Onderzoek vervroegde uittreding en dienstjaren
Toekomst pensioenstelsel
Brief regering
Nummer: 2021D04098, datum: 2021-01-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32043-556).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32043 -556 Toekomst pensioenstelsel.
Onderdeel van zaak 2021Z01855:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-02-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-02-09 16:30: Procedures en brieven (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-03-31 14:00: Pensioenonderwerpen (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-07 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
32 043 Toekomst pensioenstelsel
Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2021
In het kader van het pensioenakkoord van 5 juni 2019 hebben sociale partners en het kabinet afgesproken te gaan onderzoeken of het mogelijk is om het moment van uittreden onder voorwaarden te koppelen aan het aantal dienstjaren, bijvoorbeeld 451. Aandachtspunten hierbij zijn de uitvoerbaarheid en het behoud van de AOW als volksverzekering en stabiele basis van ons pensioenstelsel.
In de Eerste Kamer is in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Verandering koppeling AOW-leeftijd, de motie De Vries ingediend, waarin de regering verzocht wordt een onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het invoeren van een vergelijkbare regeling als de Italiaanse Quota 100 regeling2. In de motie wordt overwogen dat het rechtvaardig is dat mensen, bijvoorbeeld met zware beroepen, die een lang arbeidsverleden hebben, eerder met pensioen kunnen dan mensen met een kort arbeidsverleden.
Bijgaand ontvangt u het eindrapport van de werkgroep waarin de bevindingen van dit onderzoek zijn weergegeven3. In de begeleidingsgroep is samengewerkt door vertegenwoordigers van CNV, FNV, VNO-NCW en MKB-Nederland, VCP en SZW.
Het rapport wil een technische analyse bieden en een weergave van de bevindingen in de werkgroep en bevat geen aanbevelingen.
Het kabinet legt het rapport zonder nadere standpuntbepaling aan u voor.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees