Verslag van de Transportraad van 3 juni 2021
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2021D23986, datum: 2021-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-868).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-868 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2021Z11049:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-23 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-29 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-29 12:00: Transportraad op 9 december 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 868 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, het verslag aan van de Transportraad d.d. 3 juni 2021. Met deze brief informeer ik u ook over de Letter of Intent over de Trans Europe Express 2.0, die Duitsland tijdens de Third Rail Summit d.d. 17 mei 2021 presenteerde.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
I. Transportraad d.d. 3 juni 2021 te Luxemburg
Single European Sky 2+ (SES2+)
Het Portugees Voorzitterschap startte met het SES2+ dossier, waar de afgelopen periode veel energie door het Voorzitterschap in is gestoken om te komen tot een voor de lidstaten acceptabele compromistekst. Het Voorzitterschap benadrukte hierbij zoveel mogelijk rekening gehouden te hebben met de doelstellingen van de SES2+, gericht op het verbeteren van de veiligheid, capaciteit en kostenefficiëntie en het minimaliseren van de milieu-impact. Het werk van het Voorzitterschap werd breed gewaardeerd en de lidstaten gaven unaniem aan de compromistekst te kunnen steunen. Hiermee bereikte de Raad een algemene oriëntatie op dit dossier. Alhoewel de Raad en de Europese Commissie (hierna «de Commissie») dezelfde doelen nastreven, verschilt het beeld over de wijze waarop deze doelen moeten worden bewerkstelligd. Een belangrijk punt van zorg dat o.a. door Nederland werd geuit, betreft de uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese organisaties op bijvoorbeeld het gebied van prestatiesturing en netwerkmanagement, zoals door de Commissie is voorgesteld. Nederland geeft daar, net zoals een groot aantal andere lidstaten, geen steun aan. Reden daarvoor is dat dit onvoldoende ruimte laat aan de lidstaten voor de manier waarop zij hun luchtruim en luchtvaartnavigatiedienstverlening (en het toezicht daarop) inrichten en aansturen. Het Voorzitterschap sloot dit agendapunt af door te benadrukken dat het bereiken van deze algemene oriëntatie tevens van toegevoegde waarde is in het bereiken van de klimaatdoelen, zoals geformuleerd in de Green Deal. Onder het Sloveens Voorzitterschap gaat de triloogfase van start in dit dossier.
Wijziging Richtlijn 2006/1/EG gehuurde voertuigen en wijziging Richtlijn 2017/2397 overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen
Over deze wetgevende voorstellen bereikte de Raad snel een unaniem akkoord. De Raad heeft o.a. afgesproken dat het voor lidstaten mogelijk moet zijn om als vervoerder voertuigen in te zetten in lidstaten, die gehuurd zijn door een onderneming die in een andere lidstaat is gevestigd. Registratie van het voertuig in de lidstaat waar het voertuig wordt ingezet zal dus niet meer nodig zijn. Nederland, tezamen met een aantal andere lidstaten, onderstreepte hierbij het belang van het tegengaan van illegale cabotage. De Raad besloot hierover dat de lidstaat waarin het gehuurde voertuig van een andere lidstaat wordt ingezet, het voertuignummer moet registreren in het eigen nationale registratiesysteem. Na het bereiken van het akkoord op dit voorstel, bereikte de Raad zonder discussie tevens een unaniem akkoord over de overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen. Onder het Sloveens Voorzitterschap gaat de triloogfase van start in beide dossiers.
Raadsconclusies duurzame en slimme mobiliteit
De Raad nam conclusies1 aan over de EU strategie duurzame en slimme mobiliteit. De Raad steunt de visie van de Commissie over het duurzamer, inclusiever, intelligenter, veiliger en veerkrachtiger maken van mobiliteit. Nederland riep de Commissie op een uitfaseerdatum voor te stellen voor de verkoop van nieuwe auto’s en busjes met fossiele verbrandingsmotoren. Deze oproep kon op steun rekenen van meerdere lidstaten. Tevens riepen lidstaten, waaronder Nederland, de Commissie op strengere CO2-normen voor te stellen voor voertuigen en werd het belang benadrukt oog te hebben voor digitalisering (o.a. in de vorm van geautomatiseerde voertuigen, toepassen intelligente transportsystemen, data delen etc.) in de verduurzamingsopgave van de mobiliteitssector.
Raadsconclusies bevorderen spoorvervoer
De Raad nam conclusies2 aan over het bevorderen van internationaal spoorvervoer. De lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten hierbij het belang van spoorvervoer, zowel voor personen als goederen, in het behalen van de klimaatdoelen en daarbij de belangrijke rol van de modal shift van CO2- intensieve transportmodaliteiten naar spoor. In de conclusies roept de Raad de Commissie op in 2022 een voortgangsverslag in te dienen, als vervolg op het EU actieplan voor personen vervoer per spoor, dat eind 2021 wordt verwacht. Tevens roept de Raad de Commissie op toekomstige regelingen op Europees niveau te bestuderen om spoorwegexploitanten op niet-discriminerende wijze te ondersteunen.
Diversen:
= Maatregelen ter voorkoming van containerverlies op zee
Nederland gaf een toelichting op de maatregelen die zijn genomen ter voorkoming van containerverlies op zee, naar aanleiding van het MSc Zoë incident. Nederland gaf aan dat het containerverlies op zee de laatste jaren is toegenomen en uitte zorgen over de veiligheid van de bemanning en de negatieve gevolgen op het milieu. Deze zorgen werden gedeeld door de Commissie en een groep lidstaten. Nederland wierp de vraag op of de eisen aan containerschepen in de afgelopen 20 jaar voldoende zijn meegegroeid met de schaalvergroting van het containervervoer en gaf aan de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) op te zullen roepen dit vraagstuk nader te analyseren. Deze oproep werd gesteund door een aantal lidstaten en de Commissie gaf aan dat de EU een trekkersrol moet innemen in IMO-verband.
= Platform on International Rail Passengers
Mede op initiatief van Nederland gaf Oostenrijk een toelichting over de belangrijkste uitkomsten van de voortgangsrapportage over het bevorderen van internationaal spoorvervoer. Dit als vervolg op de ministeriële verklaring over internationaal personenvervoer per spoor tijdens de Transportraad van 4 juni 20203 en als vervolg op de officiële lancering van het Jaar van het Spoor op 29 maart jl. waarbij de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een speech verzorgde over de eerste bevindingen van het International Rail Passenger Platform4. Tijdens de Raad benadrukte Oostenrijk wederom het belang van spoor in het behalen van de klimaatdoelen. Oostenrijk riep op tot meer coördinatie en samenwerking tussen lidstaten voor wat betreft grensoverschrijdend spoorvervoer. Deze boodschap weerklonk zowel bij de Commissie als een aantal lidstaten. Ook stond Oostenrijk stil bij de allereerste nachttrein (de zogeheten Nightjet), die op 25 mei jl. vanuit Wenen aankwam in Amsterdam. Tot slot riep Oostenrijk, gesteund door Nederland, de Commissie op te starten met de internationale pilotlijnen, zoals genoemd in de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit, die inzichtelijk moeten maken hoe de belangrijkste barrières voor internationaal personenvervoer weggenomen kunnen worden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Oostenrijkse covoorzitter boden het voortgangsrapport voorafgaand aan de Transportraad aan de Europese Ministers aan. Het voortgangsrapport treft u als bijlage5 bij deze brief aan. Op basis van dit voortgangsrapport zal worden samengewerkt met de Europese spoorwegsector en de consumentenorganisaties om uitvoering te geven aan de aanbevelingen.
= Inkomend Sloveens Voorzitterschap
De Raad werd afgesloten met een vooruitblik op het werkprogramma van het inkomend Sloveens Voorzitterschap, dat 1 juli a.s. van start gaat. Het aankomend Voorzitterschap gaf aan zich te zullen richten op het herstel, de veerkracht en strategische autonomie van de EU. Het onderwerp duurzame en slimme mobiliteit zal met prioriteit worden opgepakt, waarbij de focus met name zal liggen op de aankomende herziening van de Richtlijn betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFID), Sustainable Aviation Fuels (SAF) en FuelEU Maritime (alle drie onderdeel van het nog te verschijnen Fit for 55%-pakket). Het inkomend Voorzitterschap bedankte het Portugees Voorzitterschap en gaf aan de Ministers graag fysiek te willen verwelkomen tijdens de informele energie- en transportbijeenkomst in Ljubljana van 21–23 september 2021.
II. Letter of Intent Trans Europe Express 2.0
Als follow-up van een initiatief tijdens het Duitse voorzitterschap van de Raad heeft Duitsland op basis van een conceptstudie een Letter of Intent over de Trans Europe Express 2.0 (TTE 2.0) opgesteld en voorgelegd aan de lidstaten. Dit voorstel is in lijn met de ministeriële verklaring over de ontwikkeling van het internationale personenvervoer per spoor, die tijdens de Transportraad van 4 juni 2020 door 27 Europese landen is omarmd. De Letter of Intent heeft als doel de versterking van het Europees spoornetwerk voor personenvervoer, over afstanden van meer dan 600 kilometer door meerdere landen, met snelheden vanaf 100–160 kilometer per uur. Bij de Letter of Intent zijn de verbindingen ogenomen die voor Nederland belangrijk zijn om goed aan te sluiten op het TEE 2.0 netwerk. Duitsland presenteerde het initiatief TEE 2.0 tijdens de Third Rail Summit d.d. 17 mei jl., waar ook de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat steun aan dit initiatief heeft uitgesproken. De presentatie werd tevens ondersteund door Oostenrijk, Frankrijk en België. Daarnaast leverde Commissievoorzitter Von der Leyen en de Duitse Bondskanselier Merkel een bijdrage aan de summit en benadrukten het belang van duurzaam vervoer voor middellange afstand in de EU. Inmiddels hebben 20 landen de Letter of Intent getekend. De Letter of Intent is opgenomen in de bijlage6 van deze brief.