35744 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1)
Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2021D08577, datum: 2021-02-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2021Z03934:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-04-20 12:00: Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Uitvoeringsverordening tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-04-21 15:07: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-12 10:15: Hamerstuk: Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1 (35744) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W17.20.0381/IV 's-Gravenhage, 18 november 2020 Bij Kabinetsmissive van 29 oktober 2020, no.2020002205, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende de wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1), met memorie van toelichting. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage. De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen. Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken. De vice-president van de Raad van State, Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W17.20.0381/IV In de toelichting en de transponeringstabel aangeven op welke artikelen van de uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 het voorstel van toepassing is. In de transponeringstabel, uitgesplitst naar artikellid, bij alle toepasselijke artikelen waarin beleidsruimte wordt gelaten aan de lidstaten toelichten of daar wel of geen gebruik van wordt gemaakt en wat de motivering hiervoor is. In de transponeringstabel de opmerkingen ‘Behoeft naar zijn aard geen omzetting’ schrappen en vervangen door de concrete reden daarvan (is rechtstreeks toepasselijk, betreft een feitelijke handeling of richt zich tot de Europese Commissie) en, indien het artikellid reeds is uitgevoerd, preciseren om welke bestaande, nationale maatregelen het gaat. PAGE PAGE 2 PAGE I ........................................................................ ........... AAN DE KONING