeging van een verplichting om per lidstaat tenminste 20% van de RRF-middelen te besteden aan digitalisering. Hiermee wordt invulling gegeven aan de conclusies van de Europese Raad van 2 oktober jl.7. Tijdens de Ecofinraad bleek dat een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten, waaronder Nederland, het voorstel kon steunen.8 De Raadspositie vormt het mandaat voor het voorzitterschap voor de gesprekken met het Europees parlement (dat medebeslissingsrecht heeft) en vormt dus nog niet de finale uitkomst. Op vrijdag 9 oktober is de Raadspositie formeel vastgesteld in Coreper.
Het doel van de RRF is het bevorderen van de economische, sociale en territoriale cohesie in de Europese Unie door het verbeteren van de weerbaarheid en het aanpassingsvermogen van lidstaten, het aanpakken van de sociale en economische impact van de crisis, en het steunen van de groene en digitale transities. Om dit te bereiken ontvangen lidstaten financiële steun bij het bereiken van mijlpalen voor hervormingen en publieke investeringen. De RRF vormt het grootste onderdeel van het EU-herstelinstrument in reactie op de COVID-19-crisis (Next Generation EU).
De Raadspositie is gebaseerd op de afspraken die zijn gemaakt tijdens de buitengewone Europese Raad van 17 tot 21 juli jl. Uw Kamer is geïnformeerd over deze afspraken in een brief van 24 juli jl.9. Daarin is uitgebreid stilgestaan bij de werking en de governance van de RRF en de verdeling van middelen. De belangrijkste door de Europese Raad bepaalde wijzigingen ten opzichte van het Commissievoorstel waren een aangepaste omvang, een aangepaste verdeelsleutel voor het deel van de middelen dat in 2023 wordt toegekend, een verplichting voor de Commissie om alle middelen voor eind 2023 (in plaats van eind 2024) toe te wijzen aan lidstaten (waarvan 70% in 2021–2022), toevoeging van het recht op 10% voorfinanciering in 2021, goedkeuring van herstelplannen door middel van een uitvoeringsbesluit van de Raad (in plaats van een uitvoeringshandeling van de Commissie) en toevoeging van raadpleging van het Economisch en Financieel Comité (EFC) alsmede een noodremprocedure bij de beoordeling van de uitvoering van plannen. Deze afspraken in de Europese Raad waren in lijn met de Nederlandse inzet ten aanzien van de RRF. Het kabinet hecht belang aan koppeling van publieke investeringen aan structurele hervormingen om de weerbaarheid en het groeipotentieel van de economie verder te vergroten, hervormings- en investeringsplannen dienen strikt, transparant en objectief te worden beoordeeld en uitbetaling dient alleen te volgen bij aantoonbare implementatie van de hervormingen, waarbij de lidstaten een doorslaggevend oordeel kunnen geven over de toekenning van de herstelsteun.
Nederland heeft in de Ecofinraad aangegeven in te kunnen stemmen met het voorstel, dat een goed compromis vormt tussen de verschillende posities. In het bijzonder heeft Nederland ervoor gepleit de koppeling van plannen aan de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester niet af te zwakken. Ondanks verzoeken van enkele lidstaten om de tekst in ongewenste richting te wijzigen, heeft het Duitse voorzitterschap de voorliggende tekst ongewijzigd gelaten, conform Nederlandse wens.
Het Europees parlement zal begin november zijn standpunt bepalen. Daarna zullen de gesprekken tussen vertegenwoordigers van de Raad en het Europees parlement van start gaan, met oog op een tijdige afronding. Het streven is om de verordening op 1 januari 2021 in werking te laten treden.
Digital Finance-pakket
De Europese Commissie heeft in de Ecofinraad het Digital Finance-pakket gepresenteerd. Het Digital Finance-pakket komt voort uit een serie consultaties die eerder dit en vorig jaar zijn uitgezet door de Europese Commissie. In het pakket, gepubliceerd op 24 september jl., kondigt de Europese Commissie een serie van maatregelen en ambities aan die bedoeld zijn om de financiële sector (digitaal) weerbaarder, meer grensoverschrijdend en innovatiever te maken. In het Digital Finance pakket wordt o.a. een verordening voor crypto’s aangekondigd. Dit kader breidt de bestaande regelgeving t.a.v. crypto’s, die alleen gericht is op het bestrijden van witwassen en het financieren van terrorisme, uit. Hierbij ligt de nadruk op het beschermen van consumenten door onder meer voorzorgsmaatregelen van cryptodienstverleners te eisen om fraude tegen te gaan, operationele en (in sommige gevallen) prudentiële eisen voor marktpartijen, en het regelen van toezicht op deze aspecten.
Daarnaast is de Europese Commissie ook ingegaan op de strategie voor het Europese retail betalingsverkeer. De Europese Commissie stelt hierin onder andere voor om instant payments te promoten, standaardisatie van QR-codes, een review van PSD2 en nader onderzoek te doen naar de toegang tot bepaalde technologie aangaande betalingsdiensten (zoals Near Field Communication-technologie).
Na de presentatie volgde een eerste gedachtewisseling over het pakket. Veel lidstaten verwelkomden het pakket en gaven aan een voortrekkersrol voor de EU te zien op het gebied van Digital Finance. Daarnaast benadrukten veel lidstaten het belang van consumentenbescherming, ruimte voor innovatie en een gezamenlijk raamwerk. Nederland heeft daarnaast ook nog aangegeven dat het gebruik van digitale identiteiten van belang is voor digitalisering van de financiële sector, maar dat dit helaas moeilijk van de grond komt. Verder heeft Nederland aangegeven dat open finance belangrijk is voor een innovatieve sector, maar dat we daarbij moeten leren van PSD2 en gegevens- en consumentenbescherming hierbij speciale aandacht behoeven. Nederland is blij met de focus op harmonisatie van regelgeving, omdat dit het gelijke speelveld binnen de financiële sector bevordert. Dit heeft betrekking op het betalingsverkeer, maar ook op de markt voor cryptoactiva. Daarbij heeft Nederland benadrukt dat de ontwikkelingen in de sector goed moeten worden gemonitord, zodat het beleid en wetgevend kader tijdig kunnen worden bijgestuurd indien nodig. Als laatste heeft Nederland aangegeven blij te zijn met de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling van een digitale euro. Wat Nederland betreft kan de digitale euro in de toekomst mogelijk tegenwicht gaan bieden aan buitenlandse en/of private initiatieven voor digitale valuta, en daarmee de strategische autonomie van de eurozone versterken. Daarnaast kan de digitale euro een belangrijke rol spelen in het toegankelijk houden van publiek geld en kan het een positieve stimulans zijn voor de innovatie in de financiële sector.
Overige zaken – Stand van zaken financiëledienstendossiers
Het voorzitterschap heeft de Ecofinraad van informatie voorzien over de stand van zaken van wetgevingsvoorstellen voor financiële diensten.10
European Semester – geleerde lessen
In de Ecofinraad is gesproken over de rol van het Europees Semester in 2020 en hoe het Europees Semester kan worden aangepast in 2021 in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF). Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun economisch en budgettair beleid coördineren en combineert het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden, overheidsfinanciën en het bevorderen van economische groei in Europa.
De Europese Commissie gaf aan dat het Europees Semester in 2020 is aangepast als gevolg van de COVID-19-uitbraak. Zo geven de landspecifieke aanbevelingen de acute uitdagingen veroorzaakt door COVID-19 weer, en in mindere mate de structurele uitdagingen van lidstaten. In 2021 zal het Europees Semester tijdelijk worden aangepast om complementair aan de implementatie van de RRF te worden. Zo gaf de Europese Commissie aan dat de landenrapporten volgend jaar vervangen zullen worden door de analyse die de Europese Commissie zal uitvoeren bij de beoordeling van de nationale herstelplannen in het kader van de RRF, althans voor de lidstaten die in 2021 een plan indienen. Ook zullen de landspecifieke aanbevelingen voor deze lidstaten achterwege kunnen blijven in 2021. Wel zal de Europese Commissie aanbevelingen blijven doen op gebied van de begrotingssituatie. Dit werd eerder al aangekondigd door de Europese Commissie in haar Jaarlijkse strategie voor duurzame groei voor 2021 van 17 september jl.11 Daarnaast worden lidstaten aangemoedigd het nationale hervormingsprogramma en hun plannen voor de RRF in één document in te dienen.
Benoeming nieuw directielid ECB
De Ecofinraad heeft besloten Frank Elderson voor te dragen als directielid van de Europese Centrale Bank (ECB), nadat de Eurogroep de kandidatuur van de heer Elderson de vorige dag steunde. De formele aanbeveling van de Raad aan de Europese Raad zal via een schriftelijke procedure worden aangenomen. Na consultatie van het Europees parlement en de ECB besluit de Europese Raad over de voorgestelde benoeming, met gekwalificeerde meerderheid waarbij enkel Eurolanden stemmen.
G20 EU Terms of Reference en EU IMFC-verklaring
Het voorzitterschap van de Raad heeft de ministers van Financiën geïnformeerd over de voorbereidingen voor de G20-vergadering voor ministers van Financiën en Centrale Bank presidenten (FMCBG) en de jaarlijkse vergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De EU-inzet voor deze vergaderingen wordt uitgedrukt in de EU Terms of Reference (ToR) voor de G20 en in de IMFC-verklaring voor het IMF. De ToR en de IMFC-verklaring zijn aangenomen via een schriftelijke procedure.
Op 14-15 oktober vindt de virtuele G20-vergadering voor ministers van Financiën en Centrale Bank presidenten (FMCBG) plaats. De bijeenkomst van 14-15 oktober is de laatste FMCBG bijeenkomst tot de G20-top eind november. In de ToR wordt toegelicht dat de Europese Unie bijdraagt aan het economisch herstel middels het recent overeengekomen Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het EU-herstelinstrument. De beleidsmaatregelen uit het G20-Actieplan in reactie op COVID-19 dienen daarnaast te worden opgevolgd. De EU verwelkomt vervolgens de infrastructuurprioriteiten van het G20-voorzitterschap en ziet uit naar de implementatie van de G20-principes voor kwalitatieve infrastructuur. Voorts hecht de EU grote waarde aan het vinden van internationale oplossingen voor belastingen in de digitale economie en kwesties op het gebied van grondslagerosie en winstverschuiving. De EU vraagt G20-leden internationale standaarden voor de financiële sector te handhaven en eerdere hervormingen niet terug te draaien.
Vanwege de COVID-19 crisis wordt de (ingekorte) jaarvergadering van het IMF op donderdag 15 oktober virtueel gehouden. De EU IMFC-verklaring schetst een beeld van een onzeker economisch landschap als gevolg van de COVID-19-pandemie en verwelkomt de steunpakketten die zijn ingezet om de crisis te bestrijden. Binnen EU-verband zijn een aantal stappen genomen, waaronder het Next Generation EU-herstelinstrument. Ook de inzet van het IMF wordt beschreven: meer dan honderd landen hebben het Fonds benaderd voor liquiditeitsvoorziening en technische assistentie. Het IMF heeft door middel van zowel haar bestaande leeninstrumentarium als een aantal uitzonderlijke initiatieven steun verleend aan haar leden. In totaal heeft het IMF ongeveer USD 270 mld. van haar beschikbare USD 1.000 mld. uitgeleend op dit moment.
Alhoewel een aantal landen inmiddels uit de crisis lijken te komen benadrukt de EU IMFC-verklaring dat autoriteiten waakzaam moeten blijven. Een vroegtijdige afbouw van de steun die nu door overheden en internationale financiële instellingen wordt verleend kan het economisch herstel afremmen. Wanneer landen overgaan naar de herstelfase is het van belang dat dit op een «groene» en maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt. De EU blijft de rol van het IMF in de huidige COVID-19-crisis steunen en benadrukt het belang dat het Fonds over voldoende middelen beschikt om haar taken uit te kunnen voeren. De EU pleit voor verbetering van schuldentransparantie en een verbetering van de multilaterale en bilaterale surveillance. Zo kijkt de EU uit naar de conclusies van de Comprehensive Surveillance Review en de Financial Sector Assessment Program Review die door de staf van het IMF worden uitgevoerd. Daarnaast wordt nadruk gelegd op de steun aan ontwikkelingslanden. Deze landen zijn het hardst geraakt door de huidige crisis en hebben beperkte middelen om de schok op te vangen. Met de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) en de Catastrophe Containment and Relief Trust (CCRT) heeft het IMF twee financieringsinstrumenten waarmee het in deze landen een stabiliserende rol kan spelen. De EU steunt de verlenging van het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) dat in G20-Club van Parijs verband is afgesloten. Het is daarbij wel van belang dat alle lenende instellingen van G20-landen meedoen.
Kapitaalmarktunie: Actieplan van de Europese Commissie
De Europese Commissie heeft het nieuwe Actieplan voor verdere verdieping van de kapitaalmarktunie in de Ecofinraad gepresenteerd. De Europese Commissie kondigt zestien concrete acties aan die langs drie overkoepelende doelstellingen zijn onderverdeeld, nl. (1) betere toegang tot financiering voor Europese bedrijven (ter ondersteuning van economisch herstel), (2) stimuleren van lange-termijn sparen en beleggen, en (3) integratie van nationale kapitaalmarkten in een interne markt. Deze doelstellingen komen sterk overeen met de Nederlandse prioriteiten voor de kapitaalmarktunie, te weten het stimuleren van grensoverschrijdende financiering, betere toegang tot kapitaalmarkten voor (met name MKB-) bedrijven en het stimuleren van lange-termijn sparen en investeren; met daarbij voldoende aandacht voor adequate consumentenbescherming, duurzaamheid en de kansen en risico’s van Fintech. De zestien acties zullen de komende jaren verder worden uitgewerkt. De Europese Commissie benadrukt dat niet één specifieke maatregel de ultieme oplossing vormt en dat voortdurende politieke betrokkenheid essentieel is om de komende jaren vooruitgang te boeken.
Veel lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan voorstander te zijn van verdere verdieping van de kapitaalmarktunie en verwelkomden het actieplan van de Europese Commissie. Het voorzitterschap benadrukte dat zij verdere verdieping van de kapitaalmarktunie als een van de prioriteiten van haar voorzitterschap heeft bestempeld. Nederland heeft, naast het benoemen van bovengenoemde Nederlandse prioriteiten, aangegeven de notie te steunen dat niet elke actie per se een wetgevend voorstel vereist, maar dat andere middelen kunnen worden ingezet. Ook heeft Nederland het belang van versterking van de kapitaalmarktunie in het licht van het economisch herstel na de COVID-19-pandemie onderstreept. Goed geïntegreerde kapitaalmarkten dragen bij aan de schokabsorptiecapaciteit van de Europese economieën, waarbij bedrijven meer financieringsopties geboden worden en consumenten meer mogelijkheden krijgen voor het behalen van financiële doelen.
Overige zaken – Stand van zaken implementatie financiëledienstendossiers
De Europese Commissie heeft de Ecofinraad van informatie voorzien over de stand van zaken van de implementatie van afgeronde Europese trajecten inzake financiële diensten.
Overige zaken – Europese kandidaat IMFC voorzitter
Het voorzitterschap heeft de Ecofinraad geïnformeerd over de uitkomst van het proces van de voordracht van een EU-kandidaat als nieuwe voorzitter van het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De termijn van de huidige voorzitter van het IMFC, Lesetja Kganyago namens Zuid-Afrika, loopt eind dit jaar af. De ministers van Financiën van de lidstaten steunen de Zweedse Minister van Financiën Magdalena Andersson als de EU-kandidaat.
Overige zaken – FinCEN files
Nederland heeft tijdens de Ecofinraad zorgen uitgesproken ten aanzien van de recente berichtgeving over verschillende verdachte transacties bij banken. Daarbij heeft Nederland aangegeven dat dit de noodzaak van de introductie van een Europees anti-witwassen-toezichthouder onderstreept.
Overige zaken
Akkoord Europees kader voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen
Eind 2016 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor de invoering van een Europees kader voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen (COM/2016/856). Eind 2019 is hierover een Raadspositie bereikt. In de eerste helft van 2020 zijn er gesprekken met het Europees parlement gevoerd (dat medebeslissingsrecht heeft). Kort voor het zomerreces is een akkoord bereikt tussen het Europees parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie. Dit akkoord is 16 september jl. door het Coreper goedgekeurd. Oorspronkelijk zou dit akkoord worden bekrachtigd tijdens de Ecofinraad van dinsdag 6 oktober. Vanwege de situatie met het COVID-19-virus is deze Ecofinraad een digitale en daarmee informele Raad geworden. Hierdoor kon het akkoord niet bekrachtigd worden. Naar verwachting zal het akkoord worden aangenomen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 12 oktober aanstaande.
Het akkoord dat is bereikt, is conform de Nederlandse inzet zoals uiteengezet in het BNC-fiche uit 2017, welke met het parlement is gedeeld.12Belangrijke punten waar Nederland zich tijdens de onderhandelingen voor ingezet heeft, zoals bescherming van de belastingbetaler, extra buffers bij CCP’s die als eerste moeten worden aangesproken in resolutie en een evenwichtige samenstelling van de resolutiecolleges zodat alle relevante belangen worden meegenomen bij herstel en afwikkeling van een centrale tegenpartij, zijn in dit akkoord tot uiting gekomen. Het bekrachtigen van dit akkoord draagt bij aan een sterker regelgevend kader voor centrale tegenpartijen en daarmee aan de financiële stabiliteit.
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎
https://www.consilium.europa.eu/media/45983/work-programme-for-publishing.pdf.↩︎
Kamerstuk 21 501-07, nr. 1655↩︎
Kamerstuk 21 501-20, nr. 1505 – de motie van het lid Omtzigt over het opnemen van voorstellen voor meer transparantie in het werkprogramma van de Commissie en de Eurogroep.↩︎
In het kader van het Early Warning System van het ESM.↩︎
In het kader van de reguliere post-programma monitoringscyclus van het IMF.↩︎
https://www.consilium.europa.eu/media/45910/021020-euco-final-conclusions.pdf.↩︎
ST 11538/20 (Delegates Portal).↩︎
Kamerstuk 21 501-20, nr. 1575↩︎
ST 11041/1/20 (Delegates Portal).↩︎
https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-10887–2020-INIT/nl/pdf.↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 2281↩︎