Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verslag Videoconferentie EU Onderwijsministers 30 november 2020 (Kamerstuk 21501-34-351)
Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D02354, datum: 2021-01-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D02354).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z25505:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-01-12 15:15: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-14 10:00: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-01-19 14:00: Informele OJCS-raad (Onderwijs donderdag 21 en vrijdag 22 januari 2021) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-01-28 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-04-22 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D02354 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 18 januari 2021 inzake informele videoconferentie onderwijsministers 22 januari 2021 (Parlisnummer 2021Z00824) en d.d. 18 december 2020 inzake verslag Videoconferentie EU Onderwijsministers 30 november 2020 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 351).
De voorzitter van de commissie,
Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Inhoud | blz. | ||
I | Vragen en opmerkingen uit de fracties | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de D66-fractie | 2 | |
II | Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3 |
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie van de onderwijsministers en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van deze fractie zijn op de hoogte van het feit dat het Verenigd Koninkrijk uit het Erasmus-programma is gestapt als gevolg van de Brexit. Welke stappen heeft het ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) genomen en welke stappen gaat het ministerie OCW nemen om een toekomstige uitwisseling met de Britten mogelijk te maken? Zijn hier al plannen voor? Zo ja, op welke manier zijn die vormgegeven? Zo nee, waarom niet? Hoe kijkt de Minister naar de suggestie om het collegegeldkrediet op te hogen of studenten de mogelijkheid te geven om het collegegeldkrediet in één keer op te nemen om op deze manier Nederlandse studenten te ondersteunen die in het Verenigd Koninkrijk willen studeren, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Kamerbrief over de informele videoconferentie van onderwijsministers op 22 januari 2021 en wensen de Minister nog enkele vragen voor te leggen.
De leden van deze fractie lezen dat de videoconferentie van onderwijsministers is bedoeld ter voorbereiding op de Sociale Top die het Portugese voorzitterschap in mei organiseert. Zij vragen of de Minister de hoofdlijnen van de discussienotitie voor de videoconferentie kan schetsen. Wat zou, volgens de Minister, op het gebied van onderwijs op de Sociale Top besproken moeten worden, zo vragen de leden.
De leden wensen de Minister enkele vragen te stellen over Erasmus+. Het EU-uitwisselingsprogramma geeft jaarlijks duizenden jongeren, studenten en leraren de kans om over de grenzen heen ervaring op doen. Het stemt deze leden positief dat het is gelukt om het budget voor Erasmus+ de komende jaren met zo’n 10 miljard euro te verhogen. Deze leden vragen hoeveel Nederlandse jongeren, studenten en leraren jaarlijks via Erasmus+ ervaring in het buitenland op doen. Op welke wijze wordt de budgetverhoging voor het Erasmus+ ingezet, zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen dat de Britse regering ervoor gekozen heeft om niet deel te nemen aan Erasmus+. De meeste Britse studenten van nu mochten nog niet stemmen over de Brexit. Zij die mochten stemmen, kozen overweldigend voor Europa. Toch zal er geen Erasmus voor hen zijn. Deze leden hebben bij het notaoverleg over de Brexit op 13 januari jl. reeds de toezegging gekregen dat het kabinet zich zal inspannen voor een alternatief Erasmusprogramma met het Verenigd Koninkrijk om studentenuitwisselingen wederzijds mogelijk te blijven maken.1 Zij hebben enkele aanvullende vragen voor de Minister. Is zij bereid om met de Schotse regering in gesprek te gaan over een alternatief uitwisselingsprogramma als de Britse regering geen interesse heeft of treuzelt? Mogen hogescholen en universiteiten desnoods zelf met Britse universiteiten afspraken maken over studentenuitwisselingen zonder dat de studenten twee keer collegegeld betalen, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerstuk 35 393, nr. 30↩︎