Preview document (🔗 origineel)

---

Bijlage – Vervroegde aflossing Griekenland IMF

Griekenland heeft onlangs aangegeven SDR 2,786 (ongeveer 3,3 mld. euro) vervroegd te willen aflossen bij het IMF zonder ook het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF) deels vervroegd af te lossen. Aangezien bij een vervroegde aflossing aan het IMF een proportionele aflossingsverplichting aan het ESM en EFSF bestaat, is hiervoor een vrijstelling van deze instellingen noodzakelijk. Momenteel staat er nog SDR 5,554 mld. uit aan IMF leningen. Het ESM stelt vast dat de vervroegde aflossing aan het IMF een (beperkt) financieel voordeel oplevert voor Griekenland omdat het land tegen een lagere rente op de kapitaalmarkt kan lenen dan de rente die op de IMF-leningen betaald wordt. Een vervroegde proportionele aflossing aan het EFSF en ESM zou volgens het ESM negatief zijn voor de schuldhoudbaarheid. Het ESM is van mening dat het ESM en het EFSF als crediteur niet benadeeld worden door vervroegde aflossing van het IMF omdat de verplichtingen aan deze instellingen een veel langere looptijd hebben dan de looptijd van de leningen van het IMF. Om deze reden stelt het ESM dat het passend is voor de EFSF-garantieverleners en de Raad van bewind van het ESM om de vrijstelling te geven. In de Eurogroup Working Group (EWG), het ambtelijke voorportaal van de Eurogroep was er brede steun onder lidstaten om deze vrijstelling te verlenen. Besluitvorming in het ESM en het EFSF vindt in de komende weken plaats. In november 2019 heeft Griekenland eerder een vervroegde aflossing aan het IMF gedaan. Toen is er ook een vrijstelling door het ESM en EFSF afgegeven. Ook Ierland, Portugal en Cyprus hebben eerder dergelijke vrijstellingen gekregen van het EFSF en het ESM. Voor Nederland is de onafhankelijke betrokkenheid van het IMF bij de Griekse programma’s steeds zeer belangrijk geweest. Dat geldt ook voor de postprogrammamonitoring die het IMF uitvoert naast de postprogrammasurveillance door de Europese instellingen. Indien er tot een vervroegde aflossing wordt besloten, zal het uitstaande Griekse bedrag (SDR 1,510 mld.) aan het IMF net boven de grens van SDR 1,5 mld. liggen, welke IMF betrokkenheid vereist bij de post-programma monitoring. Om deze reden is de betrokkenheid van het IMF gewaarborgd voor dezelfde periode als zonder de vervroegde aflossing. Nederland vindt het positief dat Griekenland ondanks de Covid-pandemie in staat is om op een financieel voordelige wijze het IMF vervroegd af te lossen. Gelet op het bovenstaande zal Nederland instemmen met de vervroegde aflossing van Griekenland.