Reactie op verzoek commissie over de berichtgeving in de PZC en het persbericht van de Zeeuwse gemeenten over de Gecertificeerde Instelling (GI) Intervence
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2020D52944, datum: 2020-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-763).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -763 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2020Z25221:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Medeindiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-14 17:15: Procedurevergadering VWS (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-20 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-20 13:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 763 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2020
Met deze brief geven wij antwoord op het verzoek van uw Kamer om vandaag een reactie te geven op berichtgeving in de PZC en het persbericht van de Zeeuwse gemeenten over de Gecertificeerde Instelling (GI) Intervence, beide van 15 december jongstleden.1
Afgelopen maandag hebben we met uw Kamer een indringend debat gevoerd over de ontwikkelingen rond de jeugdbescherming en jeugdreclassering in Zeeland. Daarnaast hebben wij u op 11 december jl. antwoorden gestuurd op Kamervragen van de leden Kuiken en Van den Berge/Westerveld.2
Tijdens het debat en in de beantwoording van de Kamervragen hebben we aangegeven dat we op 11 december jl. overleg hebben gevoerd met de Zeeuwse gemeenten over de ontstane situatie in Zeeland. Tijdens dit overleg hebben we de afspraak gemaakt dat er geen onomkeerbare beslissingen genomen worden totdat er een positief advies is gegeven op het transitieplan door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: de Inspecties) en de Jeugdautoriteit (JA). Dit betekent dat de GI Intervence voorlopig verantwoordelijk blijft voor haar cliënten en ook nieuwe cliënten bij Intervence kunnen instromen.
Op basis van berichten in de media naar aanleiding van de besluitvorming in de Zeeuwse colleges op 15 december jl. is het beeld ontstaan dat de beslissing om definitief te stoppen met Intervence al genomen is en dat er geen weg meer terug is. Dit heeft tot onnodige onrust geleid bij alle betrokkenen. Wij begrijpen dat, omdat het niet strookt met de afspraken die zijn gemaakt en hetgeen wij daarover aan uw Kamer hebben mede gedeeld. We hebben daarom direct met de verantwoordelijke wethouder contact gezocht. De wethouder betreurt de ontstane beeldvorming en heeft aangegeven dat:
– de gemaakte afspraken om geen onomkeerbare stappen te zetten tot de Inspecties en de Jeugdautoriteit groen licht hebben gegeven onverkort gelden;
– als de Inspecties en de Jeugdautoriteit niet tot een positief oordeel komen over het transitieplan, alle scenario’s voor de toekomstige organisatie van de jeugdbescherming en -reclassering in Zeeland weer in de afweging worden meegenomen;
– een persbericht is uitgebracht om de ontstane onduidelijkheid weg te nemen.
Wij hopen dat met onze toelichting en het persbericht vanuit de gemeenten de mogelijk ontstane onduidelijkheid bij uw Kamer naar aanleiding van de mediaberichten is weggenomen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis