[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Kuzu over de IHRA-definitie van antisemitisme

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2021D03820, datum: 2021-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1477).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z00171:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1477

Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de IHRA-definitie van antisemitisme (ingezonden 7 januari 2021).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 januari 2021).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen over de status en rol van de IHRA-definitie bij de strafrechtelijke beoordeling of uitlatingen discriminatoir zijn?1

Vraag 2

Herinnert u zich uw positionering «oordeel Kamer» bij de motie die de regering verzoekt «te bevorderen dat deze [IHRA] definitie voortvarend en herkenbaar in uitvoering komt in de opsporing en vervolging van antisemitisme»?2

Vraag 3

Doet deze positionering «oordeel Kamer» in enige vorm afbreuk aan uw antwoorden op de Kamervragen vermeld onder vraag 1? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 4

Kunt u uitleggen hoe de IHRA-definitie «herkenbaar in uitvoering» zou kunnen komen in de opsporing en vervolging van antisemitisme, als die definitie juridisch niet bindend is en naast het geldende juridische beoordelingskader geen juridisch relevante rol speelt?

Vraag 5

Heeft u met het Openbaar Ministerie (OM) overleg gepleegd over de toepassing van de IHRA-definitie door het OM bij de beoordeling van de strafbaarheid van discriminatoire uitlatingen? Zo ja, wat is het standpunt van het OM betreffende de rol die de IHRA-definitie speelt, c.q. dient te spelen, bij deze strafrechtelijke beoordeling?

Vraag 6

Beschikt u over informatie dat het OM de IHRA-definitie intussen heeft gebruikt? Zo ja, welke informatie, en hoe heeft het OM de IHRA-definitie gewogen en ingezet?

Vraag 7

Heeft u kennisgenomen van het volgende standpunt van de European Commission against Racism and Intolerance (ECRI): «ECRI strongly emphasises that any attempts to misuse the [IHRA] Working Definition and its examples to stifle, or stigmatise as antisemitic, legitimate criticism of Israel and its policies, in particular towards the Palestinian people and in the context of the Israeli occupation of Palestinian territories, will jeopardise efforts to combat antisemitism and should therefore be rejected.»? Deelt u dit standpunt? Zo neen, waarom niet?3

Vraag 8

Herinnert u zich de volgende uitspraak van de VN-Speciaal rapporteur voor de Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging: «Where public bodies use the [IHRA] definition in any regulatory context, due diligence must be exercised to ensure that freedom of expression within the law is protected for all»? Op welke wijze monitort en waarborgt u dat alle instanties in Nederland die de IHRA-definitie hanteren en/of daartoe door het kabinet zijn aangespoord, hun verplichting tot deze «due dilligence» nakomen? Kunt u uw antwoord toelichten?4

Vraag 9

Wat is uw reactie op berichten dat de Amerikaanse regering overweegt om vooraanstaande internationale NGO's zoals Amnesty International, Human Rights Watch en Oxfam als «antisemitisch» te classificeren, op grond van hun werkzaamheden in Israël en Palestina, waarbij de IHRA-definitie volgens mediaberichten als maatstaf zou dienen?5

Vraag 10

Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden, graag binnen de reguliere termijn?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid lid Kuzu (DENK), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de IHRA-definitie van antisemitisme (ingezonden 7 januari 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


  1. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3921↩︎

  2. Kamerstuk 35 570-VI, nr. 70↩︎

  3. «ECRI’s Opinion on the IHRA Working Definition of Antisemitism», 2 december 2020, https://rm.coe.int/opinion-ecri-on-ihra-wd-on-antisemitism-2755-7610-7522-1/1680a091dd↩︎

  4. Rapport VN-Speciaal rapporteur voor de Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging, 23 september 2019, https://www.ohchr.org/Documents/Issues/Religion/A_74_47921ADV.pdf↩︎

  5. «U.S. weighs labeling leading human rights groups «anti-Semitic»», Politico, 21 oktober 2020, https://www.politico.com/news/2020/10/21/state-department-weighs-labeling-several-prominent-human-rights-groups-anti-semitic-430882; «A State Department Memo Suggests It’s About to Accuse Prominent Human Rights Groups of «Anti-Semitism», Mother Jones, 21 oktober 2020, https://www.motherjones.com/politics/2020/10/state-departments-anti-semitism-human-rights-amnesty-oxfam/↩︎