[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Appreciatie amendementen en moties pakket Belastingplan 2021

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021)

Brief regering

Nummer: 2020D45638, datum: 2020-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35572-75).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35572 -75 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021).

Onderdeel van zaak 2020Z21384:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 572 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021)

Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2020

In deze brief geef ik, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, een appreciatie met betrekking tot de ter zake van de wetsvoorstellen in het pakket Belastingplan 2021 ingediende amendementen en moties die vandaag in stemming worden gebracht.

Bekendmaking percentage eigenwoningforfait

Verder wil ik graag van de gelegenheid gebruikmaken om uw Kamer te informeren over de indexering van het eigenwoningforfait (ewf-percentage), nu in 2014 is toegezegd om uw Kamer hierover jaarlijks te informeren.1 De wettelijke indexering van het ewf-percentage vindt plaats aan de hand van de ontwikkeling van het indexcijfer van de woninghuren (stijging van 2,9% voor vaststelling percentage 2021)2 en de ontwikkeling van de woningwaarden (stijging van 7,3% voor vaststelling percentage 2021). Het op basis daarvan geïndexeerde ewf-percentage wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,05%-punt. Deze indexering leidt tot een verlaging van het ewf-percentage3 met 0,05%-punt ten opzichte van 2020. Het ewf-percentage voor 2021 zou daarmee uitkomen op 0,55%. Op grond van het Belastingplan 2019 wordt het ewf-percentage met ingang van 1 januari 2021 echter beleidsmatig verlaagd met 0,05%-punt tot 0,50%.

Bekendmaking tabelcorrectiefactor en arbeidskorting

In dezelfde brief heb ik u tevens toegezegd dat ik uw Kamer jaarlijks bij het Belastingplan zal informeren over de hoogte van de tabelcorrectiefactor en de arbeidskorting als ik de voor de vaststelling benodigde gegevens heb ontvangen. Zoals in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Belastingplan 2021 is aangegeven, bedraagt de tabelcorrectiefactor voor 2021 1,016.4 De wettelijke indexering van de arbeidskorting wordt naast door de hiervoor genoemde tabelcorrectiefactor bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 januari van het lopende jaar ten opzichte van het WML per 1 januari van het daaropvolgende jaar. Het WML bedroeg per 1 januari 2020 € 1.653,60 per maand. Het WML bedraagt per 1 januari 2021 € 1.684,80 per maand. Hierna zijn de uiteindelijke parameters voor de arbeidskorting weergegeven voor het jaar 2021 zoals deze voortvloeien uit de indexatie en de voorgestelde beleidsmatige wijzigingen. Tot een arbeidsinkomen van € 10.108 per jaar geldt een arbeidskorting van 4,581% van het arbeidsinkomen, met een maximum van € 463. Bij een arbeidsinkomen tussen € 10.108 en € 21.835 per jaar geldt een arbeidskorting van € 463 vermeerderd met 28,771% van het arbeidsinkomen boven die € 10.108 met een maximum van in totaal € 3.837. Bij een arbeidsinkomen tussen € 21.835 en € 35.652 geldt een arbeidskorting van € 3.837, vermeerderd met 2,663% van het arbeidsinkomen boven € 21.835 met een maximum van in totaal € 4.205. Boven een arbeidsinkomen van € 35.652 per jaar wordt de berekende arbeidskorting verminderd met 6,0% van het arbeidsinkomen boven die € 35.652. De arbeidskorting is volledig afgebouwd bij een arbeidsinkomen vanaf € 105.736.

Overdrachtsbelasting en woningcorporaties

Tijdens de plenaire behandeling van het belastingplan (Handelingen II 2020/21, nr. 22, Pakket Belastingplan 2021 en Handelingen II 2020/21, nr. 23, Pakket Belastingplan 2021) heeft het lid Omtzigt (CDA) verduidelijking gevraagd over de toepassing van de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor ANBI’s (waaronder woningcorporaties) bij taakoverdracht. Er worden drie acties ondernomen:

1. Taakoverdracht in het geval van sanering

We gaan per 1 januari 2021 voor taakoverdrachten tussen corporaties en corporaties in sanering regelen dat zij gebruik kunnen maken van de vrijstelling. Dit doen we door de voorwaarden in het uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer nader in te vullen, waarbij met name zal worden gekeken naar de maximaal toegestane overnamesom.

2. Taakoverdracht tussen corporaties

De mogelijkheden voor bredere toepassing, ofwel hoe de taakoverdracht (ook zonder dat sprake is van sanering) tussen corporaties onder de vrijstelling kan komen te vallen zal verder worden onderzocht. De verwachting is dat dit mogelijk is, als dit inderdaad het geval blijkt, dan zal dit ook per 1 januari worden geregeld. Aedes zal hierbij betrokken worden.

3. Andere overdrachten

Conform het verzoek van het lid Snels (GroenLinks) zal er een schets worden gemaakt van welke andere effecten er in de praktijk, zoals bij herstructurering, ontstaan als gevolg van de verhoging van de overdrachtsbelasting.

Uw Kamer zal binnen drie weken geïnformeerd worden.

Ingediende amendementen en moties

In de bijlage treft u een overzicht aan van de ingediende amendementen en moties met daarbij mijn oordeel5. Tevens treft u als bijlage6 de quickscans aan waarmee de Belastingdienst de amendementen beoordeelt op uitvoeringsaspecten.

De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief


  1. Bijlage bij Kamerstuk 34 000 IX, nr. 5.↩︎

  2. Conform de op 14 september 2020 door het CBS gepubliceerde cijfers in het Statistisch Bulletin nr. 9, Jaargang 76.↩︎

  3. Dit ziet op woningen die een eigenwoningwaarde hebben van meer dan € 75.000, maar die niet in de hoogste categorie vallen.↩︎

  4. Kamerstuk 35 572, nr. 3, p. 8.↩︎

  5. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  6. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎