De brief van 14 januari over vrijwilligersreizen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D22070, datum: 2021-06-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z09995).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid (Ooit Groep Van Haga kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Kuik, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z09995:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Kuik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z09995
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie), Stoffer (SGP), Kuik (CDA) en Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 14 januari over vrijwilligersreizen (ingezonden 7 juni 2021).
Vraag 1
Op welke wijze worden verantwoorde en effectieve vormen van weeshuiszorg ondersteund binnen het Nederlandse beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), en welke aandacht heeft de zorg voor wezen in het algemeen binnen het Nederlandse ontwikkelingsbeleid?
Vraag 2
Hoe kan het Nederlandse BHOS-beleid effectief bijdragen aan het tegengaan van de grondoorzaken van weeshuistoerisme en weeshuizen, zoals armoede en achterstelling, zoals u beschrijft in de kamerbrief van 14 januari jongstleden1, niettegenstaande de beperkte overlap tussen de focusregio’s van het BHOS-beleid en de landen waarin veel weeshuizen zijn?
Vraag 3
Welke stappen onderneemt u ter implementatie van de VN-Resolutie voor de Rechten van het Kind uit 2019 die gericht is op kinderen zonder adequate ouderlijk zorg?
Vraag 4
Op welke wijze draagt het Nederlandse postennetwerk actief bij aan het bevorderen van deze resolutie?
Vraag 5
Hoe helpen bestaande reguliere regelingen voor Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) bij het terugdringen van weeshuistoerisme, zoals gesuggereerd in de kamerbrief van 14 januari jongstleden?
Vraag 6
Zijn er in het kader van ANBI-regelingen specifieke, eventueel aanvullende, voorwaarden nodig met het oog op instellingen die in Nederland of daarbuiten hun werkzaamheden richten op de zorg voor en opvang van (wees)kinderen?
Vraag 7
Welk tijdspad staat u voor ogen bij het aanvullende onderzoek naar aanpassing van bestaande regelgeving zoals genoemd in de kamerbrief van 14 januari jongstleden?
Vraag 8
Op welke wijze verwacht u, of bent u voornemens, de sector concreet te ondersteunen inzake campagnes ter ontmoediging van weeshuistoerisme?
Vraag 9
Op welke wijze moedigt u de sector aan tot het formuleren van gedeelde uitgangspunten ten aanzien van het terugdringen van weeshuistoerisme?
Vraag 10
Welke ondersteunende rol zou de overheid wat u betreft kunnen spelen in het tot stand brengen van samenwerking op dit thema binnen de sector?
Kamerstuk 35 069, nr. 15↩︎