[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Haga over buitensporig geweld door politie en ME bij demonstraties

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D13475, datum: 2021-04-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2346).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z05059:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2346

Vragen van het lid Van Haga (FvD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over buitensporig geweld door politie en ME bij demonstraties (ingezonden 29 maart 2021).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 april 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met de verhoren van verschillende politieagenten door de BPOC (Buiten Parlementaire Onderderzoekscommissie)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe duidt u deze verhoren?

Antwoord 2

BPOC2020 is een online-burgerinitiatief dat kritisch is over het beleid van het kabinet t.a.v. de aanpak van Covid-19. De initiatiefnemers interviewen (door hen «verhoren» genoemd) artsen, wetenschappers en andere personen uit verschillende beroepsgroepen.

BPOC2020 stelt dat er ook politieagenten zijn geïnterviewd. Van deze interviews zijn anonieme transcripten openbaar gemaakt. Het is niet mogelijk om hiervan de bron en/of de validiteit vast te stellen.

Vraag 3

Bent u bekend met de beelden van demonstraties onder andere op het Malieveld in Den Haag en Museumplein in Amsterdam waarop te zien is dat zowel door de politie als door de ME excessief geweld wordt gebruikt tegen vreedzaam demonstrerende burgers?

Antwoord 3

Ja, ik ben bekend met beelden waarop het politieoptreden en de reactie van burgers daarop is te zien.

Vraag 4

Hoe duidt u dit geweld? Bent u ook van mening dat hier sprake is van excessief geweld jegens burgers?

Antwoord 4

Het is aan andere autoriteiten – in voorkomende gevallen de rechter – om die beoordeling te maken. Ik kan en zal die beoordeling niet maken.

Bij verboden demonstraties wordt de menigte altijd eerst en uitgebreid gevorderd om zich van een bepaalde locatie te verwijderen. Dat brengt met zich mee dat ook vreedzaam demonstrerende burgers daaraan gehoor dienen te geven. Mochten demonstranten desondanks geen gevolg geven aan deze vordering dan is de politie bevoegd om het doel van het politieoptreden desnoods met gebruikmaking van geweld te bereiken. Het politieoptreden biedt personen die van een locatie worden verwijderd geen vrijbrief om zich daartegen met geweld of dreiging daarmee te verzetten.

Omdat met het geweldgebruik gepast moet worden omgegaan, bevat artikel 7 van de Politiewet 2012 waarborgen, zoals de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid. De Ambtsinstructie bevat een nadere invulling van die beginselen. Dit geeft de politieambtenaar de benodigde houvast bij het uitoefenen van zijn of haar functie. De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid zijn, zoals bij iedere vorm van politieel optreden en zo nodig geweldgebruik, richtinggevend bij de keuze voor de vorm en intensiteit daarvan. Zo probeert de politie in principe elke situatie zonder gebruik van geweld tot een goed einde te brengen. De politie en de ME worden goed opgeleid en getraind voor hun taakuitvoering en het eventueel noodzakelijk gebruik van hun geweldbevoegdheid.

Vraag 5

Wie is eindverantwoordelijk voor de acties van de politie?

Antwoord 5

Indien de politie in een gemeente optreedt ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de hulpverleningstaak, staat zij onder gezag van de burgemeester. Deze legt verantwoording af aan de gemeenteraad. Voor het beoordelen van het optreden en gedrag van individuele politieambtenaren is de korpschef vanuit zijn rol van werkgever verantwoordelijk. Als Minister van Justitie en Veiligheid ben ik uiteindelijk politiek verantwoordelijk voor het algehele functioneren van de politie.

Vraag 6

Wie is eindverantwoordelijk voor de acties van de ME?

Antwoord 6

De inzet van de mobiele eenheid (ME) geschiedt slechts na toestemming van het gezag. De burgemeester heeft gezag over de politieambtenaren die in zijn gemeente zijn belast met de handhaving van de openbare orde en kan de politieambtenaren de daarvoor nodige bevelen te geven. Met betrekking tot die taakvervulling door de politie en eventueel door hem gegeven bevelen, is de burgemeester verantwoording verschuldigd tegenover de gemeenteraad.

Vraag 7

Hoe ziet u uw eigen rol, als Minister van J&V, bij het voorkomen van excessief geweld door de politie en de ME tegen vreedzaam demonstrerende burgers?

Antwoord 7

Als Minister van J&V ben ik politiek verantwoordelijk voor het gebruik van geweld door de politie.


  1. BPOC, «Transcripties van politieverhoren», https://bpoc2020.nl/verhoren/#pv↩︎