[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitsluiten van bedrijven en beëindigen van overheidscontracten

Arbeidsmarktbeleid

Brief regering

Nummer: 2021D01548, datum: 2021-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29544-1039).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -1039 Arbeidsmarktbeleid.

Onderdeel van zaak 2021Z00555:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

29 544 Arbeidsmarktbeleid

34 252 Evaluatie Aanbestedingswet 2012

Nr. 1039 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2021

Eerder heb ik u toegezegd u te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijkheden die de Aanbestedingswet 2012 biedt om bedrijven die arbeidswetten meermaals overtreden uit te sluiten van overheidsopdrachten.1 Daarmee heb ik tevens invulling gegeven aan een toezegging op dit punt van mijn ambtsvoorganger.2

In dat verband heb ik u bij de vijfde voortgangsrapportage Wet werk en zekerheid (Kamerstuk 34 351, nr. 28) gemeld dat het uitsluiten van partijen voor overheidsopdrachten, dan wel het beëindigen van contracten, omdat overtredingen zijn geconstateerd van arbeids- en sociale wetgeving, juridisch zeer complex is en in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. De Aanbestedingswet 2012 biedt weliswaar de mogelijkheid een partij uit te sluiten van een aanbesteding op het moment dat bewezen kan worden dat deze partij niet aan zijn verplichtingen op het gebied van sociaal- en arbeidsrecht heeft voldaan. De wet stelt evenwel ook als eis dat een dergelijke uitsluiting proportioneel is en dat de partij de mogelijkheid krijgt om verbetering te laten zien. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk uitsluiting als instrument door inkoopmedewerkers binnen het Rijk structureel toe te passen. Dit vergt immers bij het toepassen maatwerk per geval. Mocht er in een concreet geval aanleiding zijn om een partij uit te sluiten, dan kan voorafgaand aan de gunning een nader individueel onderzoek worden gedaan naar de (on)mogelijkheden van het uitsluiten van deze partij bij een bepaalde aanbesteding.

Het beëindigen van contracten is juridisch gezien eenvoudiger dan het uitsluiten van een partij, maar kan alleen indien in de overeenkomst een expliciete beëindigingsbepaling is opgenomen en de beëindiging proportioneel is gezien de overtreding. De algemene voorwaarden die het Rijk van toepassing verklaart op alle contracten die gesloten worden, stellen expliciet de eis dat de contracterende partij zich houdt aan de regelgeving op het gebied van sociaal- en arbeidsrecht.

Daarnaast is in de modelovereenkomsten een optionele bepaling opgenomen op grond waarvan een opdrachtgever de mogelijkheid heeft de overeenkomst te beëindigen indien een opdrachtnemer, of diens personeel met een leidinggevende en beslissingsbevoegde positie, onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld voor discriminatie. Indien een partij deze bepaling overtreedt kan dit aanleiding zijn een overeenkomst te beëindigen, als deze maatregel proportioneel is en de overtreder de wanprestatie niet beëindigt.

Naar aanleiding hiervan heb ik opdracht gegeven voor een verkenning die meer inzicht moet geven in de vraag of een aanvullende maatregel op het gebied van beëindiging effectief kan zijn. In deze verkenning die betrekking had op de jaren 2018 en 2019 is gekeken naar bedrijven waarmee de Haagse Inkoopsamenwerking (HIS) namens SZW een contract heeft gesloten en die een boete opgelegd hebben gekregen van de Inspectie SZW vanwege overtreding van arbeidswetgeving, voor zover die boete openbaar is gemaakt via de website van de Inspectie SZW. Het gaat hierbij om contracten die in het kader van het primaire proces (o.a. beleidsonderzoeken) door het Ministerie van SZW zijn afgesloten en producten en diensten voor bedrijfsvoering, die het Ministerie van SZW via de Rijksbrede inkoopcontracten afneemt.3 Uit deze verkenning komt naar voren dat slechts een zeer klein percentage van het totaalbedrag van de inkoop van het Ministerie van SZW betrekking heeft op bedrijven die beboet zijn door de Inspectie SZW. In het jaar 2018 betreft het vier van de onderzochte bedrijven. Met betrekking tot het jaar 2019 is gebleken dat geen van de leveranciers waarmee de HIS namens SZW een contract heeft afgesloten, een openbaar gemaakte boete heeft opgelegd gekregen voor de overtreding van arbeidswetten. Gezien de resultaten van deze verkenning, lijkt de effectiviteit van een aanvullende maatregel zoals hierboven bedoeld gering.

Niettemin wil ik in het kader van een pilot gesprekken aangaan met bedrijven die arbeidswetten hebben overtreden en waar het Ministerie van SZW een contract mee heeft afgesloten. Daarbij baseert het Ministerie van SZW zich op de gegevens die de Inspectie SZW openbaar maakt op de website www.inspectieresultatenszw.nl. Dit betreft gegevens van onderzoeken naar de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) en de Wet op het minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Op deze manier wil ik het naleven van arbeidswetten door deze bedrijven in de toekomst bevorderen. Zoals aangegeven kan worden besloten een contract te beëindigen indien in de overeenkomst een expliciete beëindigingsbepaling is opgenomen en dit proportioneel is. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan zeer ernstige overtredingen of recidive.

De pilot zal betrekking hebben op de jaren 2020 tot en met 2023. Na afloop hiervan zal ik de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van deze pilot. Tevens zal ik u informeren over het aantal leveranciers, waarmee het Ministerie van SZW zaken doet, aan wie de Inspectie SZW een openbaar gemaakte boete heeft opgelegd wegens de overtreding van een van de hierboven genoemde arbeidswetten. Hiermee – en in het licht van de voorgenomen wetgeving op het gebied van Arbeidsmarktdiscriminatie waarin wordt voorzien in een rol voor de Inspectie SZW4 – beschouw ik de motie5 aangaande uitsluiting bij aanbesteding door de rijksoverheid (op grond van arbeidsmarkdiscriminatie) en de hierboven bedoelde toezegging over hetzelfde onderwerp als afgehandeld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees


  1. Kamerstuk 29 544, nr. 814.↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 2354.↩︎

  3. Het gaat om contracten van 15.000 euro of meer waar de Haagse Inkoopsamenwerking (HIS) bij betrokken is.↩︎

  4. Zie het Wetsvoorstel Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie (Kamerstuk 35 673 nr. 2).↩︎

  5. Kamerstuk 29 544, nr. 693↩︎