Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Peters over tekorten bij sociale werkvoorzieningen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D43250, datum: 2020-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-605).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z18409:
- Gericht aan: B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
605
Vragen van de leden Jasper vanDijk (SP) en Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over tekorten bij sociale werkvoorzieningen (ingezonden 9 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van ’t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 oktober 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Miljoenentekort dreigt bij sociale werkplaats Ergon in Eindhoven»?1
Antwoord 1
Ik heb er kennis van genomen.
Vraag 2
Klopt het dat er bij de sociale werkplaats Ergon in Eindhoven de komende jaren een tekort van vier tot acht miljoen euro jaarlijks dreigt te ontstaan? Zo ja, wat is naar uw oordeel de oorzaak van dit grote tekort?
Antwoord 2
Ik ga niet over het functioneren en de exploitatie van individuele sociale ontwikkelbedrijven. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. De gemeenteraad heeft een controlerende taak.
Vraag 3
Heeft u gezien dat er ook veel onrust is bij Wedeka, het SW-bedrijf in Groningen?2
Antwoord 3
Ik heb dat bericht gelezen. Ik wil daarbij aantekenen dat één van mijn ambtsvoorgangers (mevrouw Klijnsma) na een onderzoek door een onafhankelijke commissie middelen beschikbaar heeft gesteld voor de oprichting van één uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet in Oost-Groningen, vastgelegd in het «Akkoord van Westerlee». In een aantal Oost-Groninger gemeenten is dat succesvol geweest met de inrichting van Afeer. Afeer is het werkbedrijf dat voor de gemeenten Oldambt, Pekela en Westerwolde de Participatiewet uitvoert en waarin Synergon is opgegaan. In Stadskanaal en omgeving is er destijds door de gemeenten voor gekozen om verder te gaan met Wedeka.
Vraag 4 t/m 8
Klopt het dat in het hele land SW-bedrijven te kampen hebben met financiële problemen? Kunt u aangeven welke dit zijn?
Herkent u de grote zorgen die er zijn over het voortbestaan van deze Sociale Werkvoorzieningen en dat dit buitengewoon pijnlijk is voor de (kwetsbare) mensen die hier werkzaam zijn?
Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat deze noodlijdende SW-bedrijven omvallen en (kwetsbare) mensen hun baan verliezen?
Bent u het eens met de oproep aan gemeentes om ingrijpende beslissingen over SW-bedrijven op te schorten, aangezien er in Den Haag volop wordt gediscussieerd over de toekomst van de SW?
Deelt u de mening dat een revitalisering van de SW broodnodig is, teneinde een nodeloze kapitaalvernietiging te voorkomen?3
Vraag 4 /m 8
Op 9 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de Thermometer Wsw4:
Het Rijk stelt jaarlijks middelen beschikbaar voor de financiering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Deze middelen vormen onderdeel van de Integratie Uitkering Participatie van het gemeentefonds. Het budget dat gemeenten krijgen voor de Wsw neemt in de loop der tijd af, door uitstroom uit de Wsw, terwijl er geen nieuwe werknemers meer de Wsw instromen. Dit betekent echter niet dat de sw-bedrijven zijn gesloten, het overgrote deel van deze bedrijven wordt ook ingezet om de brede doelgroep van de Participatiewet naar werk te begeleiden. De keuze voor zo’n transformatie en de manier waarop de doelgroep van de Participatiewet naar werk wordt begeleid hoort tot de beleidsvrijheid van gemeenten.
Recent heeft uw Kamer nog mijn aandacht gevraagd voor de financiële problematiek bij sociale werkbedrijven als gevolg van de coronacrisis. Het kabinet heeft besloten om de Rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening (Wsw) te verhogen met totaal € 140 miljoen voor de periode 1 maart 2020 tot 31 december 2020 ter compensatie van een deel van de loonkosten.
In de periode 2015–2020 is het budget per Wsw’er verlaagd door een geleidelijk doorgevoerde efficiencykorting. Met de VNG is destijds afgesproken om de afbouw van de Rijksbijdrage Wsw als gevolg van de efficiencykorting periodiek te monitoren met de «thermometer Wsw».
De feitelijke ontwikkeling van de aantallen en de uitgaven wordt daarbij vergeleken met de aannames waarmee in het financieel kader van de Participatiewet voor de Wsw rekening is gehouden. Deze laatste meting bevat ook een doorkijk naar de middellange en lange termijn.
De doorkijk naar de middellange en lange termijn laat zien dat de financiële situatie voor Sw-bedrijven en gemeenten landelijk gezien sterk verbetert. Dit komt vooral doordat de gemiddelde Sw-loonkosten zullen gaan dalen, omdat mensen uit de oudere generatie, die gemiddeld een hogere loonschaal hebben, met pensioen gaan. Dit jaar, 2020, is het tekort naar verwachting bij het schrijven van dit rapport het hoogst, zo’n € 220 miljoen. Op basis van verschillende scenario’s verbetert de financiële situatie na 2020. In het meest waarschijnlijke scenario zal dit tekort in 2025 teruggelopen zijn naar zo’n € 50 miljoen en in 2026 omslaan in een overschot. In het meest voorzichtige scenario wordt vanaf 2030 een overschot verwacht.
Voor de sociale ontwikkelbedrijven, zoals de sociale werkbedrijven veelal worden genoemd, is een belangrijke rol weggelegd op weg naar een inclusieve arbeidsmarkt waar iedereen kansen krijgt om mee te doen. Deze naamsverandering geeft ook precies aan waar de herstructurering over gaat. De sociale werkbedrijven in de oorspronkelijke beperkte vorm bestaan vrijwel niet meer en zijn grotendeels getransformeerd naar brede sociale ontwikkelbedrijven of sociale ondernemingen. In de transitieperiode 2015–2017 is door mij 30 miljoen beschikbaar gesteld om de herstructurering te ondersteunen na een motie van de heer Kerstens (Kamerstuk 34 000 XV, nr. 27)
Ik interpreteer deze veranderingen als noodzakelijk om de Participatiewet op een goede wijze uit te kunnen voeren en zie dit niet als sluiting of afbraak van sociale werkbedrijven, maar als omvorming tot nieuwe organisaties. Daar bestaat mijns inziens ook niet één model voor, maar kunnen verschillende keuzes worden gemaakt. Soms zijn deze keuzes gericht op een verbetering van de bedrijfsvoering en daarmee op het verbeteren van de financiële prestaties, waarbij het gewenste ondersteuningsaanbod beschikbaar blijft. Het is belangrijk dat gemeenten daar ook aandacht voor hebben.
ED, 1 okt 2020, «Miljoenentekort dreigt bij sociale werkplaats Ergon in Eindhoven», https://www.ed.nl/eindhoven/miljoenentekort-dreigt-bij-sociale-werkplaats-ergon-in-eindhoven~a4a2a9c98/?referrer=https%3A%2F%2Ft.co%2FJsqdPUsFJK%3Famp%3D1↩︎
Dagblad van het Noorden, 8 okt 2020, ««Onrust bij Wedeka erg groot»« https://www.dvhn.nl/groningen/Onrust-bij-Wedeka-erg-groot-26086485.html↩︎
Trouw, 17 juni 2020, «CDA en SP willen sociale werkplaats nieuw leven inblazen», https://www.trouw.nl/politiek/cda-en-sp-willen-sociale-werkplaats-nieuw-leven-inblazen~b69f6eab/↩︎
Kamerstuk 29 817, nr. 146.↩︎