[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken moties en toezeggingen

Bijlage

Nummer: 2020D51290, datum: 2020-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Lerarenbeleid en onderwijsarbeidsmarkt 2020 (2020D51285)

Preview document (🔗 origineel)


BIJLAGE BIJ LERARENBRIEF DECEMBER 2020

Stand van zaken relevante moties

Motie Westerveld, Kwint (27923, nr. 324)

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit cijfers van het CBS blijkt dat schoolbesturen in het primair onderwijs in 2012 165 miljoen uitgaven aan personeel dat niet in loondienst is en dit bedrag in 2016 steeg naar 320 miljoen euro;

constaterende dat deze bedragen veelal gaan naar personeel dat wordt ingehuurd via uitzendbureaus en interim--managers;

verzoekt de regering, om inzichtelijk te maken hoeveel geld schoolbesturen nu uitgeven aan personeel dat niet in loondienst is en dit uit te splitsen naar personeel en bestuurders zoals interim--managers,

en gaat over tot de orde van de dag.

  • Tevens is toegezegd de Kamer te informeren over hoe greep te krijgen op de omvang van het PNIL.

  • Over personeel in loondienst (PIL) leveren scholen in het po, vo en bij DUO via hun salarisadministraties informatie aan, zoals informatie over fte’s, functies en beloning. Over het PNIL gebeurt dit niet; het is alleen bekend hoeveel geld er in totaal aan wordt besteed. Die hoeveelheid neemt de afgelopen jaren (relatief) toe.

  • Met een pilot bij DUO willen we in beeld te brengen waar de PNIL uit bestaat en hoe de informatie daarover is op te vragen (zie voor meer gegeven de bijlage Trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren bij de Lerarenbrief). Deze cijfers zijn echter nog niet representatief voor de hele sector.

  • Uit de pilot blijkt bereidheid bij schoolbesturen om mee te werken, maar dat het leveren van informatie over PNIL niet eenvoudig is. Er is een verschil tussen weten welk personeel er op school rondloopt en de administratie zodanig inrichten dat PNIL-gegevens kunnen worden aangeleverd. De aard en omvang van de PNIL-gegevens zijn anders. Dat komt mede doordat de school niet zelf de werkgever is, waardoor de reguliere administratieprocessen rond personeelsadministratie en salarisbetaling etc. niet kunnen worden gevolgd. Ook speelt een rol dat het PNIL divers is: het gaat bijvoorbeeld om verschillende contractvormen (o.a. uitzendkrachten, zzp’ers of inhuur via een flexpool), de duur verschilt (van een paar uur tot langer) of de functie verschilt (naast leraren ook andere functies als coaches, orthopedagogen, psychologen, HR-medewerkers, directeuren en ict’ers).

  • Uit de leveringen die DUO heeft ontvangen en de communicatie hierover met de schoolbesturen, is op te maken dat de opgegeven totale PNIL-bedragen niet altijd overeenkomen met de PNIL-kosten die schoolbesturen in de jaarverslagen hebben opgenomen. Dit komt waarschijnlijk doordat verschillende keuzes worden gemaakt bij de bepaling wat precies onder PNIL valt en hoe dit geboekt moet worden. OCW en DUO pakken hierin de actie op om schoolbesturen meer duidelijkheid over de PNIL te geven.

Motie Rog, Bruins (35 300 VIII, nr 53)

De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat er in het primair onderwijs een lerarentekort is dat de komende jaren verder op gaat lopen en het daarom nodig is de instroom op de pabo de komende jaren te vergroten; constaterende dat er voor aankomende pabostudenten geen enkel profiel op de havo is waarmee ze eindexamen hebben kunnen doen in de vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis én natuur en techniek om zonder toelatingstoetsen te kunnen starten met de pabo; verzoekt de regering, de ondersteuning van aankomende pabostudenten te intensiveren door het zelfstudiemateriaal op de site «Goed voorbereid naar de pabo» te verrijken, zodat elke aankomende pabostudent zich zelfstandig kan voorbereiden op instroom in de pabo; verzoekt de regering tevens, om de stoomcursussen ter voorbereiding op de toelatingstoetsen voor de pabo open te stellen voor alle havo-afgestudeerden die naar de pabo willen en voor alle mbo-afgestudeerden die het keuzedeel «instroom pabo» niet hebben gevolgd,

  • Sinds afgelopen zomer zijn voor alle toetsmomenten landelijk extra voorbereidingscursussen aangeboden - zowel op locatie als digitaal. Ook is sinds de zomer het (zelf)studiemateriaal voor de toetsen uitgebreid, en is het keuzedeel sinds september voor nagenoeg alle mbo-studenten beschikbaar.

  • Daarnaast werken we aan het inhoudelijk verbeteren van de toelatingstoetsen: in dit kader is er dit jaar een onderzoek gestart om te kijken op welke punten we ‘westerse bias’ in de toetsen moeten wegnemen. Resultaat hiervan verwachten we uiterlijk in januari 2021, zodat eventuele aanpassingen in de toetsen gericht op instroom in 2021/2022 tijdig gedaan kunnen worden.

  • Voor de korte termijn focussen we dus met de pabo-opleidingen en de MBO Raad op het wegnemen van drempels in de toelatingstoetsen voor de pabo.

Motie Heerema (27020, nr. 115)

De Kamer, gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer op 10 oktober 2019 heeft gevraagd om een deel van de toelatingseisen voor de pabo te versoepelen, zodat ook zeer gemotiveerde aankomende studenten een kans maken; constaterende dat niet elke pabo-instelling zich aan deze regels houdt; verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de toelatingseisen voor alle pabo-instellingen gelijk zijn zodat elke gemotiveerde student de kans krijgt om docent te worden in het primair onderwijs; verzoekt de regering, om ook elders verworven competenties en bewezen werk- en denkniveau meegewogen te laten worden in de toelating voor de pabo, en de Kamer te informeren over de uitwerking hiervan, en gaat over tot de orde van de dag.

  • Het meewegen van eerder verworven werk- en denkniveau, past bij de flexibilisering waaraan we binnen lerarenopleidingen momenteel werken.

  • Hierbij willen we ook de huidige toelatingstoetsen moderniseren en door-ontwikkelen tot een ‘ontwikkelingsgericht assessment’, waarvan de kennis uit de toelatingseisen onderdeel moet zijn. Met invoering van een ’ontwikkelingsgericht assessment’ zal meer ruimte komen voor maatwerk, en het meewegen van EVC’s.

  • We hebben de opleidingen gevraagd over de uitwerking van het assessment de komende periode na te denken – ook in relatie tot het advies van de Commissie Zevenbergen (voorjaar 2021).

  • Voor de korte termijn zijn de pabo’s en MBO Raad gevraagd naast de al ondernomen acties om drempels in de toelatingstoetsen weg te nemen (zie hierboven) ook te kijken of de huidige toetsvorm van toelatingseisen aangepast kan worden, en hoe in de vooropleiding (ook vo) nog beter voorbereid kan worden op de doorstroom naar de pabo.

Motie Westerveld, Van der Molen (27923, nr. 397)

De Kamer,

gehoord de beraadslaging, constaterende dat er vorig jaar 328 aanvragen zijn gedaan voor de subsidieregeling voor onderwijsassistenten die naar de pabo willen gaan; constaterende dat het omscholen van onderwijsassistenten die dat willen, kan bijdragen aan het tegengaan van het lerarentekort; constaterende dat er voor onderwijsassistenten nauwelijks verkorte opleidingstrajecten zijn en dat zij vaak dus het hele opleidingstraject moeten doorlopen en dit onderwijsassistenten die het wel willen ontmoedigt; overwegende dat er op regionaal en lokaal niveau wel een klein aantal specifieke trajecten zijn die maatwerk bieden zoals vrijstellingen voor onderwijsassistenten die hebben bewezen het niveau aan te kunnen; verzoekt de regering, met de lerarenopleidingen in gesprek te gaan over het aanbod, met als doel dat er meer maatwerktrajecten komen voor onderwijsassistenten die docent willen worden, en gaat over tot de orde van de dag.

  • Met het bestuursakkoord tussen OCW, de VH en de VSNU afgelopen oktober, hebben we belangrijke afspraken gemaakt om de flexibilisering van de opleidingen op korte termijn verder te versnellen;

  • Op basis van dit akkoord krijgen studenten vanaf studiejaar 2021-2022 de mogelijkheid om een intake-assessment te doen, om op basis daarvan een opleidingsaanbod op maat te krijgen in de lerarenopleiding. Dit geldt dus ook voor onderwijsassistenten;

  • In deze intake wordt ook gekeken naar wat onderwijsassistenten al kennen en kunnen. Voor onderwijsassistenten betekent dit dat hun EVC’s erkend worden door landelijk gecertificeerde EVC-assessoren. In lijn met dit akkoord gebeurt dit landelijk op gelijke en valide wijze door harmoniseren van het EVC- en vrijstellingenbeleid van de lerarenopleidingen in het hbo;

  • Bovendien neemt een flink aantal lerarenopleidingen reeds deel aan het experiment leeruitkomsten. Door te werken met een samenhangend geheel van leeruitkomsten in plaats van vastgelegde onderwijseenheden staat wat afgestudeerden moeten kennen en kunnen centraal in plaats van waar, hoe en in hoeveel tijd zij dat moeten leren. Ook voor onderwijsassistenten betekent dit dat zij zelf met ondersteuning van de opleiding en eventuele werkplek bepalen hoe zij aan hun leeruitkomsten werken. De ambitie van de hbo-lerarenopleidingen is om dit uit te breiden naar alle lerarenopleidingen, zodat er als het ware Ă©Ă©n onderwijsruimte ontstaat waarin alle doelgroepen in de lerarenopleiding op passende wijze kunnen worden opgeleid. Het werken met leeruitkomsten biedt ook mogelijkheden voor onderwijsassistenten die willen doorstromen in de opleiding.

Motie Kops, Beertema (2019-2020 35300VIII nr. 33)

De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het lerarentekort in het funderend onderwijs de komende jaren flink zal toenemen; constaterende dat circa 94.000 leraren in het funderend onderwijs een aanstelling hebben van 0,8 fte of minder; verzoekt de regering, te onderzoeken wat een voltijdbonus van 5% per kwartaal kost, oplevert en hoe dit uitgevoerd zou kunnen worden, en gaat over tot de orde van de dag.

  • In tijden van tekorten is het belangrijk dat werkgevers het aanmoedigen en mogelijk maken voor hun personeel om meer uren te gaan werken. De inzichten die hierover tot nu beschikbaar zijn leiden niet tot de mogelijkheid om voor meer werken relatief meer te betalen. Dit heeft te maken met een verboden onderscheid naar arbeidsduur en meer indirect een onderscheid naar geslacht.

  • Gezien het belang voor het onderwijs zijn wij voornemens om advies van het College voor de Rechten van de Mens over dit punt te vragen. De minister van Medische Zorg en Sport heeft dit voor de zorgsector, tijdens het AO Arbeidsmarkt op 12 november jl. ook aan uw Kamer toegezegd. Wij zullen hierin de samenwerking met VWS opzoeken en een adviesaanvraag aan het College sturen dat zich richt op de mogelijkheden voor het toekennen van een voltijdsbonus. De Kamer wordt op een later moment geĂŻnformeerd over de resultaten.

Toezeggingen die met de brief worden afgedaan:

  • Tijdens de begrotingsbehandeling OCW in 2015 heeft minister Bussemaker aan de heer Rog (CDA) (Handelingen II 2015/16, nr. 18, items 4 en 11) aangegeven dat zij verschillende mogelijkheden zag voor een stagebeurs voor mbo-docenten, zodat er meer kennis over de beroepspraktijk in het klaslokaal komt.1 In het verlengde hiervan is in opdracht van de MBO Raad door het Kohnstamm Instituut onderzocht in hoeverre er reeds door instellingen ruimte wordt gegeven aan docenten om stage te mogen lopen bij bedrijven2. Het Kohnstamm Instituut concludeert dat het belang van docentenstages in het mbo breed wordt gedragen, er al veel docenten op stage gaan en dat er voldoende mogelijkheden voor docenten zijn voor een dergelijke stage.3 Het instituut adviseert aan de mbo-instellingen om docentenstages verder te stimuleren en te faciliteren. De MBO Raad heeft dit advies ondersteund naar de leden. Het instellen van een stagebeurs voor mbo-docenten is dan ook niet nodig.

  • Toelatingstoetsen en corona: Om pabo-instromers wegens de corona-crisis tegemoet te komen, hebben instromers in de pabo dit jaar tot 1 januari 2021 de tijd aan de toelatingseisen te voldoen. Studenten (en hun ouders) zijn hierover via hun opleidingen geĂŻnformeerd en informatie was ook opgenomen in het servicedocument ho.4

Om studenten tegemoet te komen, zijn in het najaar van 2020 drie extra toetsmomenten gecreĂ«erd. Daarnaast zal er eind december nog een extra ‘bezemmoment’ zijn, voor studenten die in het najaar de toetsen wegens corona niet hebben kunnen maken. Studenten kunnen verzoeken voor deelname hieraan bij hun examencommissie indienen. Pabo-studenten die dit najaar de toetsen onverhoopt niet halen of niet hebben gehaald, moeten de opleiding per 1 januari 2021 verlaten. Voor reeds behaalde studiepunten kunnen bij vervolgopleidingen of herinschrijving op de pabo verzoeken om vrijstellingen gedaan worden.

  • Eind 2019 hebben we uw Kamer toegezegd om onderzoek te doen naar de zij-instroom in het beroep.5 Uw Kamer ontvangt vóór de zomer van 2021 de resultaten van het onderzoek van de Inspectie naar de kwaliteit van zij-instroom in het po en van het onderzoek dat Regioplan in opdracht van OCW uitvoert naar de evaluatie van zij-instroom in het beroep in po, vo en mbo. In deze onderzoeken wordt de huidige subsidieregeling zij-instroom geĂ«valueerd, wordt een vergelijking gemaakt tussen de verschillende vormen van zij-instroom en wordt onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de route zij-instroom in het beroep in de po-sector. De resultaten van deze onderzoeken zullen worden betrokken bij de inbedding van de route zij-instroom in de reguliere routes naar het leraarschap, die eerder aan uw Kamer is toegezegd. Met deze inbedding wordt beoogd de route zij-instroom beter te positioneren binnen het opleidingsstelsel en binnen de scholen. Dit najaar zijn we met zij-instromers, de sectororganisaties, VH, VSNU, LOBO, ADEF, AVS, vakbonden gesprekken gestart om de wetgeving rond de inbedding voor te bereiden. In 2021 zullen wij uw Kamer nader informeren over de voortgang.


  1. Kamerstukken II 2018/19, 27 923, nr. 324↩

  2. Kamerstukken II 2018/19, 27 923, nr. 337↩

  3. https://www.mboraad.nl/sites/default/files/publications/kohnstamm_instituut_-_docentstages_in_het_mbo.pdf↩

  4. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/07/10/servicedocument-ho---aanpak-coronavirus-covid-19↩

  5. TK 2019 – 2020, 1799↩