Europees Sociaal Fonds (ESF) 2014-2020 en Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB) 2014-2020
Europees Sociaal Fonds (ESF)
Brief regering
Nummer: 2021D14156, datum: 2021-04-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26642-143).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 26642 -143 Europees Sociaal Fonds (ESF).
Onderdeel van zaak 2021Z06384:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-04-20 16:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-11 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-13 14:00: Arbeidsmarktbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-14 13:00: Aanvang middag vergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
26 642 Europees Sociaal Fonds (ESF)
Nr. 143 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2021
Inleiding
Nederland zet het Europees Sociaal Fonds (ESF) 2014–2020 in voor het aan het werk helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en voor het ondersteunen van arbeidsorganisaties bij de bevordering van duurzame inzetbaarheid van hun werknemers. Het Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB)1 2014–2020 heeft in Nederland als doel om kwetsbare ouderen (weer) zelfredzaam te maken. Deze brief gaat in op de voortgang van de huidige programma’s van deze fondsen. In een aparte brief heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voorbereidingen van de nieuwe programmaperiode van het Europees Sociaal Fonds 2021–2027 (ESF+) en over de inzet van aanvullende ESF-middelen uit REACT-EU als onderdeel van het Europese herstelpakket voor de bestrijding van de COVID-19-crisis.2
1 Voortgang en resultaten van het ESF-programma 2014-2020
Nederland had in de periode 2014–2020 een bedrag van € 510 miljoen te besteden uit het ESF-programma (zie bijlage 1). Daarnaast droegen de aanvragers3 uit eigen middelen een ongeveer even groot deel bij aan financiering. In totaal is daarmee sprake van een investering van ruim
€ 1 miljard als aanvulling op nationaal beleid en bijbehorende investeringen.
Extra ondersteuning voor projecten tijdens COVID-19-crisis
Als gevolg van de COVID-19-crisis ondervonden aanvragers problemen bij de uitvoering van hun ESF-project. Projecten liepen vertraging op of konden alleen in aangepaste vorm doorgang vinden. Omdat ik het belangrijk vind dat aanvragers ondanks de beperkingen de projecten op een goede manier kunnen uitvoeren en afronden, heb ik in 2020 voor een aantal programmaonderdelen, de lopende ESF-projecten tweemaal een verlenging van zes maanden verleend.4 Daardoor hebben aanvragers formeel tot eind 2023 de tijd voor het uitvoeren van hun project. Dat betekent dat pas daarna de controle van de laatste projecten kan plaatsvinden en de eindstand opgemaakt kan worden voor de behaalde resultaten van ESF 2014–2020. De verlengingen hebben ook tot gevolg dat voor de betreffende projecten geen nieuwe data beschikbaar zijn ten opzichte van mijn vorige brief.5 Pas wanneer projecten afgerond zijn, worden data beschikbaar gesteld.
Het is van belang om aanvragers ook op projectniveau ondersteuning te bieden. Het SZW-onderdeel Uitvoering Van Beleid (UVB) heeft dat gedaan door maatwerk te bieden en door mee te denken over inhoudelijke oplossingen voor het goed afronden van projecten. Daarnaast werden aanvragers in de gelegenheid gesteld om de einddeclaratie van hun project later in te dienen, of om de looptijd van het project te verlengen. Door de COVID-19-maatregelen vonden de controles van einddeclaraties op afstand (digitaal) plaats. De omschakeling van een fysieke naar een digitale controle verliep over het algemeen goed. Dat was mede dankzij de extra tijd, aandacht en afstemming met de aanvragers die daarin geïnvesteerd is. Ook hield UVB aanvragers via haar website en sociale media op de hoogte van de laatste ontwikkelingen omtrent haar dienstverlening en bereikbaarheid.6
Door deze maatregelen is ondanks de COVID-19-pandemie onverminderd sprake van een goede voortgang van het ESF-programma.
Het ESF 2014–2020 bestaat uit drie hoofdthema’s:
1. Actieve Inclusie: arbeidstoeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;
2. Duurzame inzetbaarheid van werkenden;
3. Geïntegreerde Territoriale Investeringen: het tegengaan van de mismatch op de arbeidsmarkt in de G4.
1.1 Actieve Inclusie: arbeidstoeleiding van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt
Het hoofdthema Actieve Inclusie richt zich op het verminderen van de jeugdwerkloosheid en de arbeidsinpassing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In totaal is daarvoor € 363 miljoen beschikbaar gesteld aan de 35 arbeidsmarktregio’s, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Tot en met het jaar 2019 zijn al ruim 243.000 unieke deelnemers bereikt met het ESF-thema Actieve Inclusie.7
Iedere arbeidsmarktregio voert een project uit dat gericht is op de gemeentelijke doelgroepen én een project dat gericht is op de doelgroep (ex-)leerlingen van vso/pro-scholen8. De aanvragers zetten de ESF-middelen in voor het begeleiden van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt naar betaald werk of naar een verbetering in de arbeidsmarktpositie.9 Voorbeelden van activiteiten zijn loonkostensubsidies, jobcoaching en re-integratietrajecten. Aan de arbeidsmarktregio’s is in totaal € 293 miljoen beschikbaar gesteld. Tot nu toe zijn binnen dit onderdeel ruim 170.000 deelnemers door gemeenten en meer dan 64.000 jongeren door vso/pro-scholen begeleid.10 Van de deelnemers in gemeentelijke begeleiding heeft 37 procent na afronding van het traject betaald werk gevonden ofwel een verbetering in de arbeidsmarktpositie bewerkstelligd. Bij de (ex-)vso/pro-leerlingen bedroeg dat percentage 30 procent.11 De doelstelling voor de arbeidsmarktregio’s was vastgesteld op 20 procent en is daarmee ruimschoots behaald (zie tabel 1).
Voor de begeleiding van (ex-)leerlingen van vso/pro in het schooljaar 2020–2021 is in juni 2020 een aanvullend tijdvak opengesteld, waarbij een bedrag van € 8,5 miljoen beschikbaar is gesteld.12 Voor het aanvullende tijdvak voor vso/pro wordt gebruik gemaakt van een recent door de Europese Unie goedgekeurde kostenvereenvoudiging. Daarbij wordt afgerekend op basis van een vaste prijs per leerling per schooljaar. Dat betekent dat ten behoeve van de ESF-projectadministratie geen aparte uren- en facturenadministratie meer hoeft te worden bijgehouden. Dat zorgt voor een sterke administratieve lastenverlichting voor zowel de scholen als voor UVB.
Arbeidsmarktregio’s: gemeentelijke projecten | 20% | 37% |
Arbeidsmarktregio’s: vso/pro-scholen | 30% | |
Ministerie van Justitie en Veiligheid: jongeren in jeugdinrichting | 60%* | 81% |
Ministerie van Justitie en Veiligheid: (ex-)gedetineerden | 22% | 13% |
UWV | 55% | 56% |
*Werk of opleiding |
UWV heeft een project ter financiering van jobcoaching van jonggehandicapten met een Wajonguitkering. Aan UWV is tot op heden ruim € 30 miljoen subsidie beschikbaar gesteld. Het UWV-project heeft tot en met 2018 bijna 6.900 deelnemers bereikt. Van de deelnemers die het ESF-traject hebben afgerond, heeft 56 procent (beter) betaald werk gevonden. Daarmee is de doelstelling van 55 procent gehaald.13
Het jaarlijkse project van het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). In dit project krijgen (ex-)gedetineerden en jongeren in jeugdinrichtingen intensieve begeleiding in hun transitie van een gesloten regime naar zelfstandige arbeidsparticipatie. De jongeren kunnen ook begeleid worden naar onderwijsdeelname. Aan JenV is een bedrag van in totaal € 46 miljoen beschikbaar gesteld. Tot en met 2019 heeft DJI 10.800 unieke deelnemers ondersteund. Van de jongeren in jeugdinrichtingen die een ESF-traject gevolgd hebben, heeft 81 procent na verblijf in de inrichting (beter) werk gevonden of volgt onderwijs. Het merendeel van hen is onderwijsvolgend. Daarmee is de ESF-doelstelling van 60 procent ruimschoots gehaald (zie tabel 1). Van de (ex-)gedetineerden die deelgenomen hebben aan dit ESF-project, heeft 13 procent na detentie (beter) betaald werk gevonden. De ESF-doelstelling van 22 procent voor deze doelgroep is daarmee niet gehaald (zie tabel 1). Het onderzoeksbureau Regioplan geeft als mogelijke verklaring daarvoor dat de streefwaarde te ambitieus gesteld is. Mogelijk treedt uitstroom naar werk pas enige tijd na detentie op.14
Arbeidsmarktregio’s, JenV en UWV kunnen binnen het subthema Sociale Innovatie en Transnationale Samenwerking (SITS) subsidie aanvragen voor methodiek- of instrumentontwikkeling: het testen, verbeteren, onderzoeken, evalueren, innoveren en implementeren van bestaande of nieuwe instrumenten en werkwijzen uit de praktijk van arbeidstoeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook was het mogelijk een aanvraag in te dienen ten behoeve van het bevorderen van transnationale samenwerking met andere EU-lidstaten. In totaal is aan 38 projecten ruim € 6,3 miljoen subsidie beschikbaar gesteld. Daarvan zijn 23 projecten afgerond en zijn 15 projecten nog in uitvoering.
Evaluatie ESF Actieve Inclusie
Jaarlijks voert het onderzoeksbureau Regioplan samen met Bureau Bartels een verdiepend onderzoek uit naar de effectiviteit van ESF Actieve Inclusie en «het verhaal achter de cijfers». Regioplan concludeert in deze vijfde evaluatie15 dat de uitvoering van ESF Actieve Inclusie over het algemeen doeltreffend geweest is en dat de beschikbare middelen doelmatig ingezet worden. Wel zien de onderzoekers daarbij een spanning tussen het zo eenvoudig mogelijk houden van de uitvoering van het ESF en het bereiken van de groep mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt.
Regioplan constateert dat dankzij het ESF gemeenten en vso/pro-scholen meer zijn gaan samenwerken. Daardoor kan een warme overdracht plaatsvinden wanneer een vso/pro-leerling zonder baan uitstroomt. De tijdelijke aard van de ESF-middelen zorgt voor een uitdaging voor scholen als het gaat om het behoud van de opgebouwde kennis en kunde.
1.2 Duurzame Inzetbaarheid van werkenden
Het hoofdthema Duurzame Inzetbaarheid wordt ingezet om mensen nu en in de toekomst langer gezond, gemotiveerd en productief te laten werken. Daarvoor is € 102 miljoen beschikbaar gesteld aan enerzijds bedrijven en instellingen en anderzijds regio’s en sectoren.
De subsidie Duurzame Inzetbaarheid Bedrijven en Instellingen is bedoeld voor arbeidsorganisaties die advies willen inwinnen en beleid willen ontwikkelen op het gebied van de bevordering van de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Tot en met 2019 hebben ruim 5.300 bedrijven en instellingen daar gebruik van gemaakt. Daarvan zijn ruim 2.000 projecten nog in uitvoering.
De subsidie Duurzame Inzetbaarheid Regio’s en Sectoren richt zich op het versterken van (inter)sectorale en regionale structuren ten behoeve van de duurzame inzetbaarheid van werkenden in de betreffende sector en/of regio. De meeste aanvragers voor deze subsidie zijn Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen), en in mindere mate samenwerkingsverbanden van werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en/of gemeenten.16 Voor bijna 150 projecten is subsidie beschikbaar gesteld, waarvan er nog ruim 60 in uitvoering zijn.
Evaluatie ESF Duurzame Inzetbaarheid
Momenteel vindt de eindevaluatie van de subsidie Duurzame Inzetbaarheid Regio’s en Sectoren plaats. Volgend jaar informeer ik u daarover.
1.3 Geïntegreerde Territoriale Investeringen (GTI): tegengaan mismatch op de arbeidsmarkt in de G4
Het ESF-thema Geïntegreerde Territoriale Investeringen (GTI) biedt subsidie aan de G4-steden voor duurzame stedelijke ontwikkeling en het tegengaan van sociaaleconomische tweedeling. De projecten richten zich op activiteiten ter voorkoming van een mismatch op de arbeidsmarkt, zoals omscholing, en op het vraaggestuurd helpen van werkzoekenden. Voor GTI wordt samengewerkt met het programma «Kansen voor West II», dat wordt medegefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). In totaal is € 25 miljoen voor ESF GTI beschikbaar gesteld. De GTI-projecten hebben samen tot en met 2019 ruim 20.000 deelnemers bereikt. Van de deelnemers die het traject hebben afgerond, heeft 38 procent betaald werk gevonden of een verbetering in de arbeidsmarktpositie gerealiseerd. Daarmee is de ESF-doelstelling van 20 procent uitstroom naar (beter) werk gehaald.17
1.4 Rechtmatige uitvoering
De Europese verordeningen schrijven voor op welke wijze de Europese fondsen worden beheerd en hoe de uitgaven worden gecontroleerd. Nederland spant zich maximaal in om te borgen dat de ESF-middelen rechtmatig worden besteed door middel van intensieve controles door UVB (eerste lijn) en de Auditdienst Rijk (tweede lijn). Ook aan de voorkant biedt UVB de aanvragers ondersteuning en advies over een goede uitvoering van projecten en een zorgvuldige administratie in overeenstemming met de strikte Europese regelgeving. Daarmee worden de risico’s op fouten en een onrechtmatige besteding van de ESF-middelen tot een minimum beperkt. Deze inspanningen dragen eraan bij dat Nederland bij de uitvoering van het ESF ruimschoots binnen de foutmarges van de Europese Commissie blijft en tot de lidstaten behoort met de laagste foutmarges binnen de EU.
1.5 Bevordering van gelijke kansen en non-discriminatie (GKND)
Binnen het ESF is budget gereserveerd om de borging van Gelijke Kansen en Non-Discriminatie (GKND) in de arbeidsmarktregio’s te stimuleren. Dit heeft zich geuit in de bewustwordingscampagne «Durf, Doe, Divers».18 In 2020 is, in voorbereiding op de ESF+ periode, de focus verschoven naar het faciliteren van de arbeidsmarktregio’s bij de voorbereiding van de nieuwe periode. Daartoe is het onderzoek «Gelijke Kansenspiegel» opgestart. De onderzoeksdoelstelling is om de arbeidsmarktregio’s te stimuleren gerichte aanpakken te ontwikkelen op het terrein van GKND door inzichten te verstrekken en van elkaar te leren. Het CBS heeft daarvoor een dashboard ontwikkeld waarin de beslismomenten in het re-integratieproces weergegeven worden die invloed hebben op kansen op werk voor werkzoekenden.19 Op deze wijze wordt inzicht gekregen in de vraag in welke mate ongelijke kansen in de praktijk optreden en voor welke groepen. Om een beeld te krijgen van de mechanismen die daaraan ten grondslag liggen, worden in 2021 (online) groepsgesprekken met gemeenten en werkgevers in de arbeidsmarktregio’s georganiseerd.
1.6 ESF Award 2020
De jaarlijkse ESF-Award is bedoeld voor het project dat het beste illustreert wat deze aanvullende middelen uit Brussel betekenen voor de mensen die deze het hardst nodig hebben. Dit jaar vond het ESF-event volledig online plaats.20 De zes finalisten gaven in hun promotiefilmpje goed weer waarvoor ESF bedoeld is: voor iedereen gelijke kansen creëren op de arbeidsmarkt.21 De winnaar was de gemeente Utrecht met het project «Weten wat werkt in Utrecht». In dit project werden (gedrags)onderzoek en experimenten ingezet om de beste aanpak te vinden om mensen in de bijstand te ondersteunen bij het participeren en aan het werk komen.
2 Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB)
Het EFMB steunt acties van de lidstaten die hulp bieden aan de minstbedeelden. Nederland zet de middelen uit het EFMB in voor het project «Ouderen in de Wijk» van de openbare bibliotheken van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (hoofduitvoerder). Ook enkele kleinere gemeenten en samenwerkingspartners zijn aangesloten bij dit project. «Ouderen in de Wijk» zet zich in voor ouderen met een laag besteedbaar inkomen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben. Zij krijgen hulp om sociale uitsluiting te beperken en om zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven te behouden. Het totale budget bedraagt ruim € 4 miljoen, waarvan 85% uit het EFMB en 15% uit nationale cofinanciering komt. Per eind 2019 heeft het project ruim 2.800 deelnemers geregistreerd. Van de deelnemers heeft 30 procent een migratieachtergrond. Het percentage deelnemers met een beperking bedraagt 13 procent.
Impact COVID-19 op uitvoering EFMB
Het project «Ouderen in de Wijk» heeft tijdens de COVID-19-pandemie een grote mate van veerkracht getoond om zich aan te passen aan de veranderde behoefte van de ouderen. Zij hebben nieuwe activiteiten in het leven geroepen en hebben bestaande activiteiten waar mogelijk aangepast. Het project heeft UVB hier continu bij betrokken. Op deze manier kon UVB tijdig beoordelen of de activiteiten pasten binnen de EFMB-subsidieregeling en kon zij adviseren over onder andere de administratieve verantwoording. Mede daardoor heeft het project zich snel kunnen aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid en is het mogelijkerwijs van nog grotere waarde gebleken dan voorheen.
Tot slot
Hoewel ESF 2014–2020 nog niet volledig is afgerond, wil ik hierbij terugblikken op deze programmaperiode en de toegevoegde waarde van het ESF voor Nederland. De ESF-middelen zijn in de afgelopen zeven jaar goed benut om mensen die aan de zijlijn staan aan het werk te helpen. Daarnaast heeft ESF eraan bijgedragen om werkenden in staat te stellen om tot aan de pensioengerechtigde leeftijd duurzaam en gezond aan het werk te blijven. Daarbij is een goede balans gecreëerd tussen rechtmatigheid, minder administratieve lasten voor aanvragers en vooral betekenis voor de ESF-doelgroepen. Ruim 260.000 mensen hebben tot nu toe aanvullende ondersteuning kunnen ontvangen dankzij het ESF. Van de mensen die hun traject hebben afgerond heeft 35 procent de stap gezet naar (beter) werk. Het jaarlijkse ESF-Award event heeft hier mooie voorbeelden van voor het voetlicht gebracht. Ook het meer kleinschalige EFMB is van belang gebleken voor de zelfredzaamheid en sociale inclusie van ouderen in de G4.
Zoals u weet, streef ik een inclusieve samenleving na waarin mensen zoveel mogelijk meedoen, liefst met betaald werk. De middelen uit het ESF dragen substantieel bij aan dit doel. Juist voor de mensen die daar net een beetje meer ondersteuning bij kunnen gebruiken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Bijlage 1 – Doelstellingen en voorlopige resultaten ESF 2014–2020
Investeringsprioriteit A: Actieve Inclusie | ||||
Aantal deelnemers | Bij einde traject betaald (beter) werk gevonden1 (bij JenV: incl. opleiding) | |||
Aanvrager | Doelstelling voor 2023 | Tot nu toe behaald resultaat | Doelstelling voor 2023 | Tot nu toe behaald resultaat |
Arbeidsmarktregio’s: gemeentelijke projecten | 72.500 | 170.360 | 20% | 37% |
Arbeidsmarktregio’s: vso/pro-scholen |
64.090 | 30% | ||
Min JenV: jongeren in jeugdinrichting | 10.900 | 10.840 | 60% | 81% |
Min JenV: (ex-)gedetineerden | 22% | 13% | ||
UWV | 5.700 | 6.890 | 55% | 56% |
Aantal projecten | ||||
Doelstelling | Tot nu toe behaald resultaat | |||
SITS | 40 | 38 | – | – |
Investeringsprioriteit B: Duurzame Inzetbaarheid | ||||
Aantal projecten | ||||
Aanvrager | Doelstelling | Tot nu toe behaald resultaat | ||
Bedrijven en instellingen | 5.500 | 5.383 | – | – |
Regio’s en sectoren | 480 | 149 | – | – |
Investeringsprioriteit C: Geïntegreerde Territoriale Investeringen | ||||
Aantal deelnemers | Bij einde traject betaald (beter) werk gevonden (voetnoot: of opleiding voor JenV) | |||
Aanvrager | Doelstelling | Tot nu toe behaald resultaat | Doelstelling | Behaald resultaat |
G4 | 5.850 | 20.770 | 20% | 38% |
1 Voor het project van JenV dat gericht is op jongeren hebben de cijfers zowel betrekking op (beter) werk gevonden als op opleiding volgend. |
Bijlage 2: ESF-programma 2014 – 2020
Investeringsprioriteit A: Actieve Inclusie | 363 | ||
Actieve Inclusie | |||
Arbeidsmarktregio’s: Gemeentelijke projecten |
Jongeren (onder de 28 jaar), ouderen (vanaf 50 jaar), arbeidsbelemmerden, langdurig werklozen, niet- uitkeringsontvangers, statushouders (vluchtelingen) |
Het bevorderen van Actieve Inclusie, door middel van het vergroten van mogelijkheden tot arbeidsinpassing van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een project in dit kader heeft mede tot doel de bevordering van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en de bevordering van gelijke kansen en non- discriminatie. |
|
Arbeidsmarktregio’s: vso/pro-scholen |
(Ex-)leerlingen Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs (vso/pro) | ||
Ministerie van JenV | (Ex-)gedetineerden, jongeren in een jeugdinrichting, tbs’ers | ||
UWV | Personen met een arbeidsongeschiktheids-uitkering (WIA, WAO, ZW en Wajong) | ||
Sociale innovatie en transnationale samenwerking | |||
Arbeidsmarktregio’s, UWV en het Ministerie van JenV | Doelgroepen Actieve Inclusie, Internationale partnerschappen | Het bevorderen van sociale innovatie of het bevorderen van transnationale samenwerking op het terrein van Actieve Inclusie. |
Investeringsprioriteit B: Actief en gezond ouder worden | 102 | ||
Duurzame Inzetbaarheid Bedrijven en instellingen | |||
Arbeidsorganisaties | Werkenden | Het bevorderen van duurzame inzetbaarheid van werkenden. | |
Duurzame Inzetbaarheid Regio’s en sectoren | |||
Onderwijs & Ontwikkelingsfonds, samenwerkingsverbanden van werkgevers- en werknemersorganisaties, College van B&W of een O&O-fonds. | Werkenden | Het vergroten van de bewustwording, ontwikkeling, uitvoering en verspreiding van maatregelen op het terrein van duurzame inzetbaarheid van werkenden. | |
Investeringsprioriteit C: Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven |
25 | ||
Geïntegreerde Territoriale Investeringen | |||
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht | Werklozen met een afstand tot de arbeidsmarkt. | Het bevorderen van de toegang tot werkgelegenheid en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit, als onderdeel van een uitvoeringsplan van de subsidieaanvrager. | |
Technische bijstand | 20 | ||
Uitvoering van Beleid | Bijdrage uitvoeringskosten | ||
Totaal budget | 510 |
Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB) is de Nederlandse benaming voor Fund for European Aid to the most Deprived (FEAD).↩︎
Zie Kamerbrief Programmering ESF REACT-EU en ESF+ van 18 feb 2021, dossiernummer 26642–142.↩︎
De aanvragers zijn: gemeenten, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso), scholen voor praktijkonderwijs (pro), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), arbeidsorganisaties, Onderwijs en Ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen) en sociale partners.↩︎
Zie: Stcrt. 2020, nr.s 20179 en 65421↩︎
Voor de projecten uitgevoerd door gemeenten, het UWV en GTI zijn geen nieuwe gegevens beschikbaar.↩︎
Zie: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/actueel/nieuws/2020/03/18/uw-project-en-de-coronacrisis↩︎
De behaalde resultaten zijn voor iedereen inzichtelijk via het ESF-dashboard dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ontwikkeld heeft. Zie: https://dashboards.cbs.nl/v2/ESF_2014tm2020/↩︎
Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.↩︎
Verbetering in arbeidsmarktpositie houdt in: overgang van een tijdelijk naar een vast contract; meer uren werk per week; een hoger uurloon, of; geen re-integratietraject met SRG-voorziening meer, maar bijvoorbeeld ondersteuning door een «jobcoach».↩︎
De data over deelnemers in gemeentelijke begeleiding zijn ten opzichte van mijn vorige brief ongewijzigd.↩︎
Zie bijlage 1 voor de uitsplitsing naar gemeenten en vso/pro-scholen.↩︎
Na de vroegtijdige uitputting van de ESF-middelen voor vso/pro-scholen zijn naar aanleiding van een motie van Kamerlid Segers (Kamerstuk 35 000, nr. 25) twee rondes impulsgelden (2018, 2020) geweest zodat de scholen hun inzet voor de arbeidstoeleiding van (ex-)leerlingen konden voortzetten.↩︎
De data voor het UWV-project zijn sinds vorig jaar ongewijzigd.↩︎
Regioplan (2020). Evaluatie ESF Actieve Inclusie. Vijfde verdiepende onderzoek over 2019. Amsterdam. Te raadplegen via: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/documenten/rapporten/2021/01/4/esf-actieve-inclusie-5e-verdiepend-onderzoek-2020-regioplan↩︎
Regioplan (2020). Evaluatie ESF Actieve Inclusie. Vijfde verdiepende onderzoek over 2019. Amsterdam. Te raadplegen via: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/documenten/rapporten/2021/01/4/esf-actieve-inclusie-5e-verdiepend-onderzoek-2020-regioplan↩︎
SEOR (2017).Evaluatie ESF-regeling Duurzame Inzetbaarheid regio’s en sectoren. Eerste tussenrapport. Rotterdam. Te raadplegen via: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/evaluatierapporten/documenten/rapporten/2020/12/07/duurzame-inzetbaarheid-sectoren-1e-tussenevaluatie-2017-seor
SEOR (2020) Evaluatie ESF-regeling Duurzame Inzetbaarheid Regio’s en Sectoren. Eindrapport tweede fase. Rotterdam. Te raadplegen via: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/evaluatierapporten/documenten/rapporten/2020/12/07/duurzame-inzetbaarheid-sectoren-2e-tussenevaluatie-2020-seor↩︎
De data voor GTI zijn sinds mijn vorige brief niet gewijzigd.(Kamerstuk 26 642, nr. 141)↩︎
Zie: www.durfdoedivers.nl↩︎
Zie: https://dashboards.cbs.nl/v2/metgelijkekansenopwegnaarwerk/↩︎
De live stream van het ESF-event is terug te zien via: ESF-event 20 november 2020 – YouTube↩︎
De zes finalisten waren: Arbeidsmarktregio Twente met project «IKBINDR voor jou!»; Stichting Arbeidsmarkt- en Scholingsfonds Defensie met «Boost»; House of Skills i.s.m. o.a. Gemeente Amsterdam, UWV, werknemers- en werkgeversorganisaties met «House of Skills»; gemeente Utrecht i.s.m. Universiteit Utrecht met «Weten wat werkt in Utrecht»; Stichting de Wever met «Levensfasegerichte Duurzame Inzetbaarheid – Maak werk van jouw balans!»; gemeente Nijmegen i.s.m. Radboud Universiteit met «Positieve psychologie voor statushouders». De ESF-promotiefilmpjes zijn te zien via: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/actueel/nieuws/2020/11/06/alle-finalisten-esf-award-2020-bekend↩︎