Motie van het lid Bromet over een kader voor democratische controle op privaatrechtelijke samenwerkingen
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen
Motie
Nummer: 2021D19599, datum: 2021-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35513-11).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35513 -11 Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen.
Onderdeel van zaak 2021Z08923:
- Indiener: L. Bromet, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-05-25 16:30: Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen (35513) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-06-01 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 513 Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen
Nr. 11 MOTIE VAN HET LID BROMET
Voorgesteld 25 mei 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gemeenten, provincies en waterschappen op diverse beleidsterreinen in gemeenschappelijke regelingen samenwerken;
overwegende dat decentrale overheden naast samenwerkingen in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen ook regelmatig via privaatrechtelijke constructies, bijvoorbeeld via akkoorden, convenanten en andere vormen, samenwerkingen aangaan;
overwegende dat de controle- en participatiemechanismen die op gemeenschappelijke regelingen van toepassing zijn niet gelden voor privaatrechtelijke samenwerking, terwijl decentrale volksvertegenwoordigers ook op dit soort samenwerkingen goed zicht moeten kunnen houden;
verzoekt de regering, om in overleg met de decentrale overheden een kader op te stellen voor democratische controle op privaatrechtelijke samenwerkingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bromet