Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat in Groningen minder stemlokalen worden ingericht
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D50765, datum: 2020-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1028).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Rapportage 1e Peiling Voorbereiding Tweede Kamer Verkiezingen 2021 (002)
- Uitkomsten peiling naar aantal stemlokalen
Onderdeel van zaak 2020Z20479:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: A.A.G.M. van Raak, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1028
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat in Groningen minder stemlokalen worden ingericht (ingezonden 4 november 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 8 december 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 922.
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Groningen van plan is minder stemlokalen in te richten?1
Antwoord 1
Tussen 19 oktober en 13 november is er in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een peiling uitgevoerd naar het verwachte aantal stemlokalen voor de aankomende Tweede Kamerverkiezing per gemeente. De peiling is verstuurd aan alle gemeenten en 316 daarvan hebben de peiling ingevuld. De uitkomsten van de peiling is als bijlage aan deze beantwoording toegevoegd. 2
De peiling geeft een eerste beeld naar het aantal voorziene stemlocaties in gemeenten. Daarbij plaats ik nadrukkelijk de kanttekening dat in veel gemeenten het inventarisatieproces naar geschikte stemlocaties nog volop in gang is en dat uit contacten met gemeenten blijkt dat de peiling op verschillende wijze is ingevuld. Deze resultaten zijn dus een momentopname van hoe gemeenten er voorstaan in het zoeken van stemlocaties en er veranderen nog voortdurend zaken. Ik ben voornemens de peiling in januari te herhalen.
Uit de peiling blijkt dat tijdens de Tweede Kamerverkiezing van 2021 64 gemeenten voorzien dat zij meer stemlokalen in kunnen richten dan tijdens de Tweede Kamerverkiezing van 2017. Ook voorzien 80 gemeenten dat zij evenveel stemlokalen instellen tijdens de aankomende Tweede Kamerverkiezing.
Daarnaast hebben 121 gemeenten aangegeven dat het nog onbekend is hoeveel stemlokalen zij tijdens de aankomende Tweede Kamerverkiezing gaan inrichten.
Uit deze peiling blijkt voorlopig dat 51 gemeenten, waaronder de gemeente Groningen, op dit moment minder stemlokalen verwachten bij de aankomende Tweede Kamerverkiezing.
De gemeente Groningen is voornemens tijdens de aankomende Tweede Kamerverkiezing 145 stembureaus op 120 locaties in te richten. Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen waren dat er 150 op 143 locaties. Hiermee heeft gemeente Groningen in vergelijking met andere gemeenten van dezelfde omvang overigens gemiddeld een relatief laag aantal kiesgerechtigden per stemlokaal.
Vraag 2
Bent u bereid met de gemeente in gesprek te gaan om ervoor te zorgen dat in de gemeente niet minder maar méér stemlokalen worden ingericht, zoals de aangenomen motie-Van Raak vraagt?3
Antwoord 2
Zoals uitgesproken in uw Kamer, heb ik de ambitie dat het aantal stemlokalen voor de aankomende Tweede Kamerverkiezing minimaal op peil blijft. Dat sluit ook aan bij de door uw Kamer aangenomen motie-Van Raak.
Om alle gemeenten nogmaals te wijzen op het belang hiervan heb ik hen een brief gestuurd waarin ik de resultaten van de peiling met hen deel. Daarbij plaats ik ook de kanttekening dat de peiling slechts een momentopname is en dat de situatie in gemeenten inmiddels kan zijn veranderd. Gemeenten bied ik ondersteuning aan middels het door mij ingestelde Ondersteuningsteam stemlokalen. Dit ondersteuningsteam probeert landelijk afspraken te maken over het aanbod aan gebouwen en deze, waar mogelijk, te koppelen aan de gemeenten. De brief is toegevoegd aan de beantwoording van deze Kamervragen.
Vraag 3 en 4
Bent u bereid de gemeente erop te wijzen dat ook in buurten en wijken rondom het centrum meer stembureaus moeten komen en dat het niet voldoende is vooral locaties te clusteren? Zo nee, waarom niet?
Deelt u mijn zorg dat meer gemeenten zullen kiezen voor meer grote locaties en dat hiermee de spreiding van stembureaus onder druk komt te staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
Uit de eerdergenoemde peiling blijkt dat verschillende gemeenten nu kiezen voor grote locaties. In mijn brief aan uw Kamer van 30 oktober jl. schreef ik al dat ik het niet onmogelijk wil maken voor gemeenten om gebruik te maken van grote stem- en tellocaties.4 Wel ben ik mij ervan bewust dat dit tot gevolg kan hebben dat de spreiding van de stembureaus in de gemeenten minder zal zijn. Dat vind ik niet wenselijk. Daarom heb ik in de brief aan de colleges van burgemeester en wethouders aangegeven dat stemlokalen met daarin één of meerdere stembureaus, als gevolg kunnen hebben dat de verkiezingen minder toegankelijk zijn, omdat kiezers een grotere afstand naar het stemlokaal moeten afleggen. Ik vraag de colleges daarom om daarmee rekening te houden en te kijken of zij, al dan niet met hulp van het ondersteuningsteam, nog extra geschikte stemlocaties kunnen vinden.