Brief van de commissie voor de Rijksuitgaven over het focusonderwerp voor de verantwoording over het jaar 2021
Verbetering verantwoording en begroting
Brief commissie
Nummer: 2021D18380, datum: 2021-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31865-187).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.L. Geurts, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Schukkink, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 31865 -187 Verbetering verantwoording en begroting.
Onderdeel van zaak 2021Z08313:
- Indiener: J.L. Geurts, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Schukkink, griffier
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-05-25 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 187 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2021
Jaarlijks doet de commissie voor de Rijksuitgaven een voorstel aan de Kamer voor het focusonderwerp in de verantwoording.
De commissie stelt de Kamer voor het thema «bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties» aan te wijzen als focusonderwerp voor de verantwoording over het jaar 2021, te behandelen vanaf Verantwoordingsdag 2022.
Bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties
Eerder dit jaar ontving de Kamer een brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de problemen die uitvoeringsorganisaties bij het Rijk ervaren als gevolg van de coronacrisis1. Een van de bevindingen was dat de coronacrisis druk zet op de financiële wendbaarheid van uitvoeringsorganisaties, bijvoorbeeld vanwege het wegvallen van inkomsten (zoals bij het CBR en ProRail) of de noodzaak extra kosten te maken om coronaproof te werken of voor de uitvoering van noodmaatregelen (bijvoorbeeld bij UWV en RVO). Dit roept de vraag op in welke mate de bekostigingssystematiek van uitvoeringsorganisaties de organisaties in staat stelt flexibel op te treden en of dat doeltreffend en doelmatig is. Recent onderzoek2 dat uitgevoerd is in opdracht van het Ministerie van SZW toonde bijvoorbeeld aan dat de bekostiging van het UWV en de SVB slechts voor de helft «meebeweegt» met het werkaanbod (aantallen klanten en aanvragen). Welke mate van flexibiliteit van de bekostiging van uitvoeringsorganisaties wenselijk en mogelijk is, betreft een relevante vraag voor het rijksbrede Verantwoordingsonderzoek. Tevens vormt het een goede aanvulling op het toekomstige werk van de Parlementaire enquête dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten.
De commissie beveelt aan om een afschrift van deze brief te sturen aan het kabinet en aan de Algemene Rekenkamer, met het verzoek om een reactie.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Geurts
De griffier van de commissie,
Schukkink