[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat criminelen infiltreren in de Rotterdamse haven

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2021D18517, datum: 2021-05-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2809).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z07074:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2809

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat criminelen infiltreren in de Rotterdamse haven (ingezonden 28 april 2021).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 mei 2021).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat criminelen infiltreren in bedrijven in de Rotterdamse haven?1

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel fte er beschikbaar is voor toezicht op smokkel in de Rotterdamse haven? Kunt u daarbij ook aangeven hoeveel fte daarvoor beschikbaar was in de afgelopen tien jaar? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Klopt het dat de afgelopen jaren de in beslag genomen cocaïne vervijfvoudigde maar het belangrijke politieteam (HARC) al die jaren niet is meegegroeid en slechts 18 mensen heeft, waardoor jaarlijks ongeveer 60 van de 130 drugsvangsten niet nader onderzocht worden en signalen (bijvoorbeeld over corruptie) niet uitgeplozen worden? Wat vindt u hiervan?

Vraag 4

Klopt het dat er mankracht vervangen is door camera’s bij de douane? Vindt u dit een wenselijke ontwikkeling nu drugscriminaliteit lijkt toe te nemen?

Vraag 5

Vindt u het wenselijk dat de beveiliging veelal door particuliere bedrijven wordt uitgevoerd? Zo ja, waarom? Wat vindt u van de suggestie om de Rotterdamse haven aan te wijzen als veiligheidsgebied, zoals bijvoorbeeld Schiphol, waardoor er meer controle mogelijk is?

Vraag 6

Bent u bereid de capaciteit bij de havens te verhogen, en zich daarbij niet te beperken tot Rotterdam om een waterbedeffect te voorkomen?

Vraag 7

Bent u op de hoogte van de samenwerking tussen de politie, Belastingdienst, douane, gemeente en andere partijen in TFOC (Transport Facilitated Organised Crime), waarbij transportondernemers bewust worden gemaakt van hun rol in het voorkomen en bestrijden van georganiseerde criminaliteit? Bent u bereid dat verder te ondersteunen en te stimuleren? Zo ja, hoe?2

Vraag 8

Het rapport «Als de prooi de jager pakt» over integriteit bij de douane is nooit in de openbaarheid verschenen omdat de toezichthoudende instanties niet mee wilden werken, in hoeverre beperkt dit volgens u het tegengaan van corruptie en fraude bij drugssmokkel?3

Vraag 9

Heeft u signalen dat er bij het nieuwe te verschijnen onderzoeksrapport ook geen medewerking wordt verleend door toezichthoudende instanties?

Vraag 10

Bent u bereid het rapport alsnog openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat criminelen infiltreren in de Rotterdamse haven (ingezonden 28 april 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


  1. NRC, 26 april 2021, «Criminelen infiltreren in rederijen», https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/25/criminelen-infiltreren-in-rederijen-a4041291↩︎

  2. BN de Stem, 9 november 2020, «Politie werkt samen met transportbedrijven om drugscriminelen dwars te zitten», https://www.bndestem.nl/roosendaal/politie-werkt-samen-met-transportbedrijven-om-drugscriminelen-dwars-te-zitten~af2f35a66/↩︎

  3. Bijlage bij Kamerstuk 31 934, nr. 29↩︎