[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van den Berge en Özütok over intimidaties door Vizier op Links

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D18179, datum: 2021-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2788).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z04978:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2788

Vragen van de leden Van den Berge en Özütok (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over intimidaties door Vizier op Links (ingezonden 25 maart 2021).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 18 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2350.

Vraag 1

Kent u de berichten over de intimiderende stickeracties van de anonieme actiegroep «Vizier op Links»? Zo ja, wat vindt u van dit soort acties waarbij onder meer opinievormers, politici, bestuurders van maatschappelijke organisaties en wetenschappers op hun privéadres en in hun privésfeer worden lastiggevallen? Deelt u de mening dat deze intimidaties onaanvaardbaar zijn en het risico in zich dragen dat het vrije publieke en politieke debat wordt geschaad?

Antwoord 1

Ja. De wijze waarop Vizier op links handelt is intimiderend van aard en daarmee norm-overschrijdend. Vanuit een anonieme positie iemand met een andere mening of politieke voorkeur op diens het huisadres belagen beschouw ik als een laffe daad. Wanneer vormen van intimidatie of geweld zich manifesteren op het privéadres van het slachtoffer maakt dat inbreuk op zijn of haar persoonlijke levenssfeer – en niet zonder uitzondering – op die van eventuele medebewoners.

Intimidatie – in welke vorm en tegen wie dan ook – is onacceptabel. Iemand wordt angst aangejaagd en dit kan invloed hebben op het publieke en politieke debat, bijvoorbeeld omdat iemand zich niet meer durft uit te spreken.

Vraag 2

Hoe schat u de risico’s van deze organisatie in voor de persoonlijke veiligheid van hun doelwitten?

Antwoord 2

Ik kan geen uitspraken doen over individuele gevallen.

Vraag 3

Kunt u aangeven of het hier om strafbare feiten gaat? Bent u bereid sowieso politie en justitie te vragen onderzoek te doen naar de personen die achter deze anonieme organisatie schuilgaan en, indien mogelijk, deze personen aan te spreken op deze intimiderende praktijk en slachtoffers desgewenst in staat te stellen om civielrechtelijke stappen te ondernemen?

Antwoord 3

Het is niet aan mij als Minister om de politie te vragen om onderzoek te doen of om personen aan te spreken. Het is aan de politie en het Openbaar Ministerie om te achterhalen of er sprake is van een strafbaar feit. Er zijn tot nog toe tien aangiftes gedaan waarvan er nog vier in behandeling zijn. Zes aangiftes zijn inmiddels afgerond. Het Openbaar Ministerie onderzoekt momenteel of de betreffende handelingen zich kwalificeren als strafbare feiten. Denk hierbij aan bedreiging of belediging.

Afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval kunnen gedragingen strafbare feiten of een onrechtmatige daad opleveren. Deze toetsing vindt plaats door de civiele rechter of strafrechter.

Vraag 4

Kunt u, voor zover mogelijk, aangeven in hoeverre «Vizier op Links» onder de aandacht is gebracht van de AIVD? In hoeverre gaat het hier om een bedreiging van de democratische rechtstaat?

Antwoord 4

De inlichtingen- en veiligheidsdiensten doen geen uitspraken over hun actuele kennisniveau.

In het uw Kamer toegestuurde Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 54 staat dat doxing door betrokkenen als intimiderend kan worden ervaren1. Met het openbaar maken van persoonlijke informatie willen extreemrechtse activisten de veronderstelde linkse hegemonie in de samenleving doorbreken. Deze activiteiten kunnen bijdragen aan een verdere polarisatie tussen «links» en «rechts». Het is niet ondenkbaar dat de online polemiek op termijn ook leidt tot fysieke acties.

Dit vind ik een zorgelijke signalering. Hiermee is duidelijk dat er sprake is van een ontwikkeling die haaks staat op de waarden van onze democratische rechtsstaat.

Vraag 5

Welke maatregelen stelt u zich voor met het oog op de veiligheid van de betrokkenen en het doen stoppen van dit soort intimiderende acties?

Antwoord 5

Ik doe geen uitspraken over individuele gevallen. De noodzaak tot interventies en de interventiemogelijkheden hangen sterk af van de concrete feiten en omstandigheden van het geval.

Van belang is dat slachtoffers altijd een melding doen. Ook kan er aangifte worden gedaan indien er een vermoeden van een strafbaar feit is. Bij voldoende aanknopingspunten kan een onderzoek worden opgestart. Het doen van een melding of aangifte bij de politie kan laagdrempelig via verschillende wegen. Op basis van deze meldingen kan een landelijk beeld ontstaan welke van belang kan zijn ten aanzien van de aanpak van dit soort intimiderende acties. Binnen de lokale driehoek wordt de afweging gemaakt of en zo ja welke beveiligingsmaatregelen nodig zijn. Wanneer er daders in beeld zijn kunnen aanvullende maatregelen worden genomen variërend van «stopgesprekken» tot een strafrechtelijk traject.

Indien dreiging en risico daartoe aanleiding geven worden door de overheid passende beveiligingsmaatregelen worden genomen. Deze zijn aanvullend op de maatregelen die personen of hun werkgever zelf kunnen treffen om weerstand te bieden tegen de dreiging. De verantwoordelijkheid voor het treffen van deze aanvullende maatregelen is belegd bij de lokale Hoofdofficier van Justitie.


  1. Kamerstuk 29 754, nr. 593.↩︎