[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Haalbaarheidsstudie Buisleidingen Rotterdam - Chemelot

Structuurvisie buisleidingen

Brief regering

Nummer: 2021D18286, datum: 2021-05-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33473-10).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33473 -10 Structuurvisie buisleidingen.

Onderdeel van zaak 2021Z08284:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

33 473 Structuurvisie buisleidingen

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2021

Graag bieden wij u, in afstemming met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het eindrapport van de haalbaarheidsstudie Buisleiding(en) Port of Rotterdam – Chemelot – Noordrijn Westfalen aan1. Daarnaast informeren wij u over het vervolg.

De haalbaarheidsstudie is uitgevoerd door Buck Consultants International in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam, Chemelot en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg waren ook nauw bij de studie betrokken.

De aanleiding voor deze studie is de behoefte aan buisleidingen van het havenbedrijf Rotterdam en Chemelot. In het kader van de duurzaamheidsambitie is het de verwachting dat de goederenstroom van gevaarlijke stoffen de komende jaren zal toenemen, terwijl het transport van LPG op de Brabantroute al tegen de risicoplafonds van de veiligheids-contouren aanloopt. Buisleidingen kunnen een veilig, duurzaam en klimaatrobuust alternatief bieden voor dit toenemende vervoer van gevaarlijke stoffen.

Aangezien de integrale aanleg van meerdere buizen duidelijke efficiency voordelen biedt, is de haalbaarheid van vier leidingen onderzocht: LPG, Propeen, Waterstof en CO2. De realisatie van deze buisleidingen is primair een private aangelegenheid. Publieke cofinanciering vanuit het Mobiliteitsfonds is echter mogelijk, indien het project een substantiële bijdrage levert aan het doelmatiger gebruik van het mobiliteitssysteem en een maatschappelijk rendabeler alternatief biedt voor andere mobiliteitsinfrastructuur.

Onderliggende studie is een eerste verkenning naar de haalbaarheid van de aanleg van vier buisleidingen. De studie heeft aangetoond dat de aanleg van vier buisleidingen positief is, onder de premisse dat de leidingen worden aangesloten op de Duitse chemie- en staalindustrie en mits het te transporteren volume aan gassen via deze buizen in voldoende mate stijgt. De verwachting is dat dit het geval zal zijn voor al de genoemde gassen

De aanleg van buisleidingen biedt verschillende maatschappelijke kansen:

– De aansluiting op waterstof- en CO2-leidingen versterkt de strategische positie van de Rotterdamse haven;

– Verduurzamingskansen voor de industrie in het cluster Chemelot;

– Meekoppelkansen voor de industrie rond deze leidingen en waterstoftankstations voor vrachtauto’s en scheepvaart;

– De buisleidingen voor Propaan en LPG dragen bij aan het reduceren van het transport van gevaarlijke stoffen via de Brabantroute;

– Eventueel de mogelijkheid voor het gelijktijdig aanleggen van een gelijkstroomkabel op het traject van de buisleidingen;

– Gelijktijdige aanleg van deze infra biedt kosten- en procedurevoordelen en geeft minder hinder.

Het projectvoorstel is door ons ministerie en het Ministerie van EZK ter beoordeling aangeboden aan de Adviescommissie van het Nationaal Groeifonds. Deze oordeelde inhoudelijk positief over het project, uitgaande van de aanleg van vier buisleidingen die doorlopen naar het Duitse achterland. In de ogen van de commissie is het onduidelijk of er een rol voor het Rijk is in de financiering van dit project. Daarom is er vooralsnog geen bijdrage vanuit het Nationaal Groeifonds beschikbaar gesteld. Gezien het potentiële belang van dit project voor de Rotterdamse haven, de achterlandverbindingen en het chemiecomplex Chemelot adviseerde de commissie wel om budget en capaciteit vrij te maken voor het ontwikkelen van een gedetailleerde business case en de planologische inpassing. Dit advies nemen wij ter harte.

Met het afronden van de haalbaarheidsstudie is dit project in een nieuwe fase beland. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft het initiatief genomen om, in samenwerking met het Rijk (Ministerie van IenW en het Programma infrastructuur duurzame industrie PIDI van het Ministerie van EZK), de vormgeving van de integrale verkenning van de buisleidingbundel verder uit te werken.

In deze vervolgfase zullen gedetailleerde business cases worden opgesteld voor elke buisleiding en relevante alternatieven worden meegewogen, uitgaande van de te verwachten volumes. Daarbij zullen de diverse belangen van het Rijk, de regio’s, de industriële clusters en ook de Nederlandse positie richting Duitsland integraal worden beschouwd. Naast dit initiatief loopt er ook een onderzoek naar andere voorzieningen, zoals waterstoftransport via het gasnet van GasUnie (Hyway27). In het vervolgproject zal deze studie worden meegenomen in de afwegingen.

De gebiedsoverstijgende inpassing van de leidingen is een onderdeel van het project dat de overheid beter kan behartigen dan het bedrijfsleven. De ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat zullen deze aspecten in het kader van de modal shift en energietransitie ter hand nemen, in samenwerking met Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de betrokken provincies ter hand nemen. In dat kader is op verzoek van de provincies een nadere tracéverkenning uitgevoerd. Daarbij is onderzocht of de, op grond van de Structuurvisie Buisleidingen 2012–2035 (Kamerstuk 33 473, A/nr.1), gereserveerde strook ruimte biedt voor vier extra buisleidingen en welke punten van aandacht daarbij te verwachten zijn. Dit onderzoek is in de maanden februari en maart 2021 uitgevoerd. Het versturen van de haalbaarheidsstudie aan uw Kamer is hierdoor opgehouden, omdat er eerst voldoende zekerheid moest zijn over de haalbaarheid van de aanleg in het beoogde tracé. Het onderzoek wijst uit dat er geen knelpunten zij, maar dat het tracé wel aandachtspunten kent2. De betrokken provincies gaan deze aandachtspunten met de betrokken gemeenten bespreken.

Teneinde een breder beeld te krijgen van de potentie van de buisleidingen op het verminderen van de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen zal een verkenning worden uitgevoerd naar de reductie van de risico's langs de Brabantroute als gevolg van het verplaatsen van stofstromen van het spoor naar buisleidingen. Dit sluit aan op de reeds lopende ketenstudie ammoniak. Dit zegt niets over de haalbaarheid van dergelijke opties, maar geeft wel inzicht in de te verwachten risicoreducties als gevolg daarvan.

Na het afronden van de haalbaarheidsstudie kan ook de dialoog met de Duitse partners worden geïntensiveerd. Nederland, Noordrijn Westfalen en Vlaanderen hebben in januari 2021 al een Joint Declaration of Intent getekend waarin de aanleg van buisleidingen tussen de chemische clusters in de verschillende landen als een belangrijke voorwaarde voor de duurzame en klimaatneutrale ontwikkeling van de chemische industrie werd genoemd. Het gezamenlijk uitwerken van de business case en ideale inpassing van dit project past binnen de ambitie om meer samen te werken op dit gebied.

Wij zullen uw Kamer informeren over de vorderingen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎