Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda informele bijeenkomst met EU-transportministers op 30 maart 2021 (Kamerstuk 21501-33-846)
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D10246, datum: 2021-03-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D10246).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z04420:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-16 12:00: Informele Transportraad op 29-30 maart 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-03-24 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D10246 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst met EU-transportministers op 30 maart 2021 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 846), het EU-voorstel Strategie duurzame en slimme mobiliteit COM (2020) 789 (2020Z24963), het verslag van de informele videoconferentie met EU-transportministers d.d. 8 december 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 844), het fiche inzake de mededeling EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit (Kamerstuk 22 112, nr. 3042) en de kabinetsappreciatie van het Omnibusvoorstel van de Europese Commissie (Kamerstuk 22 112, nr. 3046).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave | blz. |
Inleiding | 2 |
VVD-fractie | 2 |
CDA-fractie | 4 |
D66-fractie | 5 |
GroenLinks-fractie | 7 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken behorend bij het schriftelijk overleg Informele Transportraad 29-30 maart 2021 en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderliggende stukken voor het schriftelijk overleg Informele Transportraad. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agenda voor de Informele Transportraad op 29 en 30 maart 2021. Zij zijn erg enthousiast over het EU-voorstel «Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit», waarin voorstellen worden gedaan over het Europese spoornetwerk, het verduurzamen van alle andere vormen van transport en het betalen naar gebruik door de vervuiler. Zij wensen de Minister enkele vragen voor te leggen en enkele opmerkingen te plaatsen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier vragen en opmerkingen bij.
VVD-fractie
EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit en de reactie van het kabinet hierop. Deze leden vragen de Minister bij het noemen van getallen zoals 30 miljoen zero-emissie voertuigen in 2030 of het verdubbelen/verdrievoudigen van het aantal hogesnelheidstreinen altijd de beperkte maakbaarheid van deze ambities in het oog blijft houden. Daarbij wijzen deze leden op het feit dat de voortgang in technologie, financiering en draagvlak belangrijke factoren zijn om bepaalde ambities uiteindelijk te bereiken en slechts het noteren van een ambitie onvoldoende is. Deze leden ondersteunen het stellen van doelen, maar zijn daarbij huiverig als deze dwangmatig tot een koers leiden die leidt tot drang, verbieden of hoge kosten. Deze leden prefereren een stimulerende, kosteneffectieve aanpak waarbij doelen wellicht ook iets later bereikt mogen worden dan gepland. Daarbij pleiten deze leden voor Europees bronbeleid als het gaat om de productie van schonere voertuigen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid voor producenten. Het gelijke speelveld wereldwijd dient volgens deze leden altijd meegewogen te worden om een concurrentienadeel en verlies van banen in Europa te voorkomen. Hoe denkt de Minister daarover?
De leden van de VVD-fractie steunen de lijn om duurzame brandstoffen in te zetten in de lucht- en scheepvaart. Deze leden vragen of er voldoende duurzame brandstof beschikbaar zal komen en hoe Europa kan helpen bij het opschalen van de productie. Deze leden zien grote kansen voor waterstof en vragen de Minister beschikbaar innovatiegeld te benutten. Wat zijn precies de mogelijkheden hiervoor? Deze leden blijven herhalen dat het uitgangspunt moet zijn dat alle verduurzaming haalbaar en betaalbaar is. Hoe wordt dit geborgd?
De leden van de VVD-fractie zien veel in de herziening van de Slotverordening, maar vragen wel om een realistische invulling die ervoor zorgt dat er gezonde concurrentie blijft en het vliegen binnen Europa voor de consument haalbaar en betaalbaar blijft. Het is voor deze leden van belang dat vanaf Nederlandse luchthavens de rest van de wereld eenvoudig te bereiken is en blijft. Wat kan de Minister zeggen over connectiviteit?
De leden van de VVD-fractie vragen of er voldoende Europese middelen beschikbaar komen voor langeafstand- en grensoverschrijdend passagiersvervoer per trein. Is het animo van de reiziger voldoende om rendabel hogesnelheidstreinen te laten rijden? Welke trajecten zijn dat dan en bedruipen die zichzelf? Deze leden vragen welke rol Nederland speelt in de verdubbeling/verdrievoudiging van het aantal reisbewegingen per hogesnelheidslijn. Zij zijn benieuwd naar de vijftien pilots en vragen wat de (actieve) rol van Nederland hierin is. Wanneer kan de uitwerking van deze pilots verwacht worden? Deze leden lezen in de geannoteerde agenda dat lidstaten discussiëren over bijvoorbeeld de verkoop en beschikbaarheid van railtickets voor derde partijen. Wat zijn de verschillende standpunten van lidstaten hierover? Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen deze standpunten aan en wat is het standpunt van Nederland over dit onderwerp?
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar het krachtenveld en de voor- en nadelen van het emissiehandelssysteem (ETS) voor het wegvervoer. Deze leden vragen zich af of dit systeem voor wegvervoer niet te gedetailleerd wordt en willen voorkomen dat het te veel rompslomp oplevert. Deelt de Minister deze mening? Zijn andere (bestaande) methoden niet interessanter?
De leden van de VVD-fractie reageren positief op de aandacht voor verkeersveiligheid. Zij zien graag een andere uitwerking tegemoet over concrete zaken die de verkeersveiligheid verhogen. Wat kan de Minister daarover zeggen? Deze leden steunen de Europese aanpak voor lichte elektrische voertuigen (LEV) en enige afstemming met betrekking tot rijbewijzen, waaronder de mogelijkheden voor Nederlanders met een autorijbewijs om op een lichte 125cc motorfiets te gaan rijden. Wat is de stand van zaken hiervan en wanneer kan dit geregeld zijn? Deze leden volgen daarnaast de lijn van het kabinet dat zij niet overtuigd zijn van de noodzaak EU-regels vast te stellen voor inspectie van bruggen en andere infrastructuur. Wat deze leden betreft blijft dit een nationale aangelegenheid.
Verslag Informele Transportraad 8 december 2020
De leden van de VVD-fractie zien de komende tijd graag volle aandacht en inzet op Single European Sky (SES) en SES2+. De voordelen zijn evident en mogen niet blijven liggen. Wanneer verwacht de Minister resultaat?
CDA-fractie
Geannoteerde agenda van de virtuele informele bijeenkomst met EU-transportministers
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris de motie-Amhaouch c.s. over een trilaterale spoortop (Kamerstuk 35 570 XII, nr. 32) heeft uitgevoerd. Zo ja, hoe zijn deze gesprekken gegaan? Welke concrete afspraken zijn er gemaakt? Deze leden vragen de uitkomsten van deze gesprekken te delen met andere EU-landen tijdens de Transportraad en de uitkomsten naar de Kamer te sturen. Indien de motie niet is uitgevoerd, waarom niet? Binnen welke termijn gaat de Staatssecretaris deze motie alsnog uitvoeren?
De leden van de CDA-fractie zien in een robuust en grensoverschrijdend spoornetwerk de toekomst voor het Europese spoor. HSL-hubs liggen vaak dichtbij elkaar in Europa, maar zijn niet met elkaar verbonden door een landsgrens. Het is belangrijk dat deze grensoverschrijdende HSL-hubs met elkaar verbonden worden om een goed integraal Europees spoornetwerk te maken. Deze leden vragen of de Staatssecretaris deze visie deelt. Is zij bereid dit onderwerp hoog op de agenda te zetten bij andere Europese landen en hiervan een topprioriteit te maken tijdens de Year of the Rail?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris in hoeverre er vergelijkbare pilots gaande zijn in andere Europese landen over grensoverschrijdende ticketing. Is zij bereid zich in de Transportraad hiervoor in te zetten?
De leden van de CDA-fractie vragen voorts wanneer de Staatssecretaris verwacht dat de middelen uit de Green Deal beschikbaar komen. Wanneer kunnen landen gezamenlijke aanvragen indienen en is op korte termijn agenderen van plannen mogelijk? Kan de Staatssecretaris een tijdschema geven omtrent de Green Deal en de beschikbare middelen, zo vragen deze leden.
Fiche: Mededeling EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris hoe de touringcarbranche betrokken kan worden in het kort grensoverschrijdend vervoer. Is zij bereid met de touringcarbranche daarover in gesprek te gaan?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris hoe zij aankijkt tegen de plannen van de Europese Commissie om passagiersvervoer op aanvraag (taxi’s en particuliere huurauto’s) expliciet te betrekken bij het toekomstige duurzame passagiersvervoer. Is zij bereid deze ambitie ook voor Nederland te laten gelden, zo vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of zij punt 81 uit de EU-Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit onder de aandacht wil brengen tijdens de Transportraad. Deze leden zijn van mening dat investering in retrofitting van bestaande schepen van belang is voor de verduurzaming van de scheepvaartsector en kansen biedt voor Nederlandse maritieme toeleveranciers en scheepswerven. Deelt de Staatssecretaris deze mening, zo vragen deze leden.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet de aangekondigde aanscherping van de CO2-normen voor lichte en zware voertuigen en de post-Euro-VI-emissienormen verwelkomt en pleit voor het invoeren van CO2-normen voor non-road mobile machinery (NRMM) en bromfietsen.1 Ook lezen deze leden dat het kabinet vraagt een jaartal vast te stellen vanaf wanneer alle nieuwverkoop voor voertuigen emissieloos moet zijn. Zij vragen de Minister welk jaartal zij daarbij zelf voor ogen heeft. Kan de Minister het plan voor Nederland toelichten voor uitfasering van fossiele brandstofmotoren? Indien zo’n plan nog niet bestaat, kan de Minister dan toelichten of aan een dergelijk plan wel gewerkt wordt? Denkt de Minister daarbij ook aan het inzetten van het instrument van een subsidie?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat het EU-voorstel Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit plannen bevat voor een beter beheer en een betere coördinatie van het internationaal spoorverkeer. Verdere plannen voor het spoorverkeer zijn een herziening van de btw-vrijstellingen voor internationaal passagiersvervoer en opties voor multimodale tickets. D66 beschreef deze dingen ook al eerder in het Europees spoorplan.2 Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe zij de plannen voor spoorverkeer van de Europese Commissie beoordeelt. Het inzetten van nachttreinen vanuit Nederland zou de trein ook voor reizen op langere afstanden een alternatief maken voor het vliegtuig. Wat vindt de Staatssecretaris van een dergelijk plan? Is zij het met deze leden eens dat een eerlijke vergelijking van de klimaatdruk, reistijd en kosten van de hele reis door Europa afgelegd per vliegtuig, auto en/of trein belangrijk is voor een eerlijke en goede afweging van de reisopties? Deze leden stellen een universele reisplannertool voor, waarmee je direct inzicht krijgt in de hele reis door Europa. Deze app zorgt ervoor dat het kiezen tussen vliegen en treinen makkelijker wordt voor de reiziger doordat een eerlijke vergelijking van het totaalplaatje van de reis wordt gemaakt.3 Zijn in Europa al plannen voor een dergelijke app? Zo ja, zal de Staatssecretaris dit voorstel delen met de Raad om de mogelijkheden te onderzoeken? Zo nee, waarom niet? Deze leden vragen ook of de optie voor multimodale tickets met een dergelijke app kan worden geïntegreerd. Acht de Staatssecretaris het Europese treinnetwerk volledig genoeg om te concurreren met auto- en vliegvakanties? Zo ja, kan zij dit toelichten? Zo nee, wat is volgens haar nodig om treinreizen tot een goed alternatief te maken? Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen een geharmoniseerde infrastructuur op het spoor op basis van Europese richtlijnen waarbij de EU toeziet op eenduidige spoorregelgeving?
De leden van de D66-fractie lezen de urgentie van het werken binnen de Europese Green Deal. Het succes van de Europese Green Deal hangt af van ons vermogen om het hele vervoerssysteem duurzaam te maken. Welke plannen gaat de Minister hiervoor delen tijdens de Transportraad? Wat vindt de Minister duurzame best practices? Welke lessen heeft Nederland al geleerd en kunnen gedeeld worden met de Transportraad? Wat zijn de voorstellen van de Minister om het vervoerssysteem in Nederland te verduurzamen? Hoe beoordeelt zij duurzame plannen, waarvan verschillende ook door de Europese Commissie genoemd worden, als het stimuleren van elektrisch rijden, het invoeren van rekeningrijden, het investeren in het Nederlandse spoor en het stimuleren van elektrisch vrachtverkeer?
De leden van de D66-fractie lezen dat op dit moment 75% van het binnenlands goederenvervoer over de weg vervoerd wordt. In de Green Deal wordt opgeroepen om een groot deel daarvan via het spoor en de binnenwateren te laten verlopen. Wat moet in Nederland gedaan worden om een groot deel van het goederenvervoer van de weg naar het spoor en water te kunnen verplaatsen, zodat goederen veilig van A naar B gebracht kunnen worden? Op welke wijze wordt daarbij ook hinder voor omwonenden vanwege spoorweglawaai meegenomen in de keuzes die voor ons liggen? Is hier al een plan voor? Zo nee, welke voorstellen van de Minister kunnen we dan verwachten de komende kabinetsperiode om het goederenvervoer in Nederland te kunnen verduurzamen?
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat de status is van het voucherfonds voor de reisbranche. Is al bekend wanneer hiervoor goedkeuring komt van de Europese Commissie? Ook zijn deze leden benieuwd of in Europees verband nog wordt gesproken van een vouchergarantiefonds voor losse vliegtickets in het geval van faillissement. Zal de Minister dat bij deze Transportraad ter sprake brengen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie willen nog kort ingaan op de MSC Zoe. Tijdens het afgelopen algemeen overleg Maritiem heeft de Minister toegezegd dat ze in gesprek zou treden met het Verbond van Verzekeraars over het in internationaal verband aanpassen van de polisvoorwaarden voor de risico’s rondom het sjorren. 4 Is de Minister hierover reeds in overleg getreden met het Verbond van Verzekeraars en wat waren hiervan de conclusies? Gaat zij deze conclusies delen in deze of in een volgende Transportraad, of bij de European Maritime Safety Agency (EMSA)? Zo nee, waarom niet? Indien nog geen gesprekken zijn gevoerd met de verzekeraars, wanneer denkt de Minister die dan wel te kunnen voeren?
Verder willen deze leden vragen naar de stand van zaken omtrent de vervolgonderzoeken over de routes over de Waddenzee die MARIN geadviseerd heeft naar aanleiding van de ramp met de MSC Zoe. De Minister heeft daarover aangegeven dat samenwerking met Duitsland niet meer ging lukken onder Duits voorzitterschap.5 Het Portugese voorzitterschap is inmiddels gestart. Daarom vragen deze leden of de Minister deze vervolgonderzoeken met MARIN en Duitsland opnieuw heeft geagendeerd. Zo nee, zal zij dit dan op korte termijn doen?
De leden van de D66-fractie willen ten slotte vragen of de Minister al in overleg is getreden met Duitsland en Panama over in welke mate de internationale regelgeving over ramp- en calamiteitenbestrijding is achtergebleven bij de schaalvergroting in de containervaart. Zo ja, welke actiepunten kwamen hieruit voort en wanneer zal dit ter discussie worden gesteld in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO)? Zo nee, waarom niet? Wanneer zal dit overleg dan wel plaatsvinden? Heeft de Minister bovendien al gepleit voor het verplicht stellen van nieuwe richtlijnen die gericht zijn op stabiliteitsproblemen met grote schepen, zoals toegezegd in de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar aanleiding van de ramp met MSC Zoe?6
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de goede bedoelingen van het kabinet op het onderwerp spoor. Zij zien de enorme uitdagingen op het internationale en stedelijke spoor en maken zich eveneens zorgen om de beschikbaarheid van voldoende personeel. Deze leden hebben er wel grote moeite mee om de uitgesproken kabinetsambities hierop in lijn te brengen met de ongerichte bezuinigingseis die het kabinet nu de Nederlandse vervoerders oplegt. De kortetermijnproblemen door het wegvallen van reizigersinkomsten door corona kunnen onmogelijk worden opgelost door bezuinigingen. Immers op het materiaal kan niet worden bezuinigd. Wat dan blijft, is de ontwikkeling van nieuwe lijnen, vernieuwing van materiaal of het ontslaan van mensen. Al deze opties zijn direct in strijd met de door het kabinet uitgesproken ambities op groei van internationaal en lokaal spoor en het aantrekken van mensen voor de sector. Hoe denk de Staatssecretaris deze twee polen binnen het kabinetsbeleid te verenigen? En als de goede voornemens de inzet worden voor de Transportraad, hoe zet zij dit om in Nederland? Maken de bezuinigingseisen op de middellange termijn niet veel meer kapot, dan ze op de korte termijn zouden kunnen opbrengen?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich al heel lang hard voor meer, betere en snellere internationale treinverbindingen. Een goed Europees HSL-netwerk kan veel vliegtuigen vervangen. Deze leden zouden graag een concrete inzet van Nederland zien voor dat Europese HSL-net en de verdubbeling van het aantal passagiers. Hoeveel nieuwe verbindingen zouden gerealiseerd kunnen worden? Welke doen Nederland aan en wat betekent dit voor de reistijden tussen Nederland en diverse Europese bestemmingen? Hoe komen die pilotlijnen eruit te zien? Zet Nederland in op een HSL-verbinding van de Randstad naar Duitsland en aansluiting op het Duitse HSL-net? Naar Berlijn? Naar Hamburg en Scandinavië? In 2030? Of beperken de ambities zich tot meer passagiers op de HSL-Zuid?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat heel veel problemen met internationale verbindingen reeds bekend zijn. Ticketing is genoemd, maar ook de verschillende beveiligingssystemen die nu heel traag geharmoniseerd worden, de verschillende spanningen in bovenleidingen, perronbreedtes, maar ook verschillen in governance, en de lokale belangen van provincies en deelstaten etc. Worden de pilotlijnen gebruikt om deze reeds bekende problemen te bevestigen, of op te lossen?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de twee Nederlandse HSL-verbindingen, naar Parijs en London, sterk hebben te lijden onder de coronacrisis. Vooral de Eurostar naar Londen kampt met grote problemen en een serieuze dreiging van faillissement. Gaat Nederland zich hard maken voor de instandhouding van de dienst naar Londen? Gaat Nederland hier concreet aan bijdragen?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Staatssecretaris ten slotte om zich Europees in te zetten voor de nachttrein. Nederland ligt aan de rand van het continent en veel bestemmingen liggen met ongeveer tien uur treinreizen op de ideale afstand voor de nachttrein. Daarmee gebruiken we ook Europees de lege uren op het spoor en komen reizigers ’s ochtends uitgerust aan op hun bestemming. Herstel van de nachttrein is nu een initiatief van enkele spoorwegmaatschappijen, maar zou met een Europese inzet een flinke boost kunnen krijgen. Is de Staatssecretaris bereid zich hiervoor in te zetten?
Kamerstukken II 2020/21, 22 112, nr. 3042, p. 5.↩︎
D66. (2020) Plan 2040: Met de trein door Europa. https://d66.nl/wp-content/uploads/2020/09/Internationaal-Spoorplan.pdf.↩︎
D66. (2020) Plan 2040: Met de trein door Europa. https://d66.nl/wp-content/uploads/2020/09/Internationaal-Spoorplan.pdf.↩︎
Kamerstuk 31 409, nr. 310, p. 30.↩︎
Kamerstuk 31 409, nr. 310, p. 31.↩︎
Kamerstuk 29 684, nr. 211.↩︎