[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie inzake Commissie Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WO II Transporten NS

Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

Brief regering

Nummer: 2021D09220, datum: 2021-03-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-20454-169).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 20454 -169 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen.

Onderdeel van zaak 2021Z04211:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

20 454 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2021

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft mij gevraagd te reageren op de brief van de heer C.H. van 2 december 2020 over de Commissie Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WO II Transporten NS. Hierbij stuur ik u een reactie op deze brief.

De heer C.H. schrijft in zijn brief over zijn vader, die als verzetsstrijder in 1942 is gefusilleerd. Uit zijn brief maak ik op dat het hem veel pijn en verdriet doet dat nabestaanden van verzetsstrijders niet in aanmerking komen voor de NS-regeling Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS. Daarnaast voelt hij zich als nabestaande niet betrokken bij de totstandkoming van de collectieve erkenning van de NS. In een reactie op zijn brief heb ik de heer C.H. bedankt voor het delen van zijn persoonlijke verhaal. Ik snap zijn teleurstelling en begrijp dat dit hem veel pijn en verdriet doet.

NS heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog in opdracht van de bezetter treinen gereden. Dit is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van NS en van ons land. In 2019 heeft NS de onafhankelijke Commissie Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WO II Transporten NS (de commissie) ingesteld. Als aandeelhouder heeft de Minister van Financiën het besluit van NS om een onafhankelijke commissie in te stellen van harte gesteund. De Minister van Financiën heeft NS geen restricties opgelegd ten aanzien van de oprichting en begrenzing van de commissie, de opvolging van de door de commissie gedane aanbevelingen of het bedrag dat daar mee gemoeid is1.

De commissie heeft op 26 juni 2019 een voorstel aan NS gedaan om op morele gronden over te gaan tot individuele tegemoetkoming aan personen uit de Joodse gemeenschap of uit de gemeenschappen van Roma en Sinti die op last van de bezetter door de Nederlandse Spoorwegen zijn vervoerd met als het doel om hen ter vernietiging naar concentratiekampen te transporteren. NS heeft dat voorstel overgenomen.

De commissie heeft NS daarnaast aanbevolen om tot een collectieve uiting van erkenning te komen van het leed en lot van de grote groep getransporteerde gevangenen en hun nabestaanden, waarvoor geen aanspraak op de individuele tegemoetkoming kan worden gemaakt. De Minister van Financiën heeft NS verzocht (nabestaanden van) verzetsstrijders en represaille slachtoffers te betrekken bij het uitvoeren van die aanbeveling. NS heeft uitvoering aan de aanbeveling gegeven door kamp Westerbork, kamp Vught, kamp Amersfoort en het Oranjehotel financieel te steunen. Het gaat in totaal om 5 miljoen euro. NS heeft deze herinneringscentra gevraagd het bedrag onder meer te besteden aan educatie voor jongeren, met bijzondere focus op discriminatie waaronder antisemitisme tot aan de dag van vandaag.

Door deze ondersteuning wil NS erkenning geven aan het leed en lot van de grote groep getransporteerde gevangenen en hun nabestaanden – zoals de heer C.H. – die buiten de individuele tegemoetkoming vallen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis


  1. Zie beantwoording Kamervragen van lid Slootweg (CDA) over dit onderwerp (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2542)↩︎