Geannoteerde agenda van de informele videoconferenties van de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 februari 2021 en de leden van de Europese Raad van 25 en 26 februari 2021
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2021D06741, datum: 2021-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2268).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2268 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2021Z03087:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-02-15 15:00: Informele Europese Raad van 25-26 februari 2021 inzake COVID-19 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-02-18 12:00: Raad Algemene Zaken dd 23 februari 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-21 11:00: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele videoconferenties van de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 februari 2021 en de leden van de Europese Raad van 25 en 26 februari 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE VIDEOCONFERENTIES VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 23 FEBRUARI EN VAN DE LEDEN VAN DE EUROPESE RAAD VAN 25–26 FEBRUARI 2021
Op dinsdag 23 februari 2021 vindt een informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. De Raad bespreekt de agenda van de informele videoconferenties van de leden van de Europese Raad van 25 en 26 februari. Daarnaast zal de Raad spreken over de Conferentie over de toekomst van Europa, het Actieplan voor Europese Democratie en de relatie tussen de EU en het VK. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is voornemens eveneens deel te nemen aan deze vergadering voor het agendapunt Actieplan voor Europese Democratie.
Op donderdag 25 en vrijdag 26 februari 2021 vinden informele videoconferenties van de leden van de Europese Raad (ER) plaats. De Raad zal op 25 februari naar verwachting spreken over COVID-19-coördinatie en gezondheid en op 26 februari over het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid en het Zuidelijk Nabuurschap. Naar verwachting zal na afloop een verklaring worden gedeeld. De Minister-President is voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
Informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 februari
Bespreking agenda informele videoconferenties van de leden van de Europese Raad van 25 en 26 februari
De inzet van het kabinet vindt u in het tweede deel van dit document.
Conferentie over de Toekomst van Europa (informatiepunt)
Naar verwachting zal het Portugese voorzitterschap de Raad informeren over de stand van zaken bij de voorbereiding van de gezamenlijke verklaring van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie. Het voorzitterschap zal daarbij ingaan op eventuele vooruitgang sinds de overeenstemming in Coreper over het gewijzigde Raadsmandaat, waarover uw Kamer in de brief van 8 februari jl.1 is geïnformeerd.
Het Raadsmandaat geeft de positie van de Raad weer over het doel, de inhoud en de vormgeving van de Conferentie. De Raad (het roulerend voorzitterschap), het Europees Parlement en de Commissie onderhandelen nu over het mandaat, de inhoud en vorm van de Conferentie. Het resultaat daarvan wordt vastgelegd in een gezamenlijke verklaring. Het kabinet zal het belang blijven benadrukken van goede tussentijdse terugkoppeling aan en raadpleging van de Raad, mede om uw Kamer tijdig te kunnen informeren, en zal in het verslag van de informele videoconferentie van de leden van de RAZ de stand van zaken weergeven.
Het kabinet acht het van belang dat de nationale parlementen actief betrokken zijn bij de Conferentie. Zodra meer bekend is over de modaliteiten van de Conferentie zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Daarbij zal het kabinet – zoals toegezegd in het algemeen overleg voor de Raad Algemene Zaken van 28 januari 20202 – een voorstel doen om aanvullende afspraken te maken over de wijze waarop het parlement gedurende de Conferentie informatie wordt verschaft, indien nodig en gewenst.
Actieplan voor Europese Democratie
Op 3 december jl. is het Actieplan voor Europese Democratie3 door de Europese Commissie gepubliceerd. Het actieplan kondigt verschillende initiatieven aan om de integriteit van verkiezingen te beschermen en democratische participatie te bevorderen, mediavrijheid en media pluralisme te versterken en desinformatie te bestrijden. De leden van de Raad zullen van gedachten wisselen over dit actieplan. Beide Kamers zijn op 29 januari jl. geïnformeerd over het kabinetsstandpunt ten aanzien van het Actieplan voor Europese Democratie.4 Het kabinet verwelkomt het actieplan, en zal dit op de komende informele videoconferentie van de leden van de Raad onderstrepen. Het is van belang dat ook op Europees niveau aandacht is voor de goede werking van de democratie en de bescherming van mediavrijheid. Dit dient uiteraard te gebeuren met volledig respect voor de nationale competenties op dit terrein zoals de Commissie zelf terecht opmerkt. Het kabinet hecht hier, zeker met betrekking tot verkiezingen en politieke partijen, sterk aan. Waar het gaat om het aanpakken van desinformatie pleit het kabinet al langer voor meer transparantie van online platformen en een verbetering van de Europese gedragscode tegen desinformatie.5 Het kabinet kijkt dan ook uit naar de aangekondigde plannen van de Europese Commissie voor verbetering van deze code.
Relatie EU-VK
De Raad zal naar verwachting spreken over de implementatie van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) tussen de EU en het VK waarover op 24 december jl. overeenstemming werd bereikt tussen de onderhandelaars en die sinds 1 januari jl. voorlopig wordt toegepast. Het kabinet blijft daarbij inzetten op een volledige implementatie van de afspraken tussen de EU en het VK zowel in het kader van de HSO als het Terugtrekkingsakkoord. Uw Kamer ontvangt spoedig een brief met een uiteenzetting van de eerste ervaringen met de nieuwe relatie tussen de EU en het VK op basis van de HSO en met de maatregelen zoals die ter voorbereiding waren getroffen.
Om de ratificatieprocedure aan EU-zijde af te ronden dient de Raad het concept-Raadsbesluit tot sluiting van de HSO ter goedkeuring voor te leggen aan het Europees Parlement. Bij de behandeling daarvan gaat het Europees Parlement over zijn eigen agenda. In de HSO hebben de partijen afgesproken de voorlopige toepassing tot en met 28 februari a.s. te laten duren. Deze voorlopige toepassing kan op grond van de HSO worden verlengd door de Partnerschapsraad die daar in onderlinge overeenstemming over besluit. De EU heeft voorgesteld de voorlopige toepassing te verlengen omdat de authentieke taalversies niet tijdig voor 28 februari a.s. afgerond zullen zijn. Na goedkeuring door het Europees Parlement kan de Raad het besluit tot sluiting van het akkoord met eenparigheid van stemmen vaststellen ter afronding van de sluitingsprocedure aan EU-zijde. Wanneer zowel de EU als het VK de ratificatieprocedure voltooid hebben, kan het akkoord in werking treden.
Het kabinet heeft in Brussel herhaaldelijk gevraagd om de openbaarmaking van het juridisch advies van de Juridische Dienst van de Raad over de juridische aard van de HSO. Dit juridisch advies is reeds met uw Kamer gedeeld ter vertrouwelijke inzage. In lijn met het verzoek van de Vaste Kamercommissie Europese Zaken tijdens de procedurevergadering van 9 februari jl. zal het kabinet tijdens de Raad Algemene Zaken in samenspraak met andere gelijkgezinde lidstaten wederom de openbaarmaking van dit juridisch advies aankaarten. Openbaarmaking is uiteindelijk aan de Juridische Dienst van de Raad.
Informele videoconferenties van de leden van de Europese Raad van 25–26 februari
COVID-19-coördinatie
De bespreking over COVID-19 zal onder meer in het teken staan van het uitwisselen van informatie over de epidemiologische situatie, nationale maatregelen van lidstaten en de coördinatie daarvan, waarbij specifiek zal worden gekeken naar reisrestricties. Daarnaast zal worden gesproken over de productie en uitrol van vaccins. De Commissie heeft op 30 januari 2021 bij noodverordening een tijdelijk exportautorisatieregime voor COVID-19-vaccins ingevoerd. Het doel van de regeling is om de transparantie t.a.v. de export van vaccins te vergroten en bij te dragen aan tijdige levering van vaccins binnen de EU. Ook zullen de inspanningen van de Commissie worden besproken om productie van vaccins te versnellen en onderzoek naar vaccins, inclusief de bescherming tegen nieuwe varianten van het virus, te bevorderen. De leden van de Europese Raad zullen naar verwachting oproepen tot voortgang ten aanzien van een gemeenschappelijke aanpak van vaccinatiecertificaten. Verder zullen zij de solidariteit met derde landen ten aanzien van de beschikbaarheid van vaccins bespreken.
Het kabinet steunt Europese coördinatie ten aanzien van nationale COVID-19-maatregelen. Nederland zal informatie verschaffen over de epidemiologische situatie in Nederland en de genomen nationale maatregelen. Het kabinet acht het van belang de productie en uitrol van vaccins waar mogelijk te versnellen en onderschrijft het belang van transparantie over productie- en leveringsproblemen. In dat verband verwelkomt het kabinet de genoemde inspanningen van de Commissie. Nederland hecht daarnaast aan een internationale dialoog met landen die vaccins produceren om bovenop de exportvergunningsplicht bij te dragen aan meer transparantie bij vaccinleveringen. Daarnaast zet Nederland in op zo kort mogelijk durende beperkingen en op objectieve exportvergunningscriteria rondom de toe- of afwijzing van vergunning. Hierbij dient ook te worden gewaarborgd dat levering van vaccins ten behoeve van derde landen via COVAX niet wordt belemmerd. Ten aanzien van de solidaire wereldwijde verdeling van vaccins zal Nederland de steun aan het multilaterale initiatief Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) bevestigen en benadrukken dat het ook in het belang van de lidstaten is om snelle en effectieve toegang tot vaccins in derde landen mogelijk te maken. Daartoe is EU-coördinatie in steun aan partnerlanden, waaronder via het EU Vaccine Sharing Mechanisme, van belang. Ook moet hierbij echter nauwe samenwerking met COVAX worden gezocht ten behoeve van een effectieve en solidaire verdeling. Ten aanzien van de gezamenlijke aanpak van vaccinatiecertificaten geldt dat het kabinet het gebruik van deze certificaten voor medische doeleinden kan steunen. Ten aanzien van een mogelijk bredere inzet (zoals voor reizen) zal het kabinet met inachtneming van het advies van de Gezondheidsraad van 4 februari jl. een standpunt bepalen en in maart met uw Kamer delen.
Gezondheid
Naar verwachting zal de bespreking over gezondheid in het teken staan van de toekomstige paraatheid van de Unie ten aanzien van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. Hierbij zal worden gesproken over het verbeteren van EU-coördinatie in het kader van preventie, voorbereiding en respons. De Europese Commissie heeft aangegeven voorafgaand aan de bijeenkomst van de leden van de Europese Raad in dit verband een mededeling te zullen publiceren. Een appreciatie daarvan zal separaat met uw Kamer worden gedeeld.
Het kabinet steunt de bespreking over het verbeteren van EU-coördinatie op dit vlak, maar onderstreept daarbij wel de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten, zoals ook uiteengezet in de BNC-fiches over de voorstellen voor een Europese Gezondheidsunie.6 Daarnaast onderschrijft het kabinet het belang van multilaterale samenwerking in de voorbereiding op toekomstige pandemieën, waaronder via een versterkte Wereldgezondheidsorganisatie. Het kabinet staat positief-kritisch tegenover de ontwikkeling van nieuwe initiatieven daartoe, zoals het door de voorzitter van de Raad voorgestelde nieuwe internationale pandemieverdrag, maar benadrukt dat deze duidelijke toegevoegde waarde moeten hebben ten opzichte van bestaande samenwerking en verdragen.
Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB)
De leden van de Europese Raad zullen de lopende EU-initiatieven inzake veiligheid en defensie bespreken en bezien hoe deze, onder meer via het op te stellen strategisch kompas van de EU, kunnen worden versterkt. De leden van de Europese Raad zullen ingaan op zowel het civiele als militaire crisisbeheer van de EU, samenwerking en capaciteitsontwikkeling (onder meer via PESCO, de Permanente Gestructureerde samenwerking; en EDF, het Europees Defensiefonds), alsook het versterken van de weerbaarheid van de Unie (onder meer inzake cyber en hybride dreigingen). Tevens zullen de leden van de Europese Raad het belang van samenwerking met partners, waaronder de NAVO, bespreken en vooruitblikken naar een verdere versterking van de trans-Atlantische relatie inzake veiligheid en defensie. De Secretaris-Generaal van de NAVO zal het begin van de discussie bijwonen.
Het kabinet steunt de agendering van dit thema. Het kabinet ziet de ontwikkeling van het strategisch kompas van de EU als een belangrijk instrument om de kloof tussen het ambitieniveau en het handelingsvermogen van de EU stelselmatig te verkleinen, alsook om de weerbaarheid van de EU in de huidige veiligheidscontext te vergroten. Daarbij geldt voor het kabinet dat een Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid ook de NAVO en de trans-Atlantische relatie versterkt.
Zuidelijk Nabuurschap
Voortbouwend op de conclusies van de Europese Raad van december 2020 zullen de leden van de Europese Raad verder spreken over de EU-relatie met het Zuidelijk Nabuurschap. Op 9 februari jl. publiceerden de Europese Commissie en Hoge Vertegenwoordiger Borrell de gezamenlijke mededeling7 waarmee een hernieuwd en ambitieus kader wordt voorgesteld om op gezamenlijke uitdagingen en kansen actie te ondernemen. De beoogde agenda is opgezet rondom vijf prioritaire beleidsterreinen: menselijke ontwikkeling, goed bestuur en de rechtsstaat; weerbaarheid, welvaart en de digitale transitie; vrede en veiligheid; migratie en mobiliteit; en de groene transitie. Voor de implementatie van de doelstellingen wordt een «Economisch- en investeringsplan voor de zuiderburen» van 7 miljard euro voorgesteld als onderdeel van de inzet onder het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerkingsinstrument (NDICI).
Het kabinet steunt deze bespreking en is voorstander van versterking van de relatie met landen van de regio, mits sprake is van gedeelde kernwaarden en Europese kernbelangen als migratie en veiligheid worden gewaarborgd. Het kabinet verwelkomt de gezamenlijke mededeling. Een appreciatie daarvan gaat uw Kamer naar verwachting vandaag tegemoet via de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2267).
Kamerstuk 35 663, nr. 2.↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 2112.↩︎
https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/new-push-european-democracy/european-democracy-action-plan_nl.↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3028.↩︎
Kamerstukken 30 821 en 35 165, nr. 118.↩︎
Kamerstuk 22 112, nrs. 3015 t/m 3021.↩︎
«Hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap. Een nieuwe agenda voor de Middellandse Zee», zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_426.↩︎