Plan van aanpak ‘University of Applied Sciences Professional Doctorate. Een beroepsopleiding waarin praktijkgericht onderzoek centraal staat’
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D13253, datum: 2021-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-906).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -906 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z05978:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-04-20 16:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-22 14:00: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-09-26 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 906 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2021
Met deze brief doe ik u het plan van aanpak «University of Applied Sciences Professional Doctorate. Een beroepsopleiding waarin praktijkgericht onderzoek centraal staat» toekomen1. In de Strategische Agenda hoger onderwijs en onderzoek «Houdbaar voor de toekomst», is de hbo-sector verzocht om een voorstel te doen voor de vormgeving van een derde cyclus.2 Dit plan van aanpak is daar het resultaat van.
Zoals aangekondigd in de Strategische Agenda is door de hbo-sector, en in samenspraak met het wo, het afgelopen anderhalf jaar gewerkt aan een voorstel voor een derde cyclus in het hbo die gelijkwaardig is aan, maar verschillend van het promotietraject in het wo. In de Strategische agenda zijn daarbij de volgende randvoorwaarden gesteld: «Als randvoorwaarde hiervoor noemen de partijen dat de invulling van de derde cyclus in het hbo anders is dan de promotie in het wo en dat er een onderscheidende titel gehanteerd wordt, zoals een professional doctorate. Ook moeten deze trajecten een duidelijk antwoord geven op een (toegepaste) vraag vanuit het bedrijfsleven of de bredere samenleving, moet de kwaliteit geborgd zijn en mag de bekostiging niet ten koste gaan van de bestaande onderwijs- en onderzoeksbudgetten.»
Ik ben verheugd dat dit rapport door de sector tot stand is gebracht en dat aan de gestelde randvoorwaarden is voldaan. De komst van een eigen doctoraatstraject in het hbo kan een impuls geven aan de verdere ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek en haar meerwaarde voor de maatschappij en het onderwijs. Deze nieuwe beroepsopleiding completeert de doorlopende leerlijn van bachelor-master-doctorate in de beroepskolom en kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het versterken van de aansluiting van het hoger beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt.
Het hbo is voornemens in 2022 te starten met pilots in vijf domeinen, te weten Kunst & Creatief, Energie & Duurzaamheid, Gezondheid & Welzijn, Maritiem en Leisure, Tourism & Hospitality. De clusters Onderwijs en Techniek & Digitalisering zullen naar verwachting later aansluiten. In 2022 willen de hogescholen starten met een eerste cohort van kandidaten voor een University of Applied Sciences Professional Doctorate (UAS-PD). Tot aan 2025 worden daar meer cohorten aan toegevoegd.
Met de pilots is naar schatting van de sector een totale investering gemoeid van € 55,7 miljoen. De kosten en financiering van de pilots en invoering van een UAS-PD, worden momenteel in een separaat traject nader uitgewerkt. Besluitvorming over eventuele investeringen in praktijkgericht onderzoek, inclusief de pilot met een professional doctorate in het hbo, is aan een volgend kabinet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven