[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bestuursrecht en maatwerk

Modernisering van de overheid

Brief regering

Nummer: 2021D01968, datum: 2021-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29362-289).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29362 -289 Modernisering van de overheid.

Onderdeel van zaak 2021Z00772:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2021

Met deze brief zend ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, twee onderzoeken betreffende maatwerk in het bestuursrecht. Het eerste onderzoek, dat uit twee delen bestaat, is getiteld «Bestuursrecht op Maat», van prof. mr. Y.E. Schuurmans, dr. A.E.M. Leijten en mr. drs. J.E. Esser, verbonden aan de Universiteit Leiden1. Het tweede onderzoek is getiteld «Maatwerk en bijzondere wetgeving: ondanks of dankzij?», van prof. Anne Meuwese en prof. Johan Wolswinkel, verbonden aan Tilburg University2.

Deze onderzoeken sluiten aan op de op 16 januari 2020 aan de Kamer gezonden kabinetsreactie op het rapport Regels en ruimte van ABDTOPConsult.3 In die reactie heeft het kabinet zich onder meer op het standpunt gesteld dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in bepaalde gevallen aan de overheid een opdracht geven tot het bieden van maatwerk.

De algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn deels, maar niet uitputtend, in wetgeving uitgewerkt. Zo komt het zorgvuldigheidsbeginsel onder meer terug in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dat voorschrijft dat het bestuursorgaan kennis vergaart over de relevante feiten en de af te wegen belangen. Bovendien mogen op grond van het evenredigheidsbeginsel, waarop artikel 3:4, tweede lid, van de Awb en veel in bijzondere wetten opgenomen hardheidsclausules zijn gebaseerd, de gevolgen van een besluit niet onevenredig nadelig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Hoewel het nodig is om in de praktijk de uitvoering van wet- en regelgeving zodanig vorm te geven dat tijdig grote aantallen aanvragen kunnen worden verwerkt, is in sommige gevallen maatwerk noodzakelijk om recht te doen aan de omstandigheden van het geval. Het bestuursorgaan moet voor maatwerk open staan. Het uitgangspunt is een evenredige en rechtvaardige uitkomst.

De toezending van deze onderzoeken is reeds aangekondigd in de kabinetsreactie op het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. De bij deze brief gevoegde onderzoeken brengen mogelijke verbeteringen in wet- en regelgeving in beeld. Het Leidse onderzoek geeft oplossingsrichtingen voor versterking van de Awb. Het Tilburgse onderzoek heeft gekeken naar maatwerkbevorderende en maatwerkbelemmerende bepalingen in sectorale wet- en regelgeving in verhouding tot de Awb.

Het kabinet zal, mede op basis van deze onderzoeken, bezien op welke wijze maatwerk in de uitvoering kan worden bevorderd, daarmee uitvoering gevend aan hetgeen daarover in de kabinetsreactie op het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is aangekondigd. Een van de te beantwoorden vragen daarbij is of aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur verdere invulling kan worden gegeven in wetgeving (in de Awb, in sectorale wetgeving of een combinatie daarvan). Ik streef ernaar om uw Kamer in het voorjaar van 2021, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, nader te informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  3. Kamerstuk 29 362, nr. 282.↩︎