Het bericht 'Geniepig stikstofgevoelige natuur bijgeplust in Aerius' en het Stichting Agri Facts onderzoek 'Veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend in rekenmodel Aerius (2017-2020)'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D45406, datum: 2020-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z21235).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z21235:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: M.G.J. Harbers, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z21235
Vragen van het lid Harbers (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Geniepig stikstofgevoelige natuur bijgeplust in Aerius» en het Stichting Agri Facts onderzoek «Veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend in rekenmodel Aerius (2017–2020)» (ingezonden 11 november 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Geniepig stikstofgevoelige natuur bijgeplust in Aerius» en het onderzoek van Stichting AgriFacts «Veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend in rekenmodel Aerius (2017–2020)»?1 2
Vraag 2
Klopt de constatering uit het onderzoek dat er in de afgelopen vijf jaar zo’n 80.000 hectares met stikstofgevoelige natuur zijn bijgetekend in de Natura 2000-gebieden en dat dit gebeurde buiten het zicht van belanghebbenden rondom die natuurgebieden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de (bestuurlijke) procedure is voor het aanwijzen van stikstofgevoelige natuur in AERIUS? Welk gezag is bevoegd natuur aan te merken als «leefgebied» en is hier een aanwijzingsprocedure voor nodig?
Vraag 4
Klopt het dat provincies en terreinbeherende organisaties, buiten de aanwijzingsprocedures van Natura 2000-gebieden om, de mogelijkheid hebben om de natuurkaart in AERIUS te actualiseren en hierbij stikstofgevoelige natuur toe te voegen aan de hexagonen? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze dit proces plaatsvindt? Is dit proces openbaar en is het voor belanghebbenden mogelijk een zienswijze dan wel bezwaar in te dienen?
Vraag 5
Op basis van welke gegevens, en verstrekt door wie, worden er wijzigingen aangebracht in de hoeveelheid stikstofgevoelige natuur per hexagoon? Hoe vaak worden dit soort wijzigingen doorgevoerd?
Vraag 6
Vindt er een toets plaats op de aanpassingen in de hoeveelheid stikstofgevoelige natuur per hexagoon in AERIUS? Zo ja, aan welke criteria moet hierbij worden voldaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van de hoeveelheid stikstofgevoelige natuur in AERIUS, uitgesplitst in voortvloeiend uit de officiële aanwijzingsbesluiten en later toegevoegd door (terreinbeherende) organisaties. Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de Stikstofwet?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Madlener (PVV), ingezonden 11 november 2020 (vraagnummer 2020Z21231) en van het lid Bisschop (SGP), ingezonden 11 november 2020 (vraagnummer 2020Z21233).