Evaluatie sociaal-emotionele ondersteuning in aardbevingsgemeenten
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2020D51882, datum: 2020-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-833).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -833 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2020Z24732:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-12-15 16:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-12-16 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-17 12:00: Mijnbouw/Groningen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
33 529 Gaswinning
Nr. 833 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2020
Hierbij bied ik uw Kamer de resultaten aan van de evaluatie van sociaal-emotionele ondersteuning van bewoners van de aardbevingsgemeenten1, welke is uitgevoerd door de aardbevingsgemeenten en de GGD Groningen. Daarmee geef ik uitvoering aan de toezegging u te informeren over de besteding van de voor dit doel aan gemeenten beschikbaar gestelde € 5,4 miljoen2.
De afgelopen jaren heeft het Rijk onderzoek laten doen naar de gevolgen van de gaswinningsproblematiek door onder andere wetenschappers van het onderzoekscollectief Gronings Perspectief onder leiding van de Rijksuniversiteit Groningen. Op 30 juni jl. heeft Gronings Perspectief een laatste rapport uitgebracht3. Uit dit rapport bleek dat de ervaren veiligheid sinds de laatste metingen toeneemt en er een lichte stijging is in het vertrouwen in instanties als de NCG. Desalniettemin is het vertrouwen in de overheid laag. Daarnaast concludeert Gronings Perspectief dat de samenhang in dorpen en buurten onder druk staat door de gaswinningsproblematiek en dan met name door de versterkingsoperatie. De gaswinningsproblematiek heeft ook gevolgen voor de gezondheid van Groningers. Vooral Groningers met meervoudige schade, kampen met een slechtere gezondheid. Ook veroorzaakt de onduidelijkheid over de versterkingsopgave stressklachten. Uit de evaluatie van sociaal-emotionele ondersteuning van bewoners van de aardbevingsgemeenten blijkt dat de GGD een toename van zorggebruik ziet dat gekoppeld is aan stress vanuit de aardbevingen en versterkingsopgave. Ik zie zelf ook als ik in Groningen ben en met inwoners van het aardbevingsgebied spreek wat de impact van de gaswinningsproblematiek is op hun dagelijks leven en op de sociale cohesie in dorpen en wijken.
Daarom is de afgelopen periode naast de fysieke veiligheid ook aandacht geweest voor het bredere welzijn van de Groningers. Zo zet ik mij, samen met de provincie, de betrokken gemeenten en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) in om de bewoners centraal te stellen, door ze te ontlasten, keuzevrijheid te geven en perspectief te bieden. Dat waren ook belangrijke uitgangspunten in de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 tussen rijk en regio (Kamerstuk 33 529, nr. 830). In dat akkoord zijn niet alleen aanvullende middelen voor sociaal-emotionele ondersteuning vrijgemaakt maar is ook € 50 mln. beschikbaar gesteld om schrijnende situaties met meervoudige problematiek op te kunnen lossen. Deze middelen staan los van de extra middelen die rijk en regio de afgelopen periode hebben ingezet voor geestelijke verzorging (€ 550.000) en sociaal-emotionele ondersteuning (€ 5,4 mln.) waarop bijgevoegde evaluatie ziet. Over geestelijke verzorging in het aardbevingsgebied heeft de Minister van VWS uw Kamer geïnformeerd bij brief van 2 november 2020 (Kamerstukken 29 509 en 33 529, nr. 74).
Uit de evaluatie van sociaal-emotionele ondersteuning van bewoners van de aardbevingsgemeenten blijkt dat er behoefte bestaat aan verschillende vormen van deze ondersteuning, zoals bijvoorbeeld aardbevingscoaches en onafhankelijke ondersteuners van inwoners, maar dat nog niet alle dorpen en wijken naar behoefte kunnen worden bediend. De evaluatie geeft een goed overzicht van de activiteiten op dit gebied. De GGD geeft daarbij aan dat de ondersteuning van de professionals die sociaal-emotionele ondersteuning bieden cruciaal is. De ondersteuning krijgt vorm door kennis ter beschikking te stellen en vaardigheden/competenties te versterken om inwoners met minder draagkracht als gevolg van de aardbevingsproblematiek te herkennen, te ondersteunen en waar nodig door te verwijzen, maar ook door de eigen veerkracht van de professionals te versterken. De effecten van de extra inzet voor sociaal-emotionele ondersteuning zijn moeilijk kwantitatief te meten, zeker binnen de relatief korte periode van één jaar. In de evaluatie wordt geconcludeerd dat het waarborgen van de continuïteit en het daadwerkelijk effectief kunnen inzetten van sociale en emotionele ondersteuning in relatie tot de aardbevingsproblematiek voor een lange termijn noodzakelijk zal zijn om de betreffende gemeenten in Groningen de kans te geven op herstelde gezondheid en welzijn waarbij positieve gezondheid, sociale cohesie en leefbaarheid belangrijke pijlers zijn.
In de eerdergenoemde bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 zijn er ook aanvullende middelen vrijgemaakt voor sociaal-emotionele ondersteuning. Over de invulling van deze middelen ben ik in overleg met de regio (gemeenten en GGD) en het Ministerie van VWS. Hierbij betrek ik ook deze evaluatie. Ik zal uw Kamer in hierover in het eerste kwartaal van 2021 informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren