[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapport Landbouwpraktijk en waterkwaliteit in Nederland; toestand (2016-2019) en trend (1992-2019)

Mestbeleid

Brief regering

Nummer: 2020D47620, datum: 2020-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33037-378).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33037 -378 Mestbeleid.

Onderdeel van zaak 2020Z22435:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

33 037 Mestbeleid

Nr. 378 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2020

Hierbij zend ik u mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het rapport: «Landbouwpraktijk en waterkwaliteit in Nederland; toestand (2016–2019) en trend (1992–2019), de Nitraatrapportage 2020 met de resultaten van de monitoring van de effecten van de EU Nitraatrichtlijn actieprogramma’s»1. Het rapport over de implementatie van deze EU-milieurichtlijn is ook aan de Europese Commissie aangeboden.

Met dit door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) opgestelde rapport, geeft Nederland invulling aan artikel 10 van de EU Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) inzake de bescherming van wateren tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. Conform dit artikel moeten alle EU-lidstaten eens in de vier jaar rapport aan de Europese Commissie uitbrengen over de implementatie van de Nitraatrichtlijn door middel van Actieprogramma’s waarin maatregelen voor verbetering van waterkwaliteit zijn opgenomen. Deze rapportages geven inzicht in de effecten van de maatregelen en daarmee in de mate waarin lidstaten in staat zijn waterverontreiniging door nitraat uit de landbouw te verminderen en verdere verontreiniging te voorkomen. Dit draagt bij aan het bereiken van duurzame land- en tuinbouw en de vereiste waterkwaliteit voor o.a. drinkwaterbronnen, zwem- en recreatiewater en een goede ecologische situatie in zoet- en zoutwater.

Ten opzichte van de vorige rapportageperiode (2012–2015), zijn gemiddeld over vier jaar de nitraatconcentraties in het water op Nederlandse landbouwbedrijven nog wel gedaald en is de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeterd. Uit de rapportage blijkt echter ook dat de kwaliteit van water nog niet overal in Nederland voldoet. Op meer dan de helft van de landbouwbedrijven in de Zand- en Lössregio is de nitraatconcentratie te hoog. Dit geldt ook voor ruim dertig van de circa 200 grondwaterbeschermingsgebieden. Ook zijn de concentraties stikstof en fosfor afkomstig van de landbouw in een groot deel van de oppervlaktewateren te hoog en vormen deze daarmee een belangrijke belemmering voor het bereiken van de gewenste kwaliteit van het oppervlaktewater. Door de droogte van de afgelopen jaren stagneerde de groei van gewassen en hebben deze minder nutriënten kunnen opnemen. De hoeveelheid meststoffen die achterblijft in de bodem is daardoor toe- in plaats van afgenomen. Hierdoor nemen nitraatconcentraties in het uitspoelende water uit de wortelzone onder landbouwbedrijven ook toe.

De effecten van Actieprogramma’s, met maatregelen voor de landbouw die de waterkwaliteit moeten verbeteren, worden pas op termijn duidelijk. Tussen het uitvoeren van maatregelen uit de actieprogramma’s en het zichtbare effect ervan in metingen zit ongeveer vijf jaar. Deze rapportage laat daarmee de effecten zien van deels nog het vierde, maar overwegend het vijfde actieprogramma (2014–2017). Het volledige effect van het huidige, zesde, Actieprogramma Nitraatrichtlijn dat loopt tot 2022, zal rond 2027 duidelijk zijn.

Voor de te hoge nitraatconcentraties in 34 grondwaterbeschermingsgebieden is een aanpak ontwikkeld, die is neergelegd in een door het IPO, LTO Nederland, Vewin en de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat afgesloten bestuursovereenkomst. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft uw Kamer in juli 2020 mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de voortgang van deze bestuursovereenkomst geïnformeerd (Kamerstukken 33 037, nr. 371). Een nieuwe opgave met betrekking tot nutriënten uit de landbouw en waterkwaliteit ligt in het benutten van (dierlijke) meststoffen door gewassen in perioden van langdurige droogte. De landbouw moet zich aanpassen om ook in die situatie te kunnen voldoen aan de Nitraatrichtlijn.

Deze rapportage is een belangrijk fundament voor de invulling van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn dat in januari 2022 in werking treedt en loopt tot en met 2025. Dit Actieprogramma en het daar opvolgende achtste moeten stevig bijdragen aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water en de Beleidsnota Drinkwater. Monitoringsresultaten onderbouwen de urgentie van een verdergaande aanpak die ook uit de in het kader van de Delta-aanpak uitgevoerde Nationale analyse waterkwaliteit bleek (Kamerstuk 27 625, nr. 502). Deze verdergaande aanpak is van groot belang naast vaststelling van de stroomgebiedbeheerplannen Kaderrichtlijn Water (2022–2027), die ook maatregelen voor niet agrarische bronnen van verontreiniging bevatten, zoals rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Gezien het feit dat de opgaven voor waterkwaliteit van deelstroomgebied tot deelstroomgebied variëren, is een gebiedsgerichte aanpak in het op te stellen nieuwe actieprogramma een geëigende keuze, zoals ook is weergegeven in de contouren voor het nieuwe mestbeleid (Kamerstuk 33 037, nr. 374). De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat hebben met de voor waterkwaliteit verantwoordelijke bestuurders van provincies en waterschappen afgesproken dat voor de invulling van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn een taskforce wordt ingesteld. Deze taskforce met medeoverheden wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het Ministerie LNV en komt in december dit jaar voor het eerst bijeen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎