Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19)
Memorie van toelichting
Nummer: 2021D08014, datum: 2021-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35740-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35740 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19).
Onderdeel van zaak 2021Z03626:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-15 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-04-22 14:00: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-05-12 10:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-05-26 14:00: Nationaal Programma Onderwijs (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-06-07 10:00: Onderwijs en corona Primair en voortgezet onderwijs (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-06-15 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2021-06-24 10:15: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-07-05 11:00: Onderwijs en corona mbo en ho (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 740 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen, te weten extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Voor de indiening van deze zesde Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 17 februari 2021 over «Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief» (Kamerstukken II 2020/21, 3. ..., nr. ...). Zoals in deze brief is aangegeven wordt er de komende twee en een half jaar € 8,5 miljard extra geïnvesteerd in het gehele onderwijs. Voor een deel van de maatregelen in het programma (€ 2,2 miljard) is het noodzakelijk om op korte termijn voor de voorbereiding en de uiteindelijke uitvoering ervan spoedig verplichtingen aan te gaan en daarmee regelingen zo snel mogelijk operationeel te krijgen. Voor deze maatregelen (verder gespecificeerd in de memorie van toelichting) is deze zesde Incidentele Suppletoire Begroting opgesteld. Omdat niet kan worden gewacht op de Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen nu toegevoegd aan de OCW-begroting. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
B Begrotingstoelichting
1. Inhoudelijke toelichting
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In de Kamerbrief over «Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief» (Kamerstukken II 2020/21, 3. ..., nr. ...) van 17 februari 2021 is gemeld dat er de komende twee en een half jaar voor € 8,5 miljard wordt geïnvesteerd in het gehele onderwijs. Daarnaast wordt er ook structureel € 645,0 miljoen geïnvesteerd in het onderwijs vanwege de grotere instroom van leerlingen en studenten. Via deze zesde Incidentele Suppletoire Begroting wordt voor zowel € 2,2 miljard middelen incidenteel aan de OCW-begroting toegevoegd als € 645,0 miljoen structureel. De overige middelen (€ 6,3 miljard) worden op de Aanvullende post van Financiën geplaatst en overgeboekt naar de OCW-begroting als de maatregelen nader zijn uitgewerkt. Hieronder volgt een opsomming van de maatregelen waarvoor de middelen nu naar de OCW-begroting worden overgeheveld.
Uitbreiding en verlenging inhaal- en ondersteuningsprogramma’s
In 2021 wordt er voor € 255,7 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor de verlenging van de inhaal- en ondersteuningsprogramma's. De huidige regeling is uitgeput. Om op korte termijn achterstanden in te halen worden extra middelen vrijgemaakt voor aanvullende aanvragen. Voor de voorschoolse educatie (ve) is € 10,7 miljoen beschikbaar, voor het primair onderwijs (po) € 116,0 miljoen, voor het voortgezet onderwijs (vo) € 94,0 miljoen en voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is € 35,0 miljoen beschikbaar.
Ondersteuning in de klas: continuïteit van het onderwijs
Begin 2021 zijn middelen vrijgemaakt voor scholen om extra hulp in de klas in te schakelen. Scholen kunnen een tegemoetkoming ontvangen ter dekking van de kosten voor vervanging van personeel om de komende maanden te ondersteunen met de continuïteit van het onderwijs. Deze middelen zijn reeds uitgeput. Daarom wordt er opnieuw € 240,0 miljoen vrijgemaakt in 2021 voor scholen in het po, vo, mbo en ho. De middelen worden als volgt verdeeld: voor het po is € 102,0 miljoen beschikbaar, voor het vo € 56,0 miljoen, voor het mbo € 52,0 miljoen, voor het hbo € 18,0 miljoen en voor het wo is € 12,0 miljoen beschikbaar. Hiermee wordt de maatregel ook verruimd naar het ho en worden docenten in het ho extra ondersteund.
Extra bekostiging nieuwkomers
Voor alle nieuwkomers in het po en vo wordt de aanvullende nieuwkomersbekostiging verlengd van 1 of 2 jaar naar maximaal 4 jaar per leerling. Hiervoor wordt in 2021 € 62,0 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is € 29,0 miljoen voor het po en € 33,0 miljoen voor het vo. Nieuwkomers hebben door corona éxtra vertraging opgelopen. Door de bekostiging te verlengen naar maximaal 4 jaar stellen we internationale schakelklassen, nieuwkomersscholen en reguliere scholen financieel in staat om nieuwkomersleerlingen goed op te vangen en de benodigde extra ondersteuning te bieden. Daarbij wordt ook extra ondersteuning geboden aan het veld.
Ondersteuning en begeleiding examenleerlingen in het voortgezet onderwijs
Op 12 februari 2021 is een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over «Aanvulling besluit eindexamen voortgezet onderwijs 2021» (Kamerstukken II 2020/21, 3. ..., nr. ..). Hierin wordt aangekondigd dat examenleerlingen extra ondersteuning krijgen. Hiervoor is een bedrag van € 37,0 miljoen vrijgemaakt in 2021.
Extra capaciteitentoets en herijking schooladvies bij brugklassers en leerjaar 2
Gemiddeld genomen hebben leerlingen in 2020 -waaronder relatief veel leerlingen met een hogere kans op een onderwijsachterstand- een lager schooladvies ontvangen en zijn zij op een lager niveau in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs geplaatst. Daarom biedt OCW aan dat scholen bij alle brugklassers vóór de zomer van 2021 een korte capaciteitentoets kunnen afnemen, waarbij de capaciteiten van elke leerling worden vergeleken met wat hij of zij zou moeten kunnen. Dit gebeurt ook bij leerlingen die nu in het tweede leerjaar zitten en vorig jaar ten tijde van corona met eventuele achterstanden vanuit de brugklas een niveaukeuze hebben gemaakt. Hiervoor wordt € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.
Start met schoolscan
Van alle scholen in het funderend onderwijs wordt verwacht dat ze vóór de zomer van 2021 zo goed als mogelijk inzicht hebben in de individuele leerlijn van leerlingen op cognitief, executief en sociaal gebied. Scholen kunnen gebruik maken van een leerlingvolgsysteem (LVS) om de ontwikkeling van leerlingen te monitoren en krijgen ondersteuning hierbij door een schoolscan. Bij een schoolscan worden de leerachterstanden in kaart gebracht. Hiervoor wordt € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.
Focus op kerncurriculum
Om te voorkomen dat vertragingen en lesprogramma’s zich opstapelen en zowel leerlingen als leraren overvraagd worden, is het zinvol om kritisch naar het lesrooster en -programma te kijken en de spreiding daarvan over de leerjaren. Om scholen en leraren hierbij te ondersteunen zal er informatief materiaal worden ontwikkeld zodat leraren en schoolleiders doordachte keuzes kunnen maken in het lesprogramma. De SLO zal hierbij betrokken worden. Hiervoor wordt € 0,15 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.
Extra apparaten voor mbo studenten in 2021
Het hebben van goede apparaten (met name laptops of tablets) is essentieel om het onderwijs op dit moment goed te kunnen volgen. Helaas zijn niet alle studenten financieel in staat om deze apparaten aan te schaffen en daarmee om het onderwijs goed te kunnen volgen; dit brengt risico’s met zich mee op studievertraging en zelfs schooluitval. In het mbo blijkt er ook nog steeds extra behoefte aan apparaten. Daarom is hiervoor € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.
Tegemoetkoming stagebedrijven (mbo en hbo)
Voor stagebedrijven is een van de factoren die meespeelt de vergoeding die zij krijgen voor het mogelijk maken van leerwerkplekken. Zeker in deze voor veel sectoren financieel moeilijke tijd kan deze tegemoetkoming een doorslaggevende factor zijn. Daarom is het belangrijk dat het budget van de regeling praktijkleren wordt opgehoogd zodat bedrijven die leerwerkplekken aanbieden in de sectoren mbo en hbo ook de maximale tegemoetkoming van € 2.700 ontvangen om zo te stimuleren dat meer bedrijven stageplekken aan gaan bieden. Hiervoor wordt in 2021 € 73,0 miljoen vrijgemaakt. Ook zal de € 3,8 miljoen voor praktijkleren, die bij Miljoenennota 2021 op de Aanvullende Post is gezet, via deze Incidentele Suppletoire Begroting worden overgeheveld naar de OCW-begroting voor 2021.
Grote groei studentenaantallen en langere verblijfsduur studenten (mbo, hbo en wo)
Instellingen zullen vanwege de grote groei van de studentenaantallen direct – in plaats van met een jaar vertraging – gecompenseerd worden bij de ramingen voor de enorme groei van studentenaantallen. De instellingen blijven zo geëquipeerd om onderwijstaken uit te voeren; het budget is na compensatie in verhouding tot het aantal studenten. Hiervoor is € 489,0 miljoen vrijgemaakt in 2021. Hiervan gaat € 90,0 miljoen naar het mbo, € 243,0 miljoen naar het hbo en € 156,0 miljoen naar het wo.
50% korting op het wettelijk tarief van les-, cursus-, en collegegeld (mbo/hbo/wo)
Er komt een generieke korting voor alle studenten van 50% op het wettelijke tarief van het les-, cursus-, en collegegeld. Alle studenten worden (vooraf) gecompenseerd door hen een halvering van het les-, cursus- en collegegeld op het komend studiejaar (2021–2022) te verlenen. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde studieduurvertraging van een half jaar. De instellingen worden gecompenseerd voor het gederfde verlies aan inkomsten en er is compensatie voor de lesgeldontvangsten omdat er minder lesgelden worden geind komend studiejaar. Hiervoor is in 2021 € 350,0 miljoen en in 2022 € 650,0 miljoen vrijgemaakt.
Organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering
Het overkoepelende doel voor het gehele pakket maatregelen is om de directe gevolgen van de coronacrisis op korte termijn aan te pakken. Daarnaast zullen we na afloop van het programma meer zicht hebben op effectieve interventies en maatregelen in relatie tot studievoortgang en -vertraging. Dit plan behelst de jaren 2021 en 2022 en 2023. Om dit op korte termijn te organiseren, onderzoeken, monitoren en uitvoeren wordt tot de zomer € 8,3 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.
Structurele middelen
Naast bovenstaande maatregelen worden scholen en instellingen ook structureel gecompenseerd voor de per saldo grotere instroom van leerlingen en studenten dan was geraamd. Hiervoor is per saldo een structureel bedrag oplopend naar € 645,0 miljoen in 2026 beschikbaar gesteld. De komende jaren zijn er in het primair onderwijs minder leerlingen door een lagere asielinstroom en omdat het afgelopen jaar minder kinderen zijn geboren. Ook in het voortgezet onderwijs zijn er minder leerlingen door een lagere asielinstroom en hogere slagingspercentages afgelopen jaar. Deze lagere aantallen leerlingen in het funderend onderwijs zorgen voor meevallers, die zijn ingezet voor de tegenvallers in het vervolgonderwijs door de hogere instroom van studenten.
Tevens worden generale middelen beschikbaar gesteld om een eventuele tegenvaller op de Studiefinancieringsraming op te vangen. De Studiefinancieringsraming wordt de komende weken afgerond.
2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen
Beleidsartikel 1. Primair onderwijs
Verplichtingen | 12.296.402 | 259.848 | 12.556.250 | – 35.523 | – 50.489 | – 70.750 | – 91.910 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
waarvan overig | 12.296.402 | 259.848 | 12.556.250 | – 35.523 | – 50.489 | – 70.750 | – 91.910 |
Totale uitgaven | 12.266.402 | 259.848 | 12.526.250 | – 35.523 | – 50.489 | – 70.750 | – 91.910 |
waarvan juridisch verplicht (%) | |||||||
Bekostiging | 11.466.396 | 18.598 | 11.484.994 | – 35.523 | – 50.489 | – 70.750 | – 91.910 |
Bekostiging po-instellingen | 11.157.670 | 18.598 | 11.176.268 | – 35.523 | – 50.489 | – 70.750 | – 91.910 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 19.991 | 19.991 | |||||
Prestatiebox | 178.716 | 178.716 | |||||
Aanvullende bekostiging | 80.019 | 80.019 | |||||
Aanpak lerarentekort G5 | 30.000 | 30.000 | |||||
Subsidies (regelingen) | 220.869 | 228.700 | 449.569 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 23.200 | 23.200 | |||||
Nederlands onderwijs buitenland | 12.600 | 12.600 | |||||
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) | 0 | 0 | |||||
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 13.130 | 13.130 | |||||
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 0 | 126.700 | 126.700 | ||||
Extra hulp voor de klas | 102.000 | 102.000 | 204.000 | ||||
Overige subsidies | 69.939 | 69.939 | |||||
Opdrachten | 11.910 | 12.550 | 24.460 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 11.010 | 12.550 | 23.560 | ||||
Sneltesten | 900 | 900 | |||||
Bijdragen aan agentschappen | 30.895 | 0 | 30.895 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 30.895 | 30.895 | |||||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 7.731 | 0 | 7.731 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds | 5.228 | 5.228 | |||||
UWV | 2.503 | 2.503 | |||||
Bijdragen aan medeoverheden | 528.601 | 0 | 528.601 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 508.909 | 508.909 | |||||
Caribisch Nederland | 19.692 | 19.692 | |||||
Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Brede scholen | 0 | 0 | |||||
BES(t)4kids | 0 | 0 | |||||
Ontvangsten | 15.961 | 0 | 15.961 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. |
Toelichting
Zowel de uitgaven als de verplichtingen worden met € 259,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 18,6 miljoen verhoogd. Dit betreft enerzijds de verlenging van de nieuwkomersbekostiging voor € 29,0 miljoen. Anderzijds heeft een aanpassing op de nieuwe raming van het aantal leerlingen in de referentieraming 2021 geleid tot een meevaller van ruim € 10,4 miljoen. Dit werkt door in de latere jaren.
Subsidies (regelingen)
Het budget wordt per saldo met € 228,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de inhaal- en ondersteuningsprogramma's voor € 126,7 miljoen en de regeling extra hulp voor de klas voor € 102,0 miljoen.
Opdrachten
Het opdrachtenbudget wordt per saldo met € 12,6 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 10,0 miljoen de middelen voor de schoolscan, voor € 2,4 miljoen de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering en voor € 0,15 miljoen de middelen voor het kerncurriculum.
Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs
Verplichtingen | 9.139.701 | 169.367 | 9.309.068 | – 34.176 | – 29.081 | – 13.934 | – 11.532 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
waarvan overig | 9.139.701 | 169.367 | 9.309.068 | – 34.176 | – 29.081 | – 13.934 | – 11.532 |
Totale uitgaven | 9.203.519 | 169.367 | 9.372.886 | – 34.176 | – 29.081 | – 13.934 | – 11.532 |
waarvan juridisch verplicht (%) | |||||||
Bekostiging | 8.798.926 | 6.967 | 8.805.893 | – 34.176 | – 29.081 | – 13.934 | – 11.532 |
Bekostiging vo-instellingen | 8.652.017 | 6.667 | 8.658.684 | – 34.476 | – 29.381 | – 14.234 | – 11.832 |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen | 17.648 | 17.648 | |||||
Bekostiging Caribisch Nederland | 17.487 | 300 | 17.787 | 300 | 300 | 300 | 300 |
Prestatiebox | 0 | 0 | |||||
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters | 107.234 | 107.234 | |||||
Aanvullende regelingen leerlingendaling | 4.540 | 4.540 | |||||
Subsidies (regelingen) | 156.964 | 150.000 | 306.964 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 19.540 | 19.540 | |||||
Regeling zomerscholen vo | 9.000 | 9.000 | |||||
Nieuwe leerweg | 12.000 | 12.000 | |||||
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 0 | 94.000 | 94.000 | ||||
Extra hulp voor de klas | 56.000 | 56.000 | 112.000 | ||||
Overige subsidies | 60.424 | 60.424 | |||||
Opdrachten | 136.895 | 12.400 | 149.295 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 7.095 | 12.400 | 19.495 | ||||
Sneltesten | 129.800 | 129.800 | |||||
Bijdragen aan agentschappen | 64.596 | 0 | 64.596 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 64.596 | 64.596 | |||||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 45.858 | 0 | 45.858 | 0 | 0 | 0 | 0 |
College voor Toetsen en Examens | 4.680 | 0 | 4.680 | ||||
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen | 41.178 | 0 | 41.178 | ||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 280 | 0 | 280 | 0 | 0 | 0 | 0 |
GRAZ (ECML) en PISA | 280 | 280 | |||||
Ontvangsten | 7.391 | 0 | 7.391 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. |
Toelichting
Zowel de uitgaven als de verplichtingen worden met € 169,4 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 7,0 miljoen verhoogd. Enerzijds betreft dit de verlenging van de nieuwkomersbekostiging voor € 33,0 miljoen en de ondersteuning en begeleiding van examenkandidaten in het vo voor € 37,0 miljoen. Anderzijds heeft een aanpassing op de nieuwe raming van het aantal leerlingen in de referentieraming 2021 geleid tot een meevaller van ruim € 63,6 miljoen. Dit werkt door in de latere jaren.
Subsidies (regelingen)
Het budget wordt per saldo met € 150,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de inhaal- en ondersteuningsprogramma's voor € 94,0 miljoen en de regeling extra hulp voor de klas voor € 56,0 miljoen.
Opdrachten
Het opdrachtenbudget wordt per saldo met € 12,4 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 10,0 miljoen de middelen voor de capaciteitentest in de brugklas en de tweede klas van het vo en voor € 2,4 miljoen de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering.
Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Verplichtingen | 4.819.679 | 401.530 | 5.221.209 | 105.621 | 56.264 | 22.199 | 7.392 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
waarvan overig | 4.819.679 | 401.530 | 5.221.209 | 105.621 | 56.264 | 22.199 | 7.392 |
Totale uitgaven | 4.904.765 | 282.109 | 5.186.874 | 119.421 | 105.621 | 56.264 | 22.199 |
waarvan juridisch verplicht (%) | |||||||
Bekostiging | 4.358.128 | 105.300 | 4.463.428 | 119.421 | 105.621 | 56.264 | 22.199 |
Bekostiging mbo-instellingen | 3.700.096 | 104.000 | 3.804.096 | 118.121 | 104.321 | 54.964 | 20.899 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 8.463 | 1.300 | 9.763 | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 |
Bekostiging vavo | 67.365 | 67.365 | |||||
Kwaliteitsafspraken investeringsbudget | 247.215 | 247.215 | |||||
Kwaliteitsafspraken resultaatafhankelijk budget | 206.011 | 206.011 | |||||
Regionaal Investeringsfonds | 22.425 | 22.425 | |||||
Salarismix Randstadregio's | 51.503 | 51.503 | |||||
Regionaal Programma | 30.550 | 30.550 | |||||
Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid | 24.500 | 24.500 | |||||
Tegemoetkoming schoolkosten MBO | 0 | 0 | |||||
Gelijke kansen | 0 | 0 | |||||
Subsidies (regelingen) | 327.024 | 173.809 | 500.833 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Praktijkleren | 217.200 | 76.809 | 294.009 | ||||
Leven lang ontwikkelen | 10.590 | 10.590 | |||||
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal | 21.360 | 21.360 | |||||
Loopbaanoriëntatie | 2.275 | 2.275 | |||||
Vakwedstrijden mbo | 4.100 | 4.100 | |||||
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 0 | 35.000 | 35.000 | ||||
Extra hulp voor de klas | 52.000 | 52.000 | 104.000 | ||||
Sneltesten | 3.000 | 3.000 | |||||
Overige subsidies | 16.499 | 10.000 | 26.499 | ||||
Opdrachten | 6.378 | 3.000 | 9.378 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 19.873 | 0 | 19.873 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 16.393 | 16.393 | |||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 3.480 | 3.480 | |||||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 70.537 | 0 | 70.537 | 0 | 0 | 0 | 0 |
College voor Toetsen en Examens | 8.300 | 8.300 | |||||
Wet SLOA | 1.103 | 1.103 | |||||
SBB | 61.134 | 61.134 | |||||
Bijdragen aan medeoverheden | 122.825 | 0 | 122.825 | 0 | 0 | 0 | 0 |
RMC's | 41.451 | 41.451 | |||||
Educatie | 62.174 | 62.174 | |||||
Caribisch Nederland | 0 | 0 | |||||
Regionaal Programma | 19.200 | 19.200 | |||||
Ontvangsten | 4.000 | 0 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. |
Toelichting
De uitgaven worden met € 282,1 miljoen verhoogd. De verplichtingen worden met € 401,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen het totaal van de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door dat er in 2021 al verplichtingen worden aangegaan voor de bekostigingsmutaties in 2022.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 105,3 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 14,0 miljoen de compensatie aan de instellingen voor de generieke korting op het cursusgeld (in 2022 is dit € 30,0 miljoen) en voor € 90,0 miljoen de middelen voor de grote groei van de studentenaantallen. In de latere jaren zijn grote mutaties zichtbaar als gevolg van de nieuwe raming van het aantal studenten in de referentieraming 2021. Er worden meer studenten in het mbo verwacht dan geraamd in 2020. Daarnaast is er een substitutie-effect hierdoor is er een stijging van het aantal bol-studenten ten opzichte van de bbl-studenten. Dit effect heeft een correlatie met de verslechterde arbeidsmarkt. Dit werkt door in de latere jaren.
Subsidies (regelingen)
Het budget wordt per saldo met € 173,8 miljoen verhoogd. Dit betreft de € 76,8 miljoen voor praktijkleren, de inhaal- en ondersteuningsprogramma's voor € 35,0 miljoen, de regeling extra hulp voor de klas voor € 52,0 miljoen en de € 10,0 miljoen voor apparaten in het mbo.
Opdrachten
Het opdrachtenbudget wordt met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering.
Beleidsartikelen 6 en 7. Hoger Onderwijs
Verplichtingen | 3.650.370 | 969.350 | 4.619.720 | 325.429 | 384.671 | 431.011 | 458.164 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
waarvan overig | 3.650.370 | 969.350 | 4.619.720 | 325.429 | 384.671 | 431.011 | 458.164 |
Totale uitgaven | 3.702.995 | 410.000 | 4.112.995 | 559.350 | 325.429 | 384.671 | 431.011 |
waarvan juridisch verplicht (%) | |||||||
Bekostiging | 3.603.369 | 392.000 | 3.995.369 | 559.350 | 325.429 | 384.671 | 431.011 |
Bekostiging onderwijsdeel2 | 3.261.390 | 392.000 | 3.653.390 | 559.350 | 325.429 | 384.671 | 431.011 |
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling | 87.882 | 87.882 | |||||
Studievoorschot kwaliteitsafspraken3 | 246.091 | 246.091 | |||||
Studievoorschotvouchers | 245 | 245 | |||||
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen | 7.761 | 7.761 | |||||
Subsidies (regelingen) | 17.619 | 18.000 | 35.619 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding | 2.500 | 2.500 | |||||
Overige subsidies | 15.119 | 18.000 | 33.119 | ||||
Bijdrage aan agentschappen | 13.174 | 0 | 13.174 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 13.174 | 13.174 | |||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 68.833 | 0 | 68.833 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NWO: Praktijkgericht onderzoek | 54.213 | 54.213 | |||||
NWO: Promotiebeurs voor leraren | 10.144 | 10.144 | |||||
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) | 4.476 | 4.476 | |||||
Ontvangsten | 1.213 | 0 | 1.213 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. 2 Inclusief de studievoorschotmiddelen voor specifieke stimulering van landelijke prioriteiten (10% van de studievoorschotmiddelen). 3 90% van de studievoorschotmiddelen die gekoppeld zijn aan de kwaliteitsafspraken. |
Toelichting
De uitgaven worden met € 410,0 miljoen verhoogd. De verplichtingen worden met € 969,4 miljoen verhoogd. Het verschil tussen het totaal van de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door dat er in 2021 al verplichtingen worden aangegaan voor de bekostigingsmutaties in 2022.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 392,0 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 149,0 miljoen de compensatie aan de instellingen voor de generieke korting op het collegegeld (in 2022 is dit € 316,0 miljoen) en voor € 243,0 miljoen de middelen voor de compensatie van de grote groei van de studentenaantallen. In de latere jaren zijn eveneens uitgavenmutaties zichtbaar als gevolg van de nieuwe raming van het aantal studenten in de referentieraming 2021, er worden fors meer studenten in het hbo verwacht dan geraamd in 2020.
Subsidies (regelingen)
Het budget wordt met € 18,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de € 18,0 miljoen voor de regeling extra hulp voor de klas.
Verplichtingen | 5.614.382 | 674.773 | 6.289.155 | 210.602 | 250.562 | 286.753 | 322.936 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
waarvan overig | 5.614.382 | 674.773 | 6.289.155 | ||||
Totale uitgaven | 5.563.930 | 280.000 | 5.843.930 | 394.773 | 210.602 | 250.562 | 286.753 |
waarvan juridisch verplicht (%) | |||||||
Bekostiging | 5.521.306 | 268.000 | 5.789.306 | 394.773 | 210.602 | 250.562 | 286.753 |
Bekostiging onderwijsdeel2 | 2.469.513 | 268.000 | 2.737.513 | 394.773 | 210.602 | 250.562 | 286.753 |
Bekostiging onderzoeksdeel | 2.193.737 | 2.193.737 | |||||
Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek | 707.959 | 707.959 | |||||
Studievoorschot kwaliteitsafspraken3 | 150.097 | 150.097 | |||||
Studievoorschotvouchers | 0 | 0 | |||||
Profilering en zwaartepuntvorming4 | 0 | 0 | |||||
Subsidies (regelingen) | 36.866 | 12.000 | 48.866 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nuffic | 14.419 | 14.419 | |||||
Studiekeuze123 | 2.504 | 2.504 | |||||
Vluchteling Studenten UAF | 2.457 | 2.457 | |||||
Handicap & Studie | 698 | 698 | |||||
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) | 249 | 249 | |||||
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) | 249 | 249 | |||||
Open en online onderwijs | 1.965 | 1.965 | |||||
Overige subsidies | 14.325 | 12.000 | 26.325 | ||||
Opdrachten | 2.949 | 0 | 2.949 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 2.809 | 0 | 2.809 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Europees Universitair Instituut Florence (EUI) | 1.799 | 1.799 | |||||
United Nations University (UNU) | 1.010 | 1.010 | |||||
Nuffic, SK123, UAF, H&S, ISO en LSVb | 0 | 0 | |||||
Ontvangsten | 16 | 0 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. 2 Inclusief de studievoorschotmiddelen voor specifieke stimulering van landelijke prioriteiten (10% van de studievoorschotmiddelen). 3 90% van de studievoorschotmiddelen die gekoppeld zijn aan de kwaliteitsafspraken. 4 De 2%-middelen profilering en zwaartepuntvorming die conform de kwaliteitsafspraken tot en met 2022 zijn overgeheveld naar het onderwijsdeel van de hoofdbekostiging. |
Toelichting
Toelichting
De uitgaven worden met € 280,0 miljoen verhoogd. De verplichtingen worden met € 674,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen het totaal van de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door dat er in 2021 al verplichtingen worden aangegaan voor de bekostigingsmutaties in 2022.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 268,0 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 112,0 miljoen de compensatie aan de instellingen voor de generieke korting op het collegegeld (in 2022 is dit € 239,0 miljoen) en voor € 156,0 miljoen de middelen voor de compensatie van de grote groei van de studentenaantallen. In de latere jaren zijn eveneens uitgavenmutaties zichtbaar als gevolg van de nieuwe raming van het aantal studenten in de referentieraming 2021, er worden fors meer studenten in het wo verwacht dan geraamd in 2020.
Subsidies (regelingen)
Het budget wordt met € 12,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de € 12,0 miljoen voor de regeling extra hulp voor de klas.
Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Verplichtingen | 163.803 | 500 | 164.303 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||||
waarvan overig | 163.803 | 500 | 164.303 | ||||
Totale uitgaven | 163.803 | 500 | 164.303 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan juridisch verplicht (%) | 55,5% | 0 | 55,5% | ||||
0 | |||||||
Bekostiging | 43.848 | 0 | 43.848 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen | 43.848 | 43.848 | |||||
Subsidies (regelingen) | 113.338 | 0 | 113.338 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Lerarenbeurs | 46.819 | 46.819 | |||||
Zij-instroom | 46.846 | 46.846 | |||||
Wet Beroep leraar en Lerarenregister | 2.945 | 2.945 | |||||
Aanpak lerarentekort | 15.000 | 15.000 | |||||
Overige subsidies | 1.728 | 1.728 | |||||
Opdrachten | 3.565 | 500 | 4.065 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 3.052 | 0 | 3.052 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 3.052 | 3.052 | |||||
Ontvangsten | 9.000 | 0 | 9.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. |
Toelichting
Zowel de uitgaven als de ontvangsten worden verhoogd met € 0,5 miljoen. Dit betreft de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering.
Beleidsartikel 13. Lesgeld
Verplichtingen | 13.997 | 0 | 13.997 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale uitgaven | 13.997 | 0 | 13.997 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan juridisch verplicht (%) | 100% | ||||||
Bijdrage aan agentschappen | 13.997 | 0 | 13.997 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 13.997 | 13.997 | |||||
Ontvangsten | 247.018 | – 75.000 | 172.018 | – 65.000 | 0 | 0 | 0 |
1 Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend. |
Toelichting
De ontvangsten worden verlaagd met € 75,0 miljoen in 2021 en met € 65,0 miljoen in 2022. Dit betreft de middelen voor de generieke korting op het lesgeld. Hierdoor zijn minder lesgeldontvangsten dan geraamd.