Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

35 606 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een vereenvoudiging van de bestuurlijke inrichting van het stelsel voor beroepsonderwijs door omvorming van het aoc tot verticale scholengemeenschap en een andere invulling van bevoegd gezag (Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 februari 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel N, subonderdeel 2, komt te luiden:

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel k wordt de komma aan het slot vervangen door «, en».

b. In onderdeel l wordt «en» vervangen door een punt.

c. Onderdeel m vervalt.

B

In artikel I, onderdeel V, vervalt in het voorgestelde artikel 3.1.2, vierde lid, onderdeel b, «de statuten,».

C

In artikel I, onderdeel HH, wordt aan het voorgestelde artikel 8a.1.3, vijfde lid, een zin toegevoegd, luidende: Indien een situatie als bedoeld in het vierde lid zich voordoet, wordt het medezeggenschapsstatuut binnen vier maanden opnieuw vastgesteld.

D

Artikel III, onderdeel O, komt te luiden:

O

Artikel 74b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «de onderdelen a tot en met f» vervangen door «de onderdelen a tot en met e».

b. In onderdeel d vervalt «of aan een agrarisch opleidingscentrum voor zover het gaat om het vbo» en wordt aan het slot na de komma «of» toegevoegd.

c. In onderdeel e wordt «een profiel als bedoeld in artikel 10b, derde lid, onderdelen a tot en met c en f tot en met j» vervangen door «een profiel als bedoeld in artikel 10b, derde lid, onderdelen a, b, c, f, g, h en j» en wordt aan het slot van dat onderdeel «, of» vervangen door een punt.

d. Onderdeel f vervalt.

2. In het tweede lid wordt «onderdelen b tot en met f» vervangen door «onderdelen b tot en met e».

E

Na onderdeel Q van artikel III wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

In het eerste lid van artikel 109 wordt «artikel 74b, eerste lid, onderdeel e of f» vervangen door «artikel 74b, eerste lid, onderdeel e».

F

In artikel XII, onder a, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel III als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel R komt te luiden:

R

Artikel 4.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «de onderdelen a tot en met f» vervangen door «de onderdelen a tot en met e».

b. In onderdeel d vervalt «of aan een aoc voor zover het gaat om het vbo» en wordt aan het slot na de puntkomma «of» toegevoegd.

c. In onderdeel e wordt «een profiel als bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, onderdelen a tot en met c en f tot en met j» vervangen door «een profiel als bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, onderdelen a, b, c, f, g, h en j» en wordt aan het slot van dat onderdeel «; of» vervangen door een punt.

d. Onderdeel f vervalt.

2. In het tweede lid wordt «onderdelen b tot en met f» vervangen door «onderdelen b tot en met e».

2. Na onderdeel R wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ra

In artikel 4.26 wordt «onderdeel e of f» vervangen door «onderdeel e».

G

In artikel XII wordt onder c als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel R komt te luiden:

R

Artikel 4.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «de onderdelen a tot en met f» vervangen door «de onderdelen a tot en met e».

b. In onderdeel d vervalt «of aan een aoc voor zover het gaat om het vbo» en wordt aan het slot na de puntkomma «of» toegevoegd.

c. In onderdeel e wordt «een profiel als bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, onderdelen a tot en met c en f tot en met j» vervangen door «een profiel als bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, onderdelen a, b, c, f, g, h en j» en wordt aan het slot van dat onderdeel «; of» vervangen door een punt.

d. Onderdeel f vervalt.

2. In het tweede lid wordt «onderdelen b tot en met f» vervangen door «onderdelen b tot en met e».

2. Na onderdeel R wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ra

In artikel 4.26 wordt «onderdeel e of f» vervangen door «onderdeel e».

H

Het opschrift van Artikel XII. Samenloopbepaling Wet elektronische publicaties komt te luiden: Artikel XIIa. Samenloopbepaling Wet elektronische publicaties.

I

Na artikel XIIa wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel XIIb. Samenloopbepaling Vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen

Indien artikel V van de Wet van 28 oktober 2020 houdende wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen) (Stb. 2020, 437) later in werking treedt dan artikel I, onderdeel P, van deze wet, vervalt artikel V van die wet.

Toelichting

1. Algemeen

Met deze nota van wijziging, bestaande uit de onderdelen A tot en met I, worden enkele wijzigingen aangebracht in het voorstel van wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een vereenvoudiging van de bestuurlijke inrichting van het stelsel voor beroepsonderwijs door omvorming van het aoc tot verticale scholengemeenschap en een andere invulling van bevoegd gezag (Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs). Het betreft, uitgezonderd onderdeel C van deze nota, het herstel van technische onvolkomenheden, die hierna worden toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

2. Artikelsgewijs

Onderdeel A:

In artikel I, onderdeel N, was nog geen rekening gehouden met de verlettering van het derde lid van artikel 2.2.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) door artikel I, onderdeel E, van de Wet versterken positie mbo-studenten met ingang van 1 augustus 2021.¹

Onderdeel B:

In artikel I, onderdeel V, wordt het voorgestelde artikel 3.1.2, vierde lid, onderdeel b, WEB aangepast als het gaat om de goedkeuring van de statuten door de raad van toezicht. Met de eerder voorgestelde formulering zou namelijk strijd met het algemeen rechtspersonenrecht kunnen ontstaan in geval van een vereniging als bevoegd gezag van een bijzondere instelling. Dat wordt voorkomen, doordat met deze nota van wijziging de goedkeuring van de statuten door een raad van toezicht niet meer wettelijk wordt voorgeschreven. Dit laat natuurlijk onverlet dat een raad van toezicht statutair verplicht kan zijn om de statuten te accorderen. Dat is dan op basis van interne regels.

Onderdeel C:

Aan het vijfde lid van het voorgestelde artikel 8a.1.3 over de ouderraad wordt voor de zekerheid een passage toegevoegd waarmee het medezeggenschapsstatuut binnen vier maanden opnieuw moet worden vastgesteld bij de vorming of uitbreiding van een verticale scholengemeenschap. Zo wordt bereikt dat direct bij de start het bevoegd gezag met de ouderraad de medezeggenschapsrechten vastlegt.

Onderdelen D tot en met G:

In artikel III van het wetsvoorstel was nog geen rekening gehouden met de verwijzing in artikelen 74b, tweede lid, en 109 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) naar de verletterde onderdelen van artikel 74b, eerste lid, WVO.² Ditzelfde geldt voor de samenloop in artikel XII voor de Wet voortgezet onderwijs 2020. Dat artikel XII onderscheidt in de onderdelen a, b, en c, verschillende samenloopscenario’s. Onderdelen F en G van deze nota hebben betrekking op artikel XII, onderdeel a, respectievelijk c.

Onderdeel H:

Het wetsvoorstel bevat abusievelijk twee verschillende artikelen XII. Daarom wordt het tweede artikel XII vernummerd naar artikel XIIa.

Onderdeel I:

Met het nieuwe artikel XIIb wordt de samenloop met artikel V van de Wet van 28 oktober 2020, houdende wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen)³ geregeld.

Deze nota van wijziging wordt gegeven mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven

---

1. Stb. 2020, 234 en 276.↩︎

2. Stb. 2020, 160, artikel II, onderdelen O en R.↩︎

3. Stb. 2020, 437.↩︎