Reactie op de uitvoering van de motie van het lid Van Dam c.s. over aanvullend feitelijk onderzoek naar het sluiten van het luchtruim boven en rondom Oost-Oekraïne (Kamerstuk 33997-145)
Vliegramp MH17
Brief regering
Nummer: 2021D05417, datum: 2021-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33997-162).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Feitenonderzoek naar de sluiting van het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne in relatie tot het neerhalen van Vlucht MH17
- Factual inquiry into the airspace closure above and around eastern Ukraine in relation to the downing of Flight MH17
Onderdeel van kamerstukdossier 33997 -162 Vliegramp MH17.
Onderdeel van zaak 2021Z02486:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-02-11 12:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-16 19:00: MH-17 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-07-08 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
33 997 Vliegramp MH17
Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, over de uitvoering van de motie van het lid van Dam c.s., ingediend op 1 oktober 2019, waarin de regering wordt verzocht te inventariseren welke opties er zijn om tot een vollediger nader feitenonderzoek te komen inzake de sluiting van het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne en de Kamer daarover te informeren (Kamerstuk 33 997, nr. 145). Als bijlage bij deze Kamerbrief treft u het eindrapport aan van het in dit kader door de Flight Safety Foundation uitgevoerde nader feitenonderzoek, alsmede een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangeboden Nederlandse vertaling van de managementsamenvatting van dit eindrapport.1 In voorliggende brief volgt eveneens een appreciatie van het kabinet.
Inleiding
Allereerst spreekt het kabinet zijn waardering uit voor dit veelomvattende en zorgvuldig opgestelde rapport. Het kabinet is van mening dat dit rapport een bijdrage levert aan het inzichtelijk maken van de praktijk van staten ten aanzien van het sluiten van het luchtruim boven conflictgebieden, alsmede specifiek de feitelijke omstandigheden met betrekking tot de sluiting van het luchtruim boven en rondom het oosten van Oekraïne voorafgaand aan en ten tijde van het neerhalen van vlucht MH17. Dit rapport vormt daarmee een waardevolle aanvulling op het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV, 13 oktober 2015) naar de oorzaken van de crash van vlucht MH17, waarin het sluiten van het luchtruim boven het oosten van Oekraïne ook aan de orde komt.
Bevindingen en appreciatie per deelonderwerp
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 1 mei 2020 (Kamerstuk 33 997, nr. 152. d.d. 1 mei 2020) is het aanvullend feitelijk onderzoek uitgevoerd aan de hand van drie deelonderwerpen. Per deelonderwerp volgt hieronder een korte appreciatie namens het kabinet.
i) Een representatieve inventarisatie van de praktijk van staten ten aanzien van het gebruik van vliegroutes door de burgerluchtvaart boven conflictzones in de afgelopen 20–30 jaar
De Flight Safety Foundation heeft, over de periode van 1985–2020, 34 casussen van het neerhalen van burgerluchtvaarttuigen boven conflictgebieden nader geanalyseerd. Op basis van deze analyses stelt het rapport dat er geen gangbare praktijk van staten blijkt te zijn om het luchtruim boven conflictgebieden volledig te sluiten. Zoals ook al eerder geconcludeerd naar aanleiding van rapporten van de OVV, benadrukt deze constatering opnieuw het belang van de voortdurende inzet van Nederland en de gehele internationale gemeenschap voor het verbeteren van de veiligheid van de burgerluchtvaart als het gaat om vliegen boven conflictgebieden. Nederland blijft zich hier ook in de toekomst voor inspannen, onder andere door een actieve rol binnen de ICAO en de EU, en als medeoprichter van de Safer Skies Consultative Committee, voortkomend uit het door Nederland gesteunde Canadese Safer Skies Initiatief.
ii) Een feitelijk onderzoek naar de sluiting van het luchtruim boven het oosten van Oekraïne vanaf 1 maart 2014 tot de volledige sluiting daarvan na het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014
Het rapport stelt dat, op basis van de beschikbare informatie, waaronder de informatie die in het kader van het onderzoek door de Oekraïense autoriteiten is aangeleverd, onvoldoende feiten zijn vastgesteld die er op duiden dat de Oekraïense autoriteiten die destijds verantwoordelijk waren voor de veiligheid van de burgerluchtvaart boven het oosten van Oekraïne zich bewust waren van een bedreiging voor de burgerluchtvaart boven dat deel van het luchtruim dat al was gesloten of zich daar bewust van hadden kunnen zijn. Op basis van deze bevindingen ziet het kabinet geen aanleiding om het eerdere standpunt van het kabinet (Kamerstuk 33 997, nr. 137, d.d. 2 mei 2019) te heroverwegen, namelijk dat er op dit moment geen voldoende overtuigend juridisch bewijs is voor een succesvolle aansprakelijkstelling van Oekraïne voor het niet volledig sluiten van het luchtruim.
iii) Een feitelijk onderzoek naar de sluiting van het luchtruim boven het grondgebied van de Russische Federatie grenzend aan het oosten van Oekraïne vanaf 1 maart 2014 tot de volledige sluiting daarvan na het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014
Op basis van de beschikbare informatie, waaronder de informatie die in het kader van het onderzoek door de Russische autoriteiten is aangeleverd, stelt het rapport dat er ook onvoldoende feiten zijn vastgesteld die er op duiden dat de Russische autoriteiten die destijds verantwoordelijk waren voor de veiligheid van de burgerluchtvaart boven het aangrenzende Russische grondgebied zich bewust waren van een bedreiging van de burgerluchtvaart boven dat deel van het luchtruim dat al was gesloten of zich daar bewust van hadden kunnen zijn. Het kabinet benadrukt dat de bevindingen van het onderzoek niet van invloed zijn op het eerdere standpunt van het kabinet (Kamerstuk 33 997, nr. 117, d.d. 25 mei 2018), namelijk dat de Russische Federatie aansprakelijk is voor het neerhalen van vlucht MH17.
Medewerking Rusland en Oekraïne
Zoals reeds genoemd in het plenaire debat met uw Kamer op 1 oktober 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 7, item 28) was de medewerking van Oekraïne en de Russische Federatie noodzakelijk voor de uitvoering van het door uw Kamer verzochte feitenonderzoek. Via diplomatieke kanalen, evenals via de Minister van Buitenlandse Zaken, is meermaals contact geweest met zowel de Russische Federatie als Oekraïne over de uitvoering van het onderzoek en hierbij is steeds het belang van medewerking benadrukt. De totstandkoming van deze medewerking bleek in de praktijk langer te duren dan voorzien. De antwoorden van zowel Oekraïne als Rusland op de vragen van de Flight Safety Foundation zijn opgenomen in bijlagen bij het rapport. Het rapport zal ook worden overhandigd aan de Oekraïense en Russische ambassadeurs.
Ten slotte
Ten slotte hecht het kabinet eraan opnieuw te benadrukken dat waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor de 298 slachtoffers van het neerhalen van vlucht MH17 en hun nabestaanden voor het kabinet prioriteit is en blijft.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎