Bilaterale betrekkingen van Nederland met het Verenigd Koninkrijk
Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk
Brief regering
Nummer: 2020D42380, datum: 2020-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35393-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35393 -9 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.
Onderdeel van zaak 2020Z19688:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-11-04 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-05 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-03-07 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk
Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2020
Naar aanleiding van de motie van de leden Baudet en Van Haga over het inzetten op versterking van de bilaterale betrekkingen van Nederland met het Verenigd Koninkrijk1 en het daarop volgende verzoek om in een brief uiteen te zetten op welke wijze het kabinet uitvoering aan de motie zal geven, informeren wij u als volgt.
Nederland en het VK hebben een sterke bilaterale relatie die lang terug gaat. Die relatie wordt gekenmerkt door gedeelde waarden, een traditie van vrijheid, respect voor mensenrechten en internationaal recht en open, op regels gebaseerde handel. Die uitgangspunten zijn niet veranderd door het vertrek van het VK uit de EU. Het kabinet houdt dan ook de ambitie om te blijven investeren in de hechte bilaterale relatie tussen Nederland en het VK.
Het VK blijft in alle gevallen een strategische partner van de EU en van Nederland. Juist daarom blijven het kabinet en de EU inzetten op een breed en ambitieus akkoord over het toekomstig partnerschap dat naast afspraken over handel ook afspraken over andere sociaaleconomische onderwerpen en veiligheidssamenwerking bevat. Een dergelijk akkoord biedt de beste basis om een positieve invulling te geven aan de betrekkingen met het VK. Voor de onderhandelingen over het toekomstig partnerschap geldt dat Nederland zich steeds heeft ingezet en zal blijven inzetten voor het behoud van EU-eenheid, omdat dit de beste manier is om een akkoord te bereiken dat het kabinet graag zou zien en dat de brede Nederlandse belangen dient.
Nederland heeft brede belangen bij het sluiten van een EU-akkoord met het VK. Een akkoord over het toekomstig partnerschap van de EU met het VK moet een balans van rechten en verplichtingen bevatten, inclusief effectieve waarborgen voor een gelijk speelveld, een adequate governance van het akkoord en bestendige afspraken over visserij.
Zolang de onderhandelingen met het VK over de toekomstige relatie met de EU nog voortduren is het onzeker tegen welke achtergrond de toekomstige Brits-Nederlandse bilaterale relatie gestalte zal krijgen. De relatie is veelzijdig en heeft meerdere facetten.
Nederland en het VK hebben, zoals bekend, een intensieve handels- en investeringsrelatie. Het vertrek van het VK uit de interne markt en de douane-unie zal onvermijdelijk negatieve gevolgen hebben, waarbij de precieze effecten zullen afhangen van de uitkomst van de onderhandelingen over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK. Het zal hoe dan ook duurder en gecompliceerder worden voor Nederlandse bedrijven om handel te drijven met het VK.2
Tegelijkertijd is duidelijk dat het VK een strategische markt zal blijven voor Nederland, van belang voor onze export, werkgelegenheid en economie. In de komende jaren zal Nederland daarom blijven inzetten op behoud van een intensieve economische relatie. Hierbij zijn intensivering van verbindingen tussen bedrijven en kennisinstellingen van belang. Het accent van de handelsbevorderende inspanningen van de overheid zal liggen op sectoren en thema’s als energietransitie (waterstof, windenergie), mobiliteit, AI en digitalisering, gezondheid en zorg (e-health, medtech) en agribusiness (agrifoodproducten, technologie, kennis en dienstverlening). Daarbij wordt gestreefd naar versterking van publiek-private samenwerking. Ook beleidsmatig kunnen Nederland en het VK bij veel van bovengenoemde thema’s belang hebben bij een goede dialoog en samenwerking. Hierbij geldt uiteraard dat de mate waarin beleidssamenwerking mogelijk is, sterk afhangt van de toekomstige relatie tussen de EU en het VK.
De overgang naar een nieuwe situatie brengt niet alleen onzekerheden met zich mee op het gebied van economie en handel, maar ook op het terrein van justitiële en politiële samenwerking. Ook hier geldt dat een ambitieus akkoord over het toekomstige partnerschap tussen de EU en het VK de beste basis biedt om de samenwerking op dit vlak te continueren. De complexiteit van veiligheidsrisico’s zoals georganiseerde misdaad en terrorisme vereist veelal een gezamenlijke aanpak vanuit meer dan twee landen en daartoe zijn gemeenschappelijke samenwerkingskaders van groot belang.
Ongeacht de vorm die aan de toekomstige relatie wordt gegeven blijft voor Nederland en het VK een gecoördineerde aanpak van terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit en irreguliere migratie essentieel en daar wordt ook operationeel in geïnvesteerd. Op het terrein van het defensie- en veiligheidsbeleid is en blijft het VK eveneens een strategische partner voor Nederland. Het VK blijft uiteraard een belangrijke NAVO bondgenoot. Daarnaast werken Nederland en het VK samen in regionale verbanden zoals de Joint Expeditionary Force (JEF). De UK-NL Amphibious Force is een voorbeeld van de goede bilaterale samenwerking.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag