[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overzicht toezeggingen algemeen overleg klimaatakkoord gebouwde omgeving

Integrale visie op de woningmarkt

Brief regering

Nummer: 2020D41597, datum: 2020-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32847-686).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32847 -686 Integrale visie op de woningmarkt.

Onderdeel van zaak 2020Z19287:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 686 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2020

Tijdens het Algemeen Overleg van 12 oktober jl. van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken over het Klimaatakkoord gebouwde omgeving heeft de voorzitter mij gevraagd een overzicht te geven van de in het overleg gedane toezeggingen. Met deze brief geef ik invulling aan dat verzoek.

Ik zal dit doen aan de hand van de volgende indeling:

• Programma aardgasvrije wijken

• Wijkgerichte aanpak

• Betaalbaarheid

• Isolatie

• Gebouwgebonden financiering

• Energielabel

• Overige

Programma aardgasvrije wijken

• Ik heb, gehoord de steun van de meerderheid van de Kamer, aangegeven over te gaan tot bekendmaking van de selectie tweede ronde proeftuinen. Op 22 oktober worden alle aanvragende gemeenten gebeld, op maandag 26 oktober wordt de volledige lijst gepubliceerd. Ik stuur deze selectie per brief aan uw Kamer.

• Naar aanleiding van vragen van mevrouw Beckerman (SP) zal ik begin volgend jaar de ervaringen van bewoners in de proeftuinen met uw Kamer delen via de voortgangsrapportage. Draagvlak en burgerbetrokkenheid zijn van groot belang, uit de aanvragen van de tweede ronde blijkt dat gemeenten zich hier terdege van bewust zijn. Ik zal hier ook in de uitvoering van de tweede tranche van de proeftuinen aardgasvrije wijken blijvend aandacht aan geven.

• Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Dik-Faber (CU) heb ik aangegeven bij het vervolg van het programma te bezien hoe andere stakeholders dan gemeenten beter betrokken kunnen worden. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen van de heer Van Poelgeest (voorzitter van het Uitvoeringsoverleg gebouwde omgeving) in zijn Reflectie over 1 jaar Klimaatakkoord gebouwde omgeving.

• Naar aanleiding van de inbreng van de heer Koerhuis (VVD) heb ik aangegeven na te willen denken over de boodschap en naamgeving van het programma aardgasvrije wijken. Het programma gaat over verduurzaming van wijken en is dus breder dan alleen aardgasvrij. Ook CO2-besparing door isolatie en de verbinding met andere sociale en fysieke opgaven in de wijk maken onderdeel uit van het programma. Dat zal ik beter over het voetlicht gaan brengen. Ik zal daarbij ook onderstrepen dat de proeftuinen gaan over het leren over de aanpak van woningen en wijken, en niet over het experimenteren met bewoners.

Wijkgerichte aanpak

• Ik heb aangegeven dat ik in het eerste kwartaal van 2021 een eerste beeld zal geven over de voortgang van de transitievisies warmte.

• Ik ga een brief sturen aan gemeenten waarin ik de oproep zal doen voor meer aandacht voor isolatie en hybride warmteoplossingen in de wijkgerichte aanpak, zodat gemeenten daar bij de transitievisie warmte rekening mee kunnen houden. Dit ook in reactie op vragen van de heer Terpstra (CDA) en heer Koerhuis (VVD).

Betaalbaarheid

• Rond de Kerst kom ik met een onderzoek naar de eindgebruikerskosten. Het doel is gemeenten inzichten te geven over de eindgebruikerskosten bij de opstelling van de transitievisie warmte. Dit onderzoek geeft een integraal beeld van meest voorkomende woningtypen en geeft inzicht waar verduurzaming nu al loont en welke strategieën welke eindgebruikerskosten tot gevolg hebben. Ik zal dit ook in de brief aan gemeenten aangeven.

• In zal uw Kamer naar aanleiding van een vraag van de heer Van der Lee (GL) ook rond de Kerst informeren over de invloed van verduurzamingsmaatregelen op de woningwaarde.

• Ik heb, mede gelet op de vragen en opmerkingen van mevrouw Dik-Faber (CU), aangegeven uw Kamer begin 2021 te informeren over het breder inzetten van het Nationaal Warmtefonds voor verduurzaming en toelichten hoe de brede toegankelijkheid van het Nationaal Warmtefonds wordt geborgd.

• Ik heb naar aanleiding van vragen van mevrouw Beckerman (SP) over de afbouw van de salderingsregeling aangegeven uw Kamer eind 2020 te informeren over de huurregelgeving nodig ter uitvoering van het Klimaatakkoord.

• Ik heb toegezegd uw Kamer een overzicht te geven van de verschillende regelingen die beschikbaar zijn voor verduurzaming van woningen. In de bijlage van deze brief treft u een overzicht aan1.

Isolatie

• Ik zal uw Kamer begin 2021 informeren over de standaard- en streefwaarden voor woningisolatie. Daarbij zal ik naar aanleiding van vragen van mevrouw Van Eijs (D66) en mevrouw Dik-Faber (CU) ook ingaan op de afweging tussen ambitieniveau en betaalbaarheid.

• Ik zal uw Kamer voor de begrotingsbehandeling over het Wonen deel van de begroting (begin november) informeren over de motie van de leden Segers en Klaver2 die oproept om te komen met een Nationaal Isolatieplan.

• Bij de uitwerking van het plan zal ik ook bezien of onderdelen uit het plan van het Verenigd Koninkrijk interessant kunnen zijn voor Nederland.

Gebouwgebonden financiering/Nationaal Warmtefonds

• In reactie op de vraag van de heer Van der Lee (GL) heb ik aangegeven dat bij de evaluatie van het Nationaal Warmtefonds in 2022 de balans zal worden opgemaakt of de middelen voor het Warmtefonds toereikend zijn. Daarbij zal dan ook het effect van een eventuele uitbreiding met een vorm van gebouwgebonden financiering worden betrokken.

Energielabel

• De zorgen van uw Kamer over de hogere kosten van het nieuwe energielabel heb ik goed begrepen. In mijn brief3 van 12 oktober schrijf ik daarom dat ik zoveel als mogelijk uitvoering geef aan de gewijzigde motie van het lid Koerhuis4 (VVD) en de motie van het lid Terpstra5 (CDA). Ik heb toegezegd dat ik de kosten van het nieuwe energielabel zoveel als mogelijk zal drukken en de prijsontwikkeling zal monitoren. Op verzoek van de heer Terpstra (CDA) heb ik ook toegezegd deze monitoring in internationaal vergelijkend perspectief te doen. Tevens heb ik aangegeven waarom uitstel niet mogelijk is, en waarom het nodig en wenselijk is dat het nieuwe energielabel nu wordt geïntroduceerd.

• Wat ik in aanvulling op mijn argumentatie in de brief van 12 oktober jl. nog wil benadrukken is dat het nieuwe label niet alleen betrouwbaarder, maar ook beter controleerbaar is. Het is een uitgebreider document waardoor huurders en kopers bij twijfel over de correctheid van het label beter kunnen nagaan op welke gegevens en uitgangspunten het energielabel is gebaseerd. Ik heb positieve signalen ontvangen dat het nieuwe energielabel hierdoor de informatiepositie van huurders versterkt. Ook geeft het nieuwe label een indicatie van de energierekening per maand, dit is belangrijk voor de woonlasten en het voorkomen van energiearmoede. Een belangrijk punt dat ook door mevrouw Beckerman (SP) onder de aandacht is gebracht.

• Voor de sector, die zich aan het voorbereiden is op de invoering per 1 januari 2021, is het nodig nu duidelijkheid te krijgen. Ik zal daarom op korte termijn de resterende regelgeving (het wijzigingsbesluit en de wijzigingsregeling «inijking energielabels») publiceren.

Overige

• Begin 2021 zal ik uw Kamer informeren over de mogelijkheden voor houtbouw en biobased bouwen.

• Ik heb naar aanleiding van vragen van de heer Koerhuis (VVD) over lokale aanscherping van energiezuinigheidseisen in de gemeente Amsterdam aangegeven dat ik versnelling in de woningbouw belangrijk vind evenals de betaalbaarheid. Ik ga ervan uit dat dit voor de gemeente Amsterdam ook geldt. Ik heb daarbij aangegeven dat het goed is dat Amsterdam over haar plannen in gesprek gaat met de bouwsector, zodat alle aspecten van het plan goed kunnen worden gewogen. Ik zal deze gesprekken over de aanvullende eisen met betrekking tot woningbouw uiteraard goed volgen.

Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de door mij gedane toezeggingen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  2. Kamerstuk 35 570, nr. 26.↩︎

  3. Kamerstuk 30 196, nr. 729.↩︎

  4. Kamerstuk 30 196, nr. 727.↩︎

  5. Kamerstuk 30 196, nr. 721.↩︎