[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de Kabinetsreactie op de Initiatiefnota van het lid van Raan: “Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede” (Kamerstuk 35690-3)

Initiatiefnota van het lid van Raan: “Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede”

Lijst van vragen

Nummer: 2021D23052, datum: 2021-06-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D23052).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z07038:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D23052 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid van Raan: «Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede» (Kamerstuk 35 690, nr. 3).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Wilders

Adjunct-griffier van de commissie,
Konings

1 Er is de laatste maanden veel aandacht voor de rechten voor natuur of «Rights of Nature», waarbij natuur via rechtspersoonlijkheid (zoals een bedrijf of stichting) of met een link met mensenrechten beter en gelijkwaardiger voor haar belangen op kan komen, wat vindt u van deze beweging?
2 In Nieuw-Zeeland heeft de overheid al jaren geleden meerdere natuurgebieden een vorm van rechtspersoonlijkheid gegeven, kunt u de Kamer informeren of dit heeft geleid tot meer of minder conflicten en samenwerking tussen belanghebbenden en betere of mindere natuurbescherming in dat land?
3 Hoe pakt u het amendement dat het Europees Parlement heeft aangenomen waarin staat dat oude- / oerbossen een eigen juridische status zouden moeten krijgen op nationaal vlak op?
4 Welke rol had Nederland in het verleden in pogingen ecocide als internationale misdaad te erkennen?
5 Waarom is ecocide uit de originele tekst van het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof (ICC) gehaald?
6 Welke gevolgen heeft een internationaal verbod op ecocide voor Nederland?
7 Welke economische activiteiten, in binnenland en internationaal, worden mogelijk strafbaar door ecocide?
8 Op welke manieren kan ecocide strafbaar worden gesteld aan één individu?
9 Welke kansen en bedreigingen ziet u wanneer ecocide als internationale misdaad erkend wordt?
10 Welke bedreigingen ziet u wanneer ecocide niet voldoende kan worden toegepast in het internationaal recht door bijvoorbeeld moeilijke bewijslast?
11 Welke mogelijkheden tot het vervolgen voor ecocide bestaan er nu, zowel onder nationaal als internationaal recht?
12 Hoeveel strafrechtelijke rechtszaken zijn er in de afgelopen vijf jaar geweest tegen verantwoordelijken voor milieumisdrijven in Nederland?
13 Zijn er in Nederland milieuwetten waarvan overtreding niet alleen kan leiden tot civielrechtelijke maar ook strafrechtelijke sancties, zoals gevangenisstraffen? Hoe vaak is in de afgelopen vijf jaar op basis van deze wetten een strafrechtelijke sanctie opgelegd?
14 Hoeveel van de inbreuken op de EU-richtlijn voor de bestrijding van milieucriminaliteit zijn voor rekening van Nederland?
15 Hoeveel ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden zijn in de afgelopen twintig jaar via een Investor-State Dispute Settlement (ISDS)- of Investment Court System-claim voor de rechter gedaagd?
16 Doet het bestaande juridische principe van proportionaliteit volgens u recht aan blijvende schade toegebracht aan ecosystemen? Op welke manier kan dit principe doorontwikkeld worden om de bescherming van ecosystemen beter te verankeren?
17 Bieden huidige juridische instrumenten de mogelijkheid tot compensatie en herstelbetalingen voor schade aangericht aan ecosystemen en aan de gemeenschappen die daardoor getroffen zijn? Zijn er voorbeelden waarin internationale verdragen en beleidskaders hebben geleid tot dergelijke sancties?
18 Welke mogelijkheden zijn er om met landen die al hebben aangegeven zich in te willen zetten voor de strafbaarstelling van ecocide, zoals Frankrijk, Finland en Vanuatu, samen te werken om de internationale rechtsontwikkeling van het concept ecocide te versterken?
19 Wat is uw oordeel over de aangenomen resolutie van de Interparlementaire Unie (IPU) waarin alle IPU-lidstaten worden opgeroepen om de mogelijkheid te onderzoeken om de misdaad van ecocide te erkennen en dreigingen en conflicten te voorkomen die voortkomen uit klimaatgerelateerde rampen?
20 Welke implicaties heeft de uitspraak in de klimaatzaak tegen Shell voor bedrijven die in Nederland gevestigd zijn en potentieel ecocide plegen in buitenland?
21 Tegen de achtergrond van de Franse, Belgische, Zweedse en Spaanse onderzoeken naar de mogelijkheid om van ecocide een internationale/nationale misdaad te maken, zal uw houding een afwachtende c.q. volgende of juist proactief zijn inzake het strafbaar stellen van ecocide?
22 Is er onderling overleg geweest tussen lidstaten over de strafbaarstelling van ecocide binnen de EU, tijdens de verschillende Raden of bij andere gelegenheden? Wat is hier uitgewisseld?
23 Wat is uw oordeel over het project van het European Law Center, waarbij er een conceptrichtlijn ecocide ontworpen zal worden en vervolgens gepresenteerd aan de Europese Commissie?
24 Wat is uw oordeel over de steeds luider wordende roep om de Venezolaanse president Maduro te vervolgen voor ecocide?
25 Op welke manier komt de Nederlandse prioritering van de strijd tegen straffeloosheid tot uiting in de Nederlandse relatie met Indonesië, specifiek met betrekking tot West-Papua?
26 Wat zijn de redenen dat er binnen de internationale gemeenschap geen overstemming is over de strafbaarstelling van ecocide op internationaal niveau?
27 Waar baseert u het vertrouwen op dat de gewenste gepaste zorgvuldigheidsverplichting op Europees niveau kansrijk is?
28 U constateert dat er nu geen draagvlak voor dit voorstel is, maar kunt u beargumenteren waarom bestaande instrumenten afdoende zijn?
29 Met welke landen heeft u gesproken over het draagvlak voor een verbod op ecocide? Wat is er tijdens deze besprekingen gewisseld?
30 Heeft u gesproken met Frankrijk, België, Finland, Zweden of de Small Island Developing States (SIDS) over hun positie jegens het strafbaar stellen van ecocide? Wat kwam er uit deze gesprekken?
31 Wat is uw oordeel over de Franse positie jegens de strafbaarstelling van ecocide?
32 Klopt het dat er voor het toevoegen van de misdaad agressie in het Statuut van Rome veel uitlopende ideeën bestonden en weinig draagvlak? Hoe is deze misdaad uiteindelijk toch in het Statuut gekomen?
33 Wordt het behalen van consensus als een vereiste genoemd voor het amenderen van het Statuut van Rome in het Statuut zelf?
34 Hoeveel bedrijven en personen die schade hebben toegebracht aan ecosystemen zijn strafrechtelijk vervolgd of hebben sancties opgelegd gekregen middels de verdragen en beleidskaders die u noemt in uw brief? Welke bedrijven of personen waren dit?
35 Op welke manier is opvolging gegeven aan het door het centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid uitgebrachte rapport over de knelpunten en tekortkomingen in de aanpak van milieucriminaliteit?
36 Wat is het draagvlak voor de strafbaarstelling van ecocide bij de ca. 5000 inheemse volkeren wereldwijd?
37 Wat zijn de implicaties van de recente ontwikkelingen in het Europese Parlement met betrekking tot ecocide voor uw standpunt over het ontbreken van internationaal draagvlak?
38 Op welke wetenschappelijke rapporten en/of deskundigen internationaal recht baseert u de aanname dat ecocide-wetgeving weinig zou toevoegen aan reeds bestaande wetgeving?
39 Hoeveel van de verdragen en beleidskaders die u in uw brief noemt bevatten handhavingsmechanismes? Welke verdragen en beleidskaders zijn dit en op welke manier wordt er gehandhaafd? Hoe wordt erop toegezien dat de handhaving niet tekort schiet? Welke consequenties volgen er als handhaving toch tekort schiet?
40 Hoeveel van de verdragen en beleidskaders die u in uw brief noemt bevatten bindende doelstellingen waar partijen zich aan moeten houden? Welke mechanismes zijn er in plaats als deze bindende doelstellingen of voorwaarden niet worden behaald?
41 Wat is de concrete deadline waarop u zal concluderen dat een voorstel voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-wetgeving op Europees niveau te lang op zich laat wachten en over zal gaan tot het invoeren van nationale dwingende maatregelen?
42 Hoeveel rechtszaken van en jegens natuurbeschermers en vertegenwoordigers van inheemse gemeenschappen hebben vertegenwoordigers van de Nederlandse regering in het buitenland bijgewoond in de afgelopen vijf jaar?
43 Op welke manier is er in het afgelopen jaar steun geboden via de ambassades specifiek aan natuurbeschermers en vertegenwoordigers van inheemse bevolkingen?
44 Hoeveel verdragen heeft Nederland ondertekend en geratificeerd over de bescherming van inheemse volkeren? Welke verplichtingen vloeien voort uit deze verdragen? Houdt Nederland zich aan deze verplichtingen, ook in het buitenland? Aan welke toetsing wordt dit onderworpen?
45 Wat definieert u als effectief en uitvoerbaar met betrekking tot het voorstel voor Europese IMVO-wetgeving?
46 Hoe houdt u in uw buitenlandbeleid en beleid voor de bescherming van ecosystemen rekening met de grote afhankelijkheid van inheemse gemeenschappen van hun lokale ecosysteem, met het oog op de bescherming van hun mensenrechten, cultuur en leefwijze?
47 Op welke manier wordt de kennis van inheemse volkeren en de inheemse diaspora betrokken bij de ontwikkeling van het Nederlandse beleid ten opzichte van de bescherming van ecosystemen en mensenrechten?
48 Op welke manier zijn inheemse volkeren, milieuactivisten en landrechtverdedigers expliciet opgenomen in de Nederlandse inzet voor de bescherming van het maatschappelijk middenveld? Kunnen er concrete voorbeelden genoemd worden van hoe deze inzet heeft geleid tot een versterking van de positie van inheemse volkeren, milieuactivisten en landrechtverdedigers?
49 Op welke manier is de rol van inheemse volkeren opgenomen in de tijdens de One Planet Summit 2021 gelanceerde High Ambition Coalition for Nature and People?
50 Wat zijn de criteria om misdrijven te classificeren als «ernstige misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen» volgens het uitgangspunt van het Statuut van Rome?
51 Waarom acht u ecocide niet te behoren tot de categorie misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen?
52 Welke implicaties heeft de recente uitspraak in de klimaatzaak tegen Shell, waarin erkend wordt dat klimaatverandering tot mensenrechtenschendingen kan leiden, voor uw uitspraak dat een nationale praktijk tot strafbaarstelling van ecocide vooralsnog ontbreekt? Ziet u mogelijkheden om voort te bouwen op deze zaak om tot strafbaarstelling te komen?
53 Welke nieuwe bevoegdheden krijgt Nederland zelf wanneer ecocide internationaal strafbaar wordt?
54 Welke lidstaten zijn op dit moment nog tegen een internationaal verbod op ecocide?
55 Wat is uw appreciatie van de recentelijk door de commissie Sands c.s. opgestelde juridische definitie van ecocide? Verandert deze definitie uw zienswijze dat het begrip ecocide onvoldoende gedefinieerd zou zijn?
56 Klopt het dat artikel 90 van de Grondwet voorschrijft dat Nederland de internationale rechtsorde bevordert? Klopt het dat de meer dan duizend internationale milieu en natuurverdragen (waaronder onder andere de Rio»92-verdragen inzake het klimaat, de biodiversiteit en het tegengaan van verwoestijning, de toxische stoffen verdragen van Bazel, Rotterdam, Stockholm en Minamata en het Klimaatverdrag van Parijs) onderdeel uitmaken van deze internationale rechtsorde?
57 Zien de vele internationale milieu en natuurverdragen toe op de overleving, de gezondheid en het welbevinden van mens een natuur? Houdt de uitvoering van dit deel van de internationale rechtsorde een prioritaire juridische verplichting in? Vult Nederland deze verplichting in met bindende overeenkomsten?
58 Waarom heeft Nederland het Verdrag inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht niet geratificeerd?
59 Wat is uw oordeel over de recente ontwikkelingen in het Europees Parlement, waar is ingestemd met twee rapporten die het strafbaar stellen van ecocide voorstellen?
60 Wat waren de beweegredenen van Nederland om zich te verzetten tegen artikel 26 betreffende het aanrichten van opzettelijke en ernstige schade aan het milieu in het Statuut van Rome?
61 Waarom is ecocide uiteindelijk uit het Statuut verdwenen, terwijl een overgrote meerderheid steun uitspraken voor artikel 26 betreffende het aanrichten van opzettelijke en ernstige schade aan het milieu?
62 Hoe heeft u opvolging gegeven aan de oproep van de Malediven, Vanuatu en België tijdens de Vergadering van Verdragspartijen van het ICC, om serieuze overweging aan de introductie van ecocide in het Statuut van Rome te geven?
63 Op welke manier kunt u het ICC ondersteunen in zijn voornemen om meer aandacht te schenken aan milieumisdrijven, de illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en de illegale onteigening van land? Kan Nederland overwegen om een dergelijke zaak te verwijzen naar het ICC?
64 Wat zijn de implicaties van de uitspraak van het ICC waarin roekeloosheid als mens rea is aangevoerd voor toekomstige zaken?
65 Wat zijn volgens u gewenste sancties op het plegen van ecocide en welke bestaande instrumenten kunnen worden gebruikt om deze sancties op te leggen?
66 Heeft het ICC al eerder personen berecht die misdaden hebben gepleegd in landen die geen partij zijn bij het ICC, maar zelf wel de nationaliteit van een staat hebben die partij is bij het ICC? In welke zaken was dit het geval?
67 Heeft het ICC al eerder personen berecht die misdaden hebben gepleegd in landen die partij zijn bij het ICC, maar zelf niet de nationaliteit hebben van landen die partij zijn bij het ICC? In welke zaken was dit het geval?
68 Zijn er gevallen waarin het ICC heeft afgezien van vervolging omdat het betreffende land besloot de zaak op te pakken?
69 Waarom heeft Nederland in 1962 ingestemd met het overdragen van West-Papoea aan Indonesië? Was het kabinet toentertijd op de hoogte van lopende gesprekken tussen multinationals en de Indonesische autoriteiten over potentiele contracten voor exploitatie van natuurlijke grondstoffen op West-Papoea?
70 Wat is uw reactie met betrekking tot de casestudy over West-Papoea?
71 Hoe beziet u de rol van Nederland in het tegengaan van ecocide en mensenrechtenschendingen in West-Papoea, gezien de historische rol die Nederland heeft gespeeld in het overleveren van West-Papua aan de Indonesische autoriteiten?
72 Lopen er bij de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) investeringen of leningen aan bedrijven die actief zin in West-Papua? Om welke projecten gaat dit?
73 Welke Nederlandse bedrijven zijn actief bij de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in West-Papoea of het bouwen van de infrastructuur om dit te faciliteren? Zijn er Nederlandse investeerders/pensioenfondsen die hierin bijdragen? Zo ja, welke?
74 Op welke manier faciliteert de ambassade in Indonesië Nederlandse bedrijven? Hebben deze banden geleid tot het verwerven van contracten door Nederlandse bedrijven in West-Papoea?
75 Hoe heeft het kabinet invulling gegeven aan de internationale inzet biodiversiteit en het Verdrag inzake Biologische Diversiteit met betrekking tot West-Papua tijdens het staatsbezoek van de Koning aan Indonesië?
76 Hoe zou Nederland West-Papoea kunnen ondersteunen in zijn pogingen om naar een internationale rechter te stappen?
77 Op welke manier biedt Nederland steun en bescherming aan de bevolking van West-Papoea?
78 In hoeverre zijn er gesprekken gevoerd met multinationals in aanloop naar, of speelde het in het geding raken van de positie van multinationals een rol bij, het besluit van de Nederlandse regering om zich uit te spreken tegen het voorstel om ecocide in het Statuut van Rome op te nemen tijdens de onderhandelingen over het Statuut?