Stand van zaken ten onrechte niet-verminderde vervolgingskosten - juni 2021
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2021D24004, datum: 2021-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-850).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -850 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2021Z11056:
- Indiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-22 18:00: Belastingdienst (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-23 10:00: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-24 14:39: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2020-2021 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 850 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2021
Met mijn brief van 19 februari 20211 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het project vervolgingskosten en de inzichten en verwachtingen op de herstelacties van ten onrechte niet-verminderde vervolgingskosten. In die brief heb ik u ook geïnformeerd over de problematiek bij de invorderingsrente. Zodra de impactanalyse hierover is afgerond, zal ik u nader informeren.
Het project om de onjuistheden bij vervolgingskosten te herstellen heeft mijn voortdurende aandacht en wordt nauwgezet gevolgd. Ik heb toegezegd zowel u als de Nationale ombudsman periodiek te informeren over de voortgang.2 Dat doe ik met deze brief, die ik ook toestuur aan de Nationale ombudsman.
Bij vermindering van aanslagen heeft tot 31 december 2020 in bepaalde situaties ten onrechte geen vermindering van vervolgingskosten (waaronder dwangbevelkosten) plaatsgevonden. Met ingang van januari 2021 is het proces aangepast zodat bij de reeds bekende situaties, waarin vervolgingskosten niet verminderd waren, dezelfde fouten zich niet meer kunnen voordoen.
Nadat in oktober 2020 een pilot heeft plaatsgevonden waarbij 1.800 aanslagen zijn behandeld, is begin december 2020 de eerste fase van de reguliere herstelactie gestart. Deze eerste fase is inmiddels afgerond. In totaal zijn in deze actie 12.100 aanslagen behandeld en is er voor een bedrag van € 800.680 aan vervolgingskosten gecorrigeerd. Dit bedrag is hoger dan het bedrag van € 375.000 dat in de brief van 19 februari 2021 is genoemd. Het bedrag van € 375.000 was per abuis enkel gebaseerd op de aanslagen die geautomatiseerd hersteld konden worden. Hierin was het handmatige herstel niet inbegrepen.
De pilot en de eerste fase van de reguliere herstelactie zijn uitgebreid geëvalueerd en de verbeterpunten die uit de evaluaties naar voren zijn gekomen, zijn gebruikt om het vervolg van de reguliere herstelactie vorm te geven.
Op 23 maart 2021 is gestart met het vervolg op de herstelactie, inmiddels zijn ruim 66.000 aanslagen klaargezet voor verwerking. In totaal zijn op dit moment, samen met de aanslagen uit de pilot en de eerste fase van de reguliere herstelactie, ongeveer 80.000 aanslagen behandeld voor correctie.3 Het gaat daarbij om een bedrag van € 3.560.000 aan te corrigeren vervolgingskosten.4
Eind juli 2021 worden deze bedragen uitbetaald of verrekend met nog openstaande schulden. De Belastingdienst informeert de belanghebbenden hierover door middel van een beschikking over de kostenverlaging.
Hierbij past de Belastingdienst een debiteurgerichte aanpak toe. Dit betekent dat per periode voor een groep belanghebbenden al hun te corrigeren aanslagen en vervolgingskosten zo veel mogelijk in één keer worden afgehandeld.
De Belastingdienst heeft een separaat nummer ingericht waarop belanghebbenden telefonisch vragen kunnen stellen.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief