Gewijzigde aanwijzing massaal bezwaar box 3 over belastingjaar 2020
Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar
Brief regering
Nummer: 2021D20881, datum: 2021-06-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34245-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 34245 -9 Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar.
Onderdeel van zaak 2021Z09457:
- Indiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-03 14:25: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-10 10:00: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-30 09:45: Belastingen (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
34 245 Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar
Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2021
Op 25 maart 2021 heb ik uw Kamer een afschrift gestuurd van de Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting 2020 als massaal bezwaar inzake de box 3-heffing.1 Naar aanleiding van een door de Bond voor Belastingbetalers aangedragen geschilpunt heb ik besloten om deze aanwijzing uit te breiden met een aanvullende rechtsvraag. Hierbij stuur ik u een afschrift van de nieuwe Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting 2020 als massaal bezwaar2. Deze uitbreiding licht ik hierna toe.
Naast de rechtsvraag die in de al gepubliceerde aanwijzing is opgenomen, blijkt er in de praktijk ook discussie te bestaan over de vraag of het forfaitaire rendementspercentage in box 3 voor rendementsklasse II voor het jaar 2020 op de juiste wijze door de wetgever is vastgesteld. Ik heb uw Kamer in mijn brief van 4 december 2020 een uitgebreide toelichting gegeven op de herijking van dit rendementspercentage.3 Hierbij heb ik aangegeven dat de wettekst, met betrekking tot de berekeningswijze van de herijking van de rendementspercentages, in samenhang met de artikelsgewijze toelichting bij het Belastingplan 2016 (Kamerstuk 34 302) dient te worden gelezen. Daaruit volgt dat voor het langetermijnrendement op onroerende zaken moet worden gerekend met jaargemiddelden en niet, zoals de Bond voor Belastingbetalers meent, met eindjaarwaarden. Tevens heb ik toegezegd om de wettekst op dit punt te verduidelijken. Wellicht ten overvloede merk ik op dat deze verduidelijking niet tot een andere uitkomst zal leiden.
Desondanks is het mogelijk dat veel belastingplichtigen dit punt mee zullen nemen in het bezwaar tegen de box 3-heffing over het jaar 2020. Daarom heb ik – na overleg met de Bond voor Belastingbetalers – besloten om de aanwijzing massaal bezwaar uit te breiden met de vraag of het forfaitaire rendementspercentage voor de grondslag die behoort tot rendementsklasse II voor het belastingjaar 2020 op de juiste wijze is vastgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief