Eindrapport arbeidsparticipatie hoogopgeleide statushouders door Regioplan
Integratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2020D44937, datum: 2020-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32824-306).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32824 -306 Integratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z21004:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-11-12 09:30: Integratie en maatschappelijke samenhang (beleidsartikel 13 van de begroting SZW 2021) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-11-12 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-18 14:30: Procedures en brieven (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-01-14 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
32 824 Integratiebeleid
Nr. 306 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2020
Uw Kamer heeft mij gevraagd inzicht te verschaffen in verschillen in de arbeidsparticipatie van hoger opgeleide statushouders in ons omringende landen.1 Hierbij stuur ik u de quickscan arbeidsparticipatie hoogopgeleide statushouders toe die in dit kader is uitgevoerd door onderzoeksbureau Regioplan2. Het rapport wordt op verzoek ook aan de Eerste Kamer toegestuurd.
Het onderzoek gaat in op wettelijke kaders, beleid en interventies in België, Duitsland, Denemarken, Oostenrijk en Zweden en voor zover mogelijk, een vergelijking met de Nederlandse situatie. Dit zijn landen met gelijksoortige uitdagingen rond de verhoogde instroom van vluchtelingen rond 2016 maar met verschillen in uitvoering en beleidsprioriteiten.
Bij een uitsplitsing naar opleidingsniveau blijkt dat dat de arbeidsmarktparticipatie van hoogopgeleide vluchtelingen in Nederland zoals door de indieners van de motie verondersteld, lager is dan die van statushouders in de andere vijf landen. Naast de lagere participatie is ook het niveau waarop zij werken in Nederland vaker onder hun niveau. Dit geldt ook voor Denemarken en Duitsland, de andere landen doen het beter op dit punt.
In het rapport worden tien good practices beschreven en doen de onderzoekers aanbevelingen die de arbeidsparticipatie van hoogopgeleide statushouders in Nederland een impuls kunnen geven. Een deel wordt ondervangen met de nieuwe Wet Inburgering en ook met het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt wordt ingezet op een aantal van de genoemde aanbevelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld over het belang van een goede intake bij de gemeente, het bereiken van een hoger taalniveau zodat taal geen belemmering vormt om een baan «op niveau» te kunnen vinden, focus op een snellere start op de arbeidsmarkt, betere ketensamenwerking en het betrekken van werkgevers.
Een deel van de aanbevelingen richt zich primair op arbeidsmarktregio’s, gemeenten en werkgevers. Komende maanden wordt in overleg met bij de nieuwe wet inburgering betrokken partijen bekeken hoe de aanbevelingen uit het rapport de arbeidsparticipatie van hoogopgeleide statushouders in Nederland nog verder kunnen verbeteren.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees