Taskforce 'Onze hulpverleners veilig'
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2021D11431, datum: 2021-03-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28684-657).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -657 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2021Z05182:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-04-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-06-03 14:30: Strafrechtelijke onderwerpen (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-06-09 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-10 10:00: Politie (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 657 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2021
Agressie en geweld tegen hulpverleners komen te vaak voor in onze samenleving. Het afgelopen jaar zijn agressie en geweld tegen politiemensen en tegen andere mensen met een publieke taak met meer dan vijftien procent toegenomen. Dat is mij een doorn in het oog.
Daarom heb ik een Taskforce ingericht om geweld tegen politie en hulpverleners met een publieke taak tegen te gaan. Het verheugt mij u te kunnen melden dat de Taskforce Onze hulpverleners veilig aan de slag is. Doel van de Taskforce is te komen tot een gedragsverandering in de maatschappij zodat hulpverleners hun werk veilig kunnen doen. Verderop schets ik de drie actielijnen waarop de Taskforce zich gaat inzetten. Ik realiseer mij met de Taskforce dat dit een lange adem vraagt.
Samenstelling van de Taskforce
Ik heb de burgemeester van Delft, mevrouw Van Bijsterveldt, bereid gevonden het voorzitterschap van de Taskforce op zich te nemen. De Taskforce bestaat verder uit mevrouw Lieben, brandweercommandant en algemeen directeur van de Veiligheidsregio Haaglanden; de heer Paauw, politiechef van de politie Amsterdam; de heer Verhoeven, burgemeester van Gouda namens de VNG voor de boa’s Openbare Ruimte; mevrouw Wösten, plaatsvervangend hoofdofficier bij het parket Rotterdam; de heer Adang, hoogleraar veiligheid en collectief gedrag en lector aan de Politieacademie, alsmede twee ambtenaren van mijn ministerie. Daarbij heb ik de leden bereid gevonden zich voor ten minste twee jaar, dat wil zeggen tot najaar 2022, aan de Taskforce te committeren.
Actielijnen en speerpunten
De Taskforce gaat aan de slag om agressie en geweld tegen hulpverleners terug te dringen, met de in de Taskforce vertegenwoordigde organisaties en met andere partijen. De Taskforce heeft – op basis van een literatuurstudie, de lessen die in 2017 uit het BZK-programma Veilige Publieke Taak (VPT) zijn getrokken, een aantal bijeenkomsten met experts en stakeholders en bijeenkomsten van de Taskforce zelf – drie actielijnen met een aantal onderliggende speerpunten geïdentificeerd.
Communicatie met burgers om de norm te versterken
Om een gedragsverandering in de samenleving te bewerkstelligen, moeten we communiceren over het belangrijke werk dat hulpverleners voor de samenleving doen en duidelijk maken dat agressie en geweld niet acceptabel zijn. We willen daarnaast benadrukken dat de burger zelf ook een belangrijke bijdrage kan leveren om agressie en geweld tegen te gaan en hiervoor een handelingsperspectief bieden.
Daarbij is zowel brede communicatie nodig als doelgroepgerichte communicatie. Een belangrijke doelgroep is de jeugd, zowel in de leeftijd van de basisschool als van het voortgezet onderwijs. Daarbij zet de Taskforce in op een langjarig programma. Zo is de Taskforce in gesprek met de Stichting Tegen Zinloos Geweld over mogelijkheden om gezamenlijk op te trekken in de richting van de jeugd in de hogere klassen van de basisschool. Ook gaat de Taskforce in gesprek met «Alleen jij bepaalt wie je bent» over mogelijkheden om in hun aanpak voor tieners aandacht te besteden aan de norm dat geweld tegen hulpverleners niet oké is.
Veilig werkgeverschap
Naast de burger is ook een belangrijke taak weggelegd voor de werkgever, zoals ook al in het programma VPT is geconstateerd. De werkgever kan met opleidingen en trainingen zorgen dat hulpverleners weten hoe te handelen in een situatie van dreigend geweld, hoe de-escalerend op te treden en hoe de gevolgen van geweld te minimaliseren. Ook is het belangrijk dat de werkgever zowel richting de werknemer als richting de dader duidelijk maakt dat agressie en geweld niet bij het werk horen en zeker niet normaal zijn. De werkgever kan de hulpverlener voorts steunen bij het doen van aangifte en het starten van een civiele procedure. Wanneer een hulpverlener met geweld wordt geconfronteerd is het belangrijk dat deze goede nazorg krijgt. Uit de gesprekken met hulpverleners bleek daarbij dat ook de naasten van de hulpverlener aandacht verdienen. De vertegenwoordigers vanuit de beroepsgroepen in de Taskforce zullen zich ervoor inzetten om hier stappen in te maken. Bij deze inzet zullen ook de vakbonden direct betrokken worden. Zij kunnen hier vanuit hun kennis, ervaring en contacten een belangrijke bijdrage aan leveren.
Agressie voorkomen en vervolgen
Om geweld te voorkomen gaat de Taskforce zich ook richten op omstanders en mensen in de directe omgeving van potentiële daders. Daarbij is het belangrijk dat deze omstanders een handelingsperspectief aangereikt krijgen. Hiervoor is eerst nader onderzoek nodig. Ook zal onderzocht worden welke mogelijkheden er – naast communicatie – zijn om de groep potentiële daders te verkleinen. Voor zowel het herstel van de slachtoffers als het voorkomen van recidive door de daders lijkt het ook kansrijk om te bezien of er meer mogelijkheden zijn om beiden met elkaar in contact te brengen. Tenslotte heb ik met de Taskforce geconstateerd dat te veel hulpverleners teleurgesteld zijn over de afhandeling van een melding of aangifte. De Taskforce gaat met alle betrokkenen actief op zoek naar verbetermogelijkheden, ook omdat dat bijdraagt aan het herstel.
Literatuurstudie WODC
Om agressie en geweld tegen hulpverleners goed te kunnen aanpakken en ten behoeve van het werk van deze Taskforce, heb ik het WODC gevraagd een inventarisatie te doen van de beschikbare literatuur over agressie en geweld tegen onder andere hulpverleners. Deze studie is nu gereed.1 De literatuurstudie is gebruikt om te komen tot de speerpunten om agressie en geweld tegen hulpverleners tegen te gaan.
Meldings- en aangiftebereidheid
Ik heb uw Kamer tijdens het nota overleg Politie op 15 oktober 2020 (Kamerstuk 29 628, nr. 987) toegezegd een brief te sturen over de meldings- en aangiftebereidheid onder werknemers en werkgevers met een publieke functie. Melden van agressie en geweld bij de werkgever is belangrijk zodat de werkgever zijn verantwoordelijkheid kan nemen, in de richting van de werknemer maar ook in de richting van de dader. Aangifte doen is een laatste mogelijkheid om recht te halen en genoegdoening te krijgen.
Om inzicht te krijgen in de stand van zaken bij andere beroepsgroepen met een publieke taak (denk aan andere beroepsgroepen onder verantwoordelijkheid van mijn ministerie en beroepsgroepen zoals het openbaar bestuur, het openbaar vervoer, de zorg) en journalisten, heb ik een inventarisatie bij andere departementen gedaan naar de stand van zaken van de meldings- en aangiftebereidheid.
Navraag leert dat binnen alle bevraagde sectoren agressie en geweld richting personeel voorkomen. Het gaat veelal om verbale agressie, bedreiging en intimidatie. Hoewel er bij de beleidsdepartementen en beroepsgroepen aandacht is voor het onderwerp en de meeste werkgevers melding en aangifte faciliteren en stimuleren, laat de inventarisatie ook zien dat incidenten niet overal standaard worden gemeld of indien van toepassing aangifte wordt gedaan. De redenen die in de inventarisatie zijn aangedragen om een incident niet te melden of aan te geven komen in grote mate overeen. Genoemd worden onder andere de overtuiging dat agressie en geweld bij het werk horen, onbekendheid met de mogelijkheden om melding of aangifte te doen, onduidelijkheid over wat aangiftewaardig is en een gebrek aan vertrouwen in de opbrengst. Kortom, er is over de gehele breedte ruimte voor verbetering. Er worden echter ook al diverse initiatieven ontplooid door de verantwoordelijke departementen, door beroepsgroepen en door individuele werkgevers om de meldings-en aangiftebereidheid te vergroten. De Taskforce Onze hulpverleners veilig zal aandacht besteden aan meldings- en aangiftebereidheid bij de politie, de brandweer en bij boa’s werkzaam in de openbare ruimte (Domein I).
Tot slot
Ik ben ervan overtuigd dat de Taskforce met de hierboven genoemde actielijnen een serieuze bijdrage kan leveren aan het terugdringen van geweld tegen hulpverleners, al realiseer ik mij terdege dat dit een kwestie is van lange adem.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
www.wodc.nl↩︎