Verslag van een Interparlementaire conferentie van de parlementaire controlegroep Europol (JPSG)
Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol
Verslag van een bijeenkomst
Nummer: 2021D08735, datum: 2021-03-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34931-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.M. van Toorenburg, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34931 -5 Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol .
Onderdeel van zaak 2021Z04000:
- Indiener: M.M. van Toorenburg, Tweede Kamerlid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-29 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
34 931 Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol
F/ nr. 5 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE
Vastgesteld 1 maart 2021
Op 1 en 2 februari 2021 vond vanuit Lissabon, Portugal, op digitale wijze de achtste bijeenkomst plaats van de parlementaire toezichtgroep Europol (verder: JPSG). De JPSG houdt op basis van artikel 51 van de Europolverordening1 politiek toezicht op de activiteiten van het EU-agentschap voor politiesamenwerking Europol. De JPSG bestaat uit leden van de nationale parlementen – maximaal vier leden, gelijkelijk te verdelen over beide Kamers der Staten-Generaal – en leden van de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement en komt in beginsel twee maal per jaar bijeen.
Vanuit de Eerste Kamer nam het lid Huizinga-Heringa (ChristenUnie) deel aan de conferentie. De Tweede Kamer werd vertegenwoordigd op ambtelijk niveau.
De delegatie brengt als volgt verslag uit.
1. Vaststelling van de agenda en welkomstwoord
De vergadering wordt geopend door de gezamenlijke co-voorzitters van deze conferentie, de heer López-Aguilar, voorzitter van de LIBE-commissie van het Europees Parlement, en mevrouw Isabel Oneto, voorzitter van de JPSG-delegatie van het parlement van Portugal, de huidige voorzitter van de Raad van de Europese Unie.
De co-voorzitters vestigen de aandacht op de ad-hoc werkgroep die parallel aan de JPSG in het leven is geroepen om zich te buigen over twee openstaande kwesties in het reglement van orde van de JPSG: de benoeming (wijze en duur) van een JPSG-afgevaardigde als waarnemer bij onderdelen van de bijeenkomsten van de Raad van Bestuur van Europol, en de vormgeving van de revisieclausule in het reglement van orde. De tijdelijke ad-hoc werkgroep is mede op initiatief van de Nederlandse JPSG-delegatie tot stand gekomen. De heer Lopez-Aguilar geeft aan dat 15 lidstaten aan de ad-hoc groep deelnemen en dat de hoop is dat de komende maanden binnen de groep een akkoord bereikt wordt over een voorstel voor genoemde kwesties, ruim op tijd voor de komende JPSG-vergadering in september 2021, waar het voorstel dan voor besluitvorming zou kunnen voorliggen.
2. Recente activiteiten Europol
De uitvoerend directeur van Europol, mevrouw Catherine de Bolle, verzorgt ter vergadering een presentatie van recente activiteiten en ontwikkelingen binnen Europol. Ze besteedt onder meer aandacht aan een nieuw decryptieplatform op initiatief van Europol en de Europese Commissie. Bij dit platform werkt Europol nauw samen met het Joint Research Centre van de Commissie. Het platform is bedoeld om de capaciteit om rechtmatig verkregen versleuteld bewijs te ontcijferen, aanmerkelijk te vergroten. Mevrouw De Bolle maakt ook melding van nieuwe samenwerkingsarrangementen tussen Europol en het in 2021 operationeel wordende Europees Openbaar Ministerie (gericht op bestrijding van fraude met EU-fondsen), en het gelieerde, bestaande (maar recent op een aangepast mandaat geschoeide) Europese agentschap voor fraudebestrijding OLAF. Verder gaat mevr. De Bolle in op het «bulk data»-vraagstuk waar Europol zich voor gesteld ziet en waarover intensief van gedachten is gewisseld met de Europese Toezichthouder gegevensbescherming (EDPS). Europol krijgt in het kader van misdaadbestrijding (zeer grote) datasets toegezonden van lidstaten en andere partijen die met Europol samenwerken. De datasets voldoen bij ontvangst door Europol niet aan alle vereisten die de huidige Europolverordening stelt aan het omgaan met dergelijke data. Deze kwestie zal, naar het zich laat aanzien, opgelost worden zodra de voorgestane wijzigingen in de Europolverordening – die eind 2020 zijn gepubliceerd en waarover nu in Brussel wordt onderhandeld – van kracht worden. Europol en de EDPS zijn momenteel in overleg hoe tot die tijd met de huidige situatie om te gaan. Op 17 november 2020 heeft Europol een actieplan bij de EDPS ingediend. Op 4 december 2020 heeft de EDPS hierop gereageerd en ingezet op een verdere dialoog. Mevrouw De Bolle gaat tenslotte ook in op de huidige onderhandelingen over de aanpassing (verruiming) van het mandaat van Europol die beoogt de oprichtingsverordening van het agentschap aan te passen aan de vraagstukken en mogelijkheden van deze tijd.
De vragen van leden in deze sessie betreffen onder meer een vraag naar het gevaar van rechts-extremisme – een thema dat is geagendeerd door Duitsland tijdens het Duitse Raadsvoorzitterschap afgelopen semester – in de huidige coronatijden. Mevrouw De Bolle antwoordt dat extremistische ideeën die betrekking hebben op het thema corona niet zozeer als «rechts» of «links» te duiden zijn maar een heel eigen publiek aantrekken. Ook wordt gevraagd naar toepassing van artificiële intelligentie (AI) door Europol en het waarborgen daarbij van de regels betreffende gegevensbescherming. Mevrouw De Bolle bevestigt dat Europol inzet op AI en «machine leren» als belangrijke toekomstige technieken, en dat de regels rond persoonsgegevensbescherming daarbij strikt in acht worden genomen. Ook houdt Europol in het kader van de bestaande samenwerkingsarrangementen de EDPS standaard over deze ontwikkelingen geïnformeerd.
3. Themadebat I – Cybercriminaliteit en digitale weerbaarheid
De co-voorzitters van de JPSG-Europol openen dit eerste themadebat onder verwijzing naar de gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid aan het Europees Parlement en de Raad «De EU-strategie inzake cyberbeveiliging voor het digitale tijdperk»2. De co-voorzitters staan kort stil bij de toename aan cybercriminaliteit en de gevaren die dat met zich brengt.
De heer Pedro Verdelho, coördinator van de afdeling cybercriminaliteit van het Portugese openbaar ministerie, schetst in zijn bijdrage de uitdagingen waarvoor de opsporingsdiensten zich zien geplaatst. Bij cybercriminaliteit is vaak niet exact te bepalen waar bewijs zich bevindt. Ook is het bewijsmateriaal vluchtig. Het verplaatst zich snel van de server in het ene land naar een server in het andere land, waardoor de verkrijging van bewijsmateriaal problematisch is. Spreker pleit voor globalisering en een eenvoudigere procedure voor het verkrijgen van bewijsmateriaal, zowel tussen statelijke actoren als van private ondernemingen. Hij refereert in dit kader ook aan de in Brussel in onderhandeling zijnde E-evidence verordening. Spreker wijst verder op het feit dat er onderling grote verschillen bestaan in wet- en regelgeving. Waar in het ene land wetgeving de actor verplicht om gegevens te verstrekken, kan dit tot gevolg hebben dat de actor in een ander land handelt in strijd met de wet- en regelgeving. Spreker roept op het paradigma te veranderen.
De heer Edvardas Sileris, sinds 2020 de directeur van het centrum voor cybercriminaliteit bij Europol, presenteert vervolgens enkele recente successen van en ontwikkelingen binnen Europol bij de bestrijding van cybercriminaliteit. Hij geeft aan dat ransomware de nummer één cybermisdaad is, terwijl ook fraude met online betalingen snel toeneemt. Hij wijst in dit kader ook op «social engineering», het verschijnsel dat cybercriminelen via sociale platforms zich weten binnen te dringen in het (digitale) privéleven van mensen en via die nabijheid zich een ingang weten te verschaffen om mensen geld afhandig te maken. In bredere zin wees hij op het belang te komen tot een duidelijk beleid rond dataretentie (nadat in 2014 het Europees Hof een streep heeft gehaald door EU-dataretentieregels en sindsdien de beleidsdiscussie over dit vraagstuk in een impasse is terechtgekomen).
4. Keynote-interventies bij de herziening en versterking van het mandaat van Europol
EU-commissaris Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken) is door de co-voorzitters van de JPSG-Europol uitgenodigd voor een presentatie over de in december gepresenteerde voorstellen tot wijziging van de bevoegdheden en taken van Europol. Dit betreft een wijziging van de Europolverordening3 in verband met de samenwerking van Europol met particuliere partijen, de verwerking van persoonsgegevens door Europol ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken en de rol van Europol op het gebied van onderzoek en innovatie4, en een wijziging van de Verordening Schengeninformatiesysteem (SIS) betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het SIS op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Hierbij wordt Europol onder meer in staat gesteld waarschuwingen in het SIS te geven op basis van informatie uit derde landen, met name betreffende buitenlandse terroristische strijders.5 Een verdere wijziging van de Europolverordening ziet op de modaliteiten voor samenwerking met het in oprichting zijnde Europees Openbaar Ministerie. Al met al betekenen de voorgestelde wijzigingen een verruiming van het mandaat van Europol. Dit om de bevoegdheden van het agentschap te laten aansluiten op de ontwikkelingen en uitdagingen in de huidige tijd. De EU-commissaris geeft aan dat in de JPSG-Europolvergadering van medio september 2020 reeds is gesproken over de noodzaak om Europol op onderdelen te versterken en dat dit thans is voorgesteld in de voorliggende wijzigingsvoorstellen. Naast het versterken van Europol wordt in het voorstel ook de parlementaire controle door de JPSG-Europol versterkt, onder meer door Europol nieuwe rapportageverplichtingen aan de parlementaire controlegroep op te leggen. Tevens geeft spreker aan dat het versterken van het mandaat van Europol gepaard gaat met een ophoging van het Europolbudget met € 178 miljoen en dat ca. 160 extra personen door Europol zullen worden geworven.
De heer Eduardo Cabrita, Minister van Binnenlandse Zaken van Portugal, geeft als vertegenwoordiger van het roulerend voorzitterschap van de EU een korte presentatie over de prioriteiten van het Portugese voorzitterschap van de Europese Unie op het terrein van politionele samenwerking. Spreker geeft prioriteit aan het versterken van het mandaat van Europol en hoopt de voorliggende voorstellen binnen het Portugese voorzitterschap een stap verder te brengen en wellicht zelfs af te ronden. Het voorstel kan vervolgens worden gepresenteerd aan het Europees Parlement. Naast deze voorstellen op het terrein van Europol memoreert spreker dat een onderhandelaarsakkoord bereikt is op het voorstel tot bestrijding van terroristische inhoud online. Overige prioriteiten van het Portugese voorzitterschap betreffen onder meer de samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk (in verband met de Brexit), de samenwerking met Afrika en het hervatten van de gesprekken met de nieuwe Amerikaanse regering.
Mevrouw De Bolle, uitvoerend directeur van Europol, spreekt uit blij te zijn met de voorliggende voorstellen tot versterking van het mandaat van Europol. Deze voorstellen zijn volgens spreker in lijn met de Europol strategie 2020+. Mevrouw De Bolle toont zich met name verheugd over de duidelijkheid die wordt geboden met betrekking tot het verwerken van bulk data (zie ook onder punt 2 van dit verslag), de mogelijkheid van interactie met private partijen, alsook de wijze waarop dit voorstel zich verhoudt tot politiesamenwerking binnen de Europese Unie.
5. Themadebat II: De impact van COVID-19 op de interne veiligheid van de EU – de rol van politiële samenwerking
Tijdens het tweede themadebat van de JPSG-Europolvergadering stond de impact van COVID-19 op de interne veiligheid van de Europese Unie centraal. Mevrouw de Bolle, uitvoerend directeur van Europol, gaf een presentatie over de acties van en rapportages door Europol, gerelateerd aan de ontwikkelingen op het terrein van grensoverschrijdende criminaliteit die verband houden met COVID-19. Er zijn in totaal 33 strategische rapporten uitgebracht door Europol, met de 34e rapportage op komst medio februari 2021. Spreker constateert dat criminelen en criminele organisaties zich snel aanpassen aan de veranderende werkelijkheid en dat bijvoorbeeld een toename is te zien in verschillende vormen online criminaliteit (bijvoorbeeld seksuele uitbuiting van kinderen, identiteitsfraude, en malware). Ook zijn ontwikkelingen zichtbaar waarbij fraude wordt gepleegd met (namaak)coronavaccins. Mevrouw de Bolle verwacht dat grensoverschrijdende criminaliteit zal toenemen vanwege de verwachte economische achteruitgang.
De heer Vittorio Rizzi, adjunct-directeur-generaal Openbare Veiligheid van Italië, en co-voorzitter van de COVID-19 Chiefs of Police Working Group, presenteert de lessen die de Italiaanse autoriteiten hebben geleerd van de bestrijding van COVID-19. Italië was het eerste land binnen de Europese Unie waar het virus heeft huisgehouden. De lessen die in deze lidstaat zijn geleerd hebben deels als blauwdruk kunnen dienen voor de bestrijding in andere Europese lidstaten. Spreker waarschuwde voor een reële dreiging op criminele infiltratie in onder meer overheidsinstanties. Criminele infiltratie wordt onder meer gevreesd bij overheidsinstanties die de omvangrijke bijdrage die het land krijgt uit het EU COVID-Herstelfonds (€ 81 mld in giften, € 127 mld in leningen), gaan verdelen en uitzetten in de Italiaanse economie.
Namens de delegatie van de Eerste Kamer,
Huizinga-Heringa
De griffier van de delegatie van de Eerste Kamer,
Van Rooij
De griffier van de delegatie van de Tweede Kamer,
Rook
Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol).↩︎
JOIN(2020) 18 final; 16 december 2020.↩︎
Verordening 2016/794, L 135/53.↩︎
COM(2020)796.↩︎
COM(2020)791.↩︎