Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over het verrekenen van proceskosten met schulden van schuldenaars ten koste van rechtsbijstandsverleners
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D51651, datum: 2020-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1061).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z22048:
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1061
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het verrekenen van proceskosten met schulden van schuldenaars ten koste van rechtsbijstandsverleners (ingezonden 19 november 2020).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 10 december 200).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, die in hoger beroep bepaalde dat de Algemene nabestaandenwet een wettelijk grondslag kent om de proceskosten te verrekenen met de openstaande vordering?1
Vraag 2
Bent u bekend met het blog «Verliezen, het nieuwe verdienmodel van de gemeente Stein»?2
Vraag 3
Wat is daarop uw reactie?
Vraag 4
Klopt het dat ook de Invorderingswet, artikel 24, lid 4 een grondslag biedt om de proceskostenvergoeding aan de winnende partij te verrekenen met een openstaande schuld van die winnende partij aan de Belastingdienst?
Vraag 5
Zijn er naar uw weten nog meer wettelijke mogelijkheden, buiten de voorbeelden in de bovenstaande bronnen, waarbij de proceskostenvergoedingen aan de winnende partij verrekend kunnen worden met een openstaande schuld van die winnende partij aan de verliezende partij?
Vraag 6
Deelt u de mening dat deze verrekening vooral een probleem kan vormen voor de rechtsbijstandsverleners, die dan naar hun vergoeding kunnen fluiten omdat de winnende partij niet over de proceskosten kan beschikken en daardoor geen geld heeft om de rechtsbijstandsverlener te betalen?
Vraag 7
Vreest u ook dat het bovenstaande de rechtsbijstand aan personen met schulden minder aantrekkelijk maakt, waardoor de toegang tot het recht onder druk komt te staan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Klopt het dat rechtsbijstandsverleners in de bovenstaande gevallen terug kunnen vallen op de hardheidsclausule in artikel 5, vijfde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr)?
Vraag 9
Klopt het dat rechtsbijstandsverleners bij een beroep op die hardheidsclausule Bvr artikel 5, lid 5, recht hebben op een vergoeding die in de praktijk lager kan zijn dan wanneer de rechtsbijstandsverlener de proceskostenvergoeding had gekregen? Waarom is dit zo?
Vraag 10
Klopt het dat de vergoeding van die hardheidsclausule Bvr artikel 5, lid 5, wordt gefinancierd met geld dat eigenlijk bestemd is voor rechtshulp aan on- en minvermogenden?
Vraag 11
Om hoeveel geld gaat dit? Waarom gaat dit ten koste van het budget voor gesubsidieerde rechtsbijstand?
Vraag 12
Vindt u ook dat het onwenselijk is dat geld voor on- en minvermogenden voor deze doeleinden wordt gebruikt, vooral omdat eigenlijk de bestuursorganen die kosten hadden moeten dragen?
Vraag 13
Bent u bereid deze verrekening van de proceskosten met openstaande schulden uit de diverse wetten te schrappen om te voorkomen dat dit rechtsbijstandsverleners ontmoedigt om rechtsbijstand te verlenen en te voorkomen dat het budget voor on- en minvermogenden hierdoor wordt aangetast? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over het verrekenen van proceskosten met schulden van schuldenaars ten koste van rechtsbijstandsverleners (ingezonden 19 november 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.