[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het achterblijven van de bouwambitie in Almere

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D05342, datum: 2021-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1560).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z12165:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1560

Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het achterblijven van de bouwambitie in Almere (ingezonden 25 juni 2020).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 5 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1129.

Vraag 1

Bent u bekend met de afspraken die gemaakt zijn in het Integraal Afspraken Kader (IAK) Almere1 en in de uitvoeringsovereenkomst over de bouwambitie en financiële ondersteuning vanuit het Rijk?2

Antwoord 1

Ja, deze afspraken zijn mij bekend.

De meeste recente gezamenlijke afspraken tussen rijk, regio en Almere zijn gemaakt in het kader van de Bestuursovereenkomst RRAAM (Rijksregioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer) en de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0, die in 2013 zijn getekend. Met deze overeenkomsten geven Rijk en regio gezamenlijk uitwerking aan de uitvoering van de in de Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer neergelegde visie. In de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0 is het IAK komen te vervallen (Algemene bepaling 1.2)3. Er is een afspraak gemaakt om gerekend vanaf 2010 60.000 woningen te bouwen. In het licht van de effecten van de crises is toen afgesproken de bouw organisch te laten verlopen. Er is geen termijn verbonden aan de realisering van deze woningen.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de ambitie van Almere om tot 2030 maximaal 25.000 extra woningen te realiseren, terwijl met het Rijk is afgesproken om in de periode vanaf 2010 60.000 woningen te bouwen?

Antwoord 2

Van de 60.000 te bouwen woningen vanaf 2010 die in de afspraken zijn opgenomen zijn er inmiddels ca. 12.000 gerealiseerd. In de woonvisie Almere «Thuis in Almere» die in 2020 is vastgesteld, is de ambitie opgenomen om ca. 25.000 woningen te bouwen in de periode 2020–2030. Deze 25.000 woningen zijn een onderdeel van de 60.000 te bouwen woningen zoals afgesproken in 2013. Bij realisering van deze ambitie zullen derhalve in Almere in een tijdsbestek van 20 jaar (tussen 2010–2030) in totaal 37.000 woningen gerealiseerd zijn. Het bouwen van 25.000 woningen in de periode 2020–2030 is 2,5 x de productie in de periode 2010–2020 voor Almere. Dit is te beschouwen als een aanzienlijke versnelling. De plancapaciteit is daarmee voor handen. Momenteel wordt in Almere gewerkt aan een programma om deze versnellingsopgave te realiseren. Het betreft de uitvoering van onder meer vastgestelde plannen en plannen in voorbereiding tot 2030.

Voor de locaties die na 2030 zijn gepland onderzoeken we waar versnelling mogelijk is. Het streven om de potentiele mogelijkheden voor woningbouw in Flevoland te maximaliseren is verwoord in de brief «Betreft woningbouw Almere en Flevoland» die op 5 november 2020 aan de Tweede Kamer is gestuurd4. De brief haalt aan dat er in Zuidelijke Flevoland vanaf 2020 tot 2050 65.000–75.000 woningen (Almere Stad, Oosterwold, Almere Pampus) gerealiseerd zouden kunnen worden. De woningbouwopgave in Almere is onderdeel van de integrale verstedelijkingsstrategie van de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In het BO MIRT 2020 heb ik nadere afspraken gemaakt om te verkennen hoe de woningbouw in Almere Centrum en Almere Pampus versneld kan worden. Als bouwsteen daarvoor werken het rijk, diverse regionale partijen en Almere aan het Handelingsperspectief MRA Oost. Dit handelingsperspectief gaat leiden tot een actualisering van de visie, strategie en uitvoering van RRAAM.

Vraag 3

Welke consequenties heeft dit voor de gemaakte afspraken met het Rijk betreffende extra investeringen in ruil voor een hoge bouwambitie?

Antwoord 3

De eerdere gemaakte afspraken in 2013 zijn nog steeds van toepassing en nieuwe inzichten kunnen leiden tot aanvullingen daarop. Zo wordt op dit moment op basis van de afspraken die zijn gemaakt in het BO MIRT van november 2020 onder andere onderzocht welke investeringen en maatregelen nodig zijn om de hoge bouwambitie te realiseren.

Van belang is te constateren dat de doorgroei van Almere niet alleen een kwestie is van het bouwen van woningen. De afspraken die zijn gemaakt in het kader van RRAAM spreken van een drievoudige schaalsprong op het vlak van verstedelijking, ecologie en bereikbaarheid. Almere heeft inmiddels een samenleving van 220.000 inwoners. Doorgroei vergt afspraken die leiden tot de groei van het aantal banen (en een goede woon-werkbalans), de doorontwikkeling van het stadshart en een versterking van het voorzieningenniveau zoals op het vlak van onderwijs en cultuur.

Vraag 4

Vindt u ook dat in tijden van woningnood voldaan moet worden aan eerder gemaakte afspraken rondom de bouw van woningen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja. Almere voldoet met zijn inspanningen aan de eerder gemaakte afspraken. Almere heeft met de ambitie van de woonvisie voor de periode 2020–2030 zelf het initiatief genomen om de woningbouw te versnellen om het woningtekort te lenigen. Met de vaststelling van de Visie Almere Centraal in 2020 is het voornemen 5.000 woningen in het stadshart te realiseren. Het betreft een deel van de woningen die zijn opgenomen in de ambitie in de periode 2020- 2030. Inmiddels wordt onderzocht of het mogelijk is het potentieel in het stadshart van Almere te vergroten in de jaren daarna. Dit is een onderdeel van het eerdergenoemde Handelingsperspectief MRA Oostflank waaraan verschillende overheden, waaronder het rijk en de gemeente Almere, in samenwerken. Dit sluit aan op het besluit dat is genomen tijdens het BO Leefomgeving 2020 in het kader van de polycentrische ontwikkeling van de MRA, namelijk de inzet op het versterken van de stadsharten van 7 steden, waaronder Almere.

Ook wordt momenteel door rijk en regio onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de ontwikkeling van grote woningbouwlocaties te versnellen. Dit betreft in Almere de ontwikkellocatie Almere Pampus zoals de brief over Woningbouw Almere en Flevoland van 5 november 2020 vermeldt. De ontwikkeling van Pampus, inclusief een goede bereikbaarheid van dit gebied, is onderdeel van het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area. Rijk en regio hebben in het BO MIRT van november 2020 het rapport «Naar een ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay Area» met daarin de (tussen)resultaten en conclusies van het MIRT-onderzoek vastgesteld en afspraken gemaakt het MIRT-onderzoek voort te zetten.5 Het MIRT onderzoek heeft tot inzicht geleid dat er op Pampus tussen de 25.000–35.000 woningen kunnen worden gebouwd. Bij de in het onderzoek onderzochte programma’s voor wonen en werken (ca. 100.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen) vormt de IJmeerverbinding in de vorm van een light railverbinding een kansrijke oplossing om bij te dragen aan de hoofdopgaven van het programma SBaB en aan de verstedelijkingsopgave in de Oostflank van de MRA.

Momenteel wordt gewerkt aan een vervolg van het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area, wat tot verdere besluitvorming moet leiden in 2021.

Vraag 5

Welke stappen bent u bereid te zetten om de betreffende regio aan te sporen de bouwambitie te verhogen? Zijn daar financiële consequenties aan verbonden?

Antwoord 5

In de brief over Woningbouw Almere en Flevoland van 5 november 2020 zijn al aanzetten gegeven om tot een grotere bouwambitie te komen. De brief geeft aan dat woningbehoefte niet alleen in aantallen is uit te drukken, maar ook in kwaliteit van woning en leefomgeving in relatie tot aanwezigheid van voorzieningen en werkgelegenheid. De integrale aanpak met het oog op kwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid vormt daarbij het uitgangspunt. Een goede bereikbaarheid is daarbij ook een belangrijke conditie. Hier zijn financiële consequenties aan verbonden. Zoals mag blijken uit de beantwoording van de voorgaande vragen worden er al vele stappen ondernomen om de bouwambitie te verhogen en te versnellen.

Tijdens het bestuurlijk overleg met de regio op 18 november 2020 hebben we nadrukkelijk gesproken over de mogelijkheden voor versnelling van de woningbouwopgave en de vervolgstappen om tot realisatie te komen. Daarnaast verwacht ik meer duidelijkheid over uitwerking van de versnellingslocaties in het tweede kwartaal van 2021. Op dat moment weten we wat er nodig is om de woningen op zo kort mogelijke termijn te realiseren.


  1. Commissie MER, Integraal Afsprakenkader Almere, 29 januari 2010

    https://www.commissiemer.nl/zoeken?q=integraal+afsprakenkader+almere&it=↩︎

  2. Rijksoverheid.nl, Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0, 20 november 2013

    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2013/11/20/uitvoeringsovereenkomst-almere-2-0↩︎

  3. Kamerstuk 31 089, nr. 100.↩︎

  4. Kamerstuk 32 847, nr. 691.↩︎

  5. Kamerstuk 35 570-A, nr. 45↩︎