[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van de leden Becker en Wiersma over het bericht ‘Gemeenten: uitstel nieuwe inburgeringswet teleurstellend’

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2020D53153, datum: 2020-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1154).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z23464:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1154

Vragen van de leden Becker en Wiersma (beiden VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Gemeenten: uitstel nieuwe inburgeringswet teleurstellend» (ingezonden 2 december 2020).

Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 17 december 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Gemeenten: uitstel nieuwe inburgeringswet teleurstellend»?1

Vraag 2

Hoe bent u tot uitstel met nogmaals een half jaar tot 2022 gekomen?

Vraag 3

Deelt u de mening, mede met het oog op de inburgeringsopgave in 2021, dat uitstel van de nieuwe inburgeringswet grote en onwenselijke gevolgen heeft voor inburgeraars en ketenpartners? Zo ja, hoe heeft u dit belang meegewogen in uw besluit tot verdere uitstel van de invoering van de nieuwe Wet inburgering?

Vraag 4

Kunt u een tijdlijn overleggen vanaf 29 juli 2020 waarop u de Kamer meldde dat u op koers lag met de uitwerking van de wet in lagere regelgeving (het Besluit en de regeling inburgering) tot aan 11 november 2020 waarin u de Kamer informeerde over het uitstellen van de invoeringsdatum van 1 juli 2021, waarbij u ingaat op alle relevante signalen en met name van de ketenpartners, over de voortgang van de implementatie en voor het oordeel tot uitstel? Kunt u deze signalen ook als bijlage met de Kamer delen?

Vraag 5

Is het waar dat uw voornemen tot uitstel met een half jaar met enige voorzichtigheid is omkleed en impliceert dat verder uitstel in de rede ligt? Hoe realistisch schat u de implementatie per januari 2022? Is januari 2022 in ieder geval voor DUO haalbaar? Zo nee, hoe bent u tot de implementatiedatum van januari 2022 gekomen?

Vraag 6

Is het waar dat DUO eerder in de uitvoeringstoets (05-09-2019) aangaf dat de planning ambitieus was voor de invoering van de wet per januari 2021 en dat u vervolgens op 23 maart 2020 aangaf dat de invoering van de wet inburgering met een half jaar zou worden uitgesteld tot 1 juli 2021 omdat betrokken organisaties een extra half jaar nodig haddeen om de invoering van het stelsel zorgvuldig te kunnen voorbereiden? Zo ja, welke signalen van ketenpartners kreeg u voorafgaand aan dit besluit om tot uitstel over te gaan? Heeft u ten tijde van dit besluit overwogen de wet direct met een jaar uit te stellen? Zo ja, op basis waarvan heeft u toch gekozen voor uitstel met een half jaar?

Vraag 7

Heeft u de eerdere uitsteltermijn met ketenpartners en specifiek met DUO besproken? Zo ja, hoe oordeelden zij toen over de kansrijkheid van invoering per juli 2021? Welke financiële consequenties had uitstel met een half jaar toen?

Vraag 8

Is het waar dat DUO in diezelfde eerdere uitvoeringstoets aangaf dat zorgvuldige implementatie mede afhing van het beroep dat door OCW op DUO werd gedaan voor andere taken die in tijd zouden samenlopen? Zo ja, over welke toen voorzienbare taken ging dit? Welke taken zijn erbij gekomen sinds de uitvoeringstoets en welke gevolgen had dit voor de uitvoering van de implementatie van de inburgeringswet?

Vraag 9

Is het waar dat DUO aangaf dat implementatie, in ieder geval in haar systeem, ook gefaseerd kon of zou moeten gebeuren? Zo ja, is bij uitstel naar juli 2021 gekozen voor gefaseerde of volledige implementatie? Over welke onderdelen ging het die direct zouden kunnen worden geïmplementeerd?

Vraag 10

Welke inspanning, en vanaf welk moment, is binnen en richting DUO gedaan om de organisatie in de uitvoering voor te bereiden op de nieuwe inburgeringswet, al tijdens het wetstraject? Is er een projectteam op gezet bijvoorbeeld en zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Hoe is het contact met de VNG verlopen over en tot aan het besluit tot uitstel van de nieuwe wet inburgering naar 2022? Wat was hun inhoudelijke reactie op uw voornemen tot uitstel?

Vraag 12

Hoe beoordeelt u de bezorgde en teleurgestelde reacties van gemeenten? Welke gevolgen heeft het uitstel voor de implementatie van het nieuwe stelsel in gemeenten?

Vraag 13

Is het oude stelsel zonder problemen een half jaar langer uitvoerbaar voor ketenpartners? Welke gevolgen heeft het uitstel voor hun organisaties en voor de transitie van deze organisaties naar het nieuwe systeem? Welke gevolgen heeft dit specifiek voor taalscholen en het frauderisico omtrent taalscholen in het oude stelsel?

Vraag 14

Welke financiële gevolgen heeft uw besluit voor de verschillende ketenpartners, zowel voor verlengde uitvoering van het oude stelsel als voor de vertraagde implementatie in het nieuwe stelsel?

Vraag 15

Is het mogelijk en overwogen om de nieuwe wet inburgering gedeeltelijk in te voeren? Zo ja, op welke onderdelen is dit mogelijk? Zo nee, waarom niet? Waarom is niet voor gedeeltelijk invoering gekozen?

Vraag 16

Kunt u deze vragen zo snel mogelijk, tenminste voor het kerstreces, beantwoorden?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Becker en Wiersma, beiden van de VVD, naar aanleiding van het bericht over het uitstel van de invoering van de Wet inburgering 20. (2020Z23464, ingezonden 2 december 2020), grotendeels worden beantwoord met mijn brief aan uw Kamer over de uitkomsten van het overleg met de relevante partners over wanneer en onder welke voorwaarden invoering van de nieuwe Wet inburgering wel verantwoord is om in te voeren. De beantwoording van een aantal vragen is binnen de gestelde termijn van drie weken niet mogelijk, omdat prioriteit is gegeven aan de eerdergenoemde brief aan uw Kamer.


  1. https://nos.nl/artikel/2356303-gemeenten-uitstel-nieuwe-inburgeringswet-teleurstellend.html↩︎