[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie (Kamerstuk 28089-190)

Gezondheid en milieu

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D26430, datum: 2021-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D26430).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z09899:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D26430 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Medische Zorg over de brief over de Vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie (Kamerstuk 28 089, nr. 190).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Schuurkamp

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave blz.
Inleiding 2
VVD-fractie 2
D66-fractie 2
CDA-fractie 4
SP-fractie 5
GroenLinks-fractie 5
Partij voor de Dieren-fractie 8

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie» en hebben hierover geen vragen of opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg Vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie», welke is geagendeerd voor dit schriftelijk overleg. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben de rapporten van het RIVM gelezen en hebben een aantal opmerkingen en vragen daarover.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met veel zorg kennisgenomen van de brief over PFAS. Deze leden hebben hierover daarom meerdere kritische vragen.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief «Vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie» en hebben nog enkele vragen

D66-fractie

EFSA-opinie en de blootstelling aan PFAS

De leden van de D66-fractie lezen dat in andere landen in Europa, zoals Duitsland, onderzoeken lopen naar de verontreiniging van water en bodem door PFAS en dat België werkt aan een PFAS-actieplan. Op welke manier worden de resultaten en aanbevelingen uit deze onderzoeken en actieplannen meegenomen in aanbevelingen en beleid welke in Nederland worden toegepast, zodat een zo goed mogelijk beeld ontstaat van de invloed van PFAS op ons milieu?

Hoe kan het dat gegevens omtrent PFAS-gehalten in voedsel zeer gedateerd zijn en berekeningen uit 2009 stammen? Wat is de reden dat pas in 2020 nieuw onderzoek is gestart? Op welke manier meten Nederlandse instituten zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen Food Safety Research (WFSR) de chemische verontreiniging van in Nederland verkocht voedsel? En hoe worden PFAS hierin meegenomen?

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat in 2016 het Europese wetenschapsministerie drie miljoen euro heeft toegekend aan het RIKILT Wageningen Universiteit & Research (inmiddels opgegaan in het WFSR) om, samen met vijf andere landen, onderzoek te doen naar een kentering in de manier waarop voedsel wordt gecontroleerd.1 Met het project werd onderzocht hoe de voedselkwaliteit efficiënter gemonitord kan worden door professionals, waarbij het goed voorstelbaar is dat op termijn ook consumenten zelf die metingen gaan doen met hun smartphone. Hoe staat het hiermee en worden PFAS hierin meegenomen? Zo nee, waarom niet?

Aanpak van de blootstelling aan PFAS via voedingsmiddelen

De leden van de D66-fractie lezen dat Denemarken een verbod op bepaalde PFAS-middelen heeft ingesteld lezen. Zijn er verschillen te vinden in de Deense wetgeving rondom PFAS en het wetsvoorstel waar de Staatssecretaris aan werkt waarmee vier soorten PFAS verboden worden? Wanneer kan de Kamer dit wetsvoorstel verwachten? Wat is de reden dat door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gevraagd is om de geplande onderzoeken rondom PFAS te laten intensiveren door de NVWA? Is hier een speciale aanleiding voor en zo ja, welke? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het zorgelijk is dat het nog enige jaren kan duren voordat Europese limieten worden vastgesteld over de contaminanten gehalten in voedingsmiddelen? Zo ja, op welke manier kan dit traject versneld worden, waarbij zorgvuldigheid uiteraard niet ter discussie mag komen te staan. Is het mogelijk dat het ALARA-principe («as low as reasonably achievable» oftewel «zo laag als redelijkerwijs mogelijk») conflicteert met gezondheidsrisico’s die stoffen met zich meenemen? Of zorgt het ALARA-principe ervoor dat de hoogte van de contaminatie altijd strikt onder de gehalten zit waardoor gezondheidsschade kan optreden? Op welke manier wordt accumulatie van stoffen meegenomen in het vaststellen van de Maximale Limieten voor deze contaminanten in voedingsmiddelen?

RIVM-advies over biotanorm en drinkwaterwaarde

De leden van de D66-fractie vragen hoe het kan dat in de praktijk vis fors meer PFAS blijkt te bevatten dan de door het RIVM voorgestelde biotanorm? Waarom is de overschrijding in zoetwatervis hoger dan zeevis uit de Noordzee? Lopen inwoners van Nederland risico op en gevaar door het eten van te veel PFAS wanneer vis wordt gegeten die zij zelf vangen? Deze leden lezen dat de waterkwaliteit onvoldoende is als de biotanorm wordt overschreden in vis. Aan welke wetgeving wordt hier niet voldaan? Wordt nieuw onderzoek gestart naar de consequenties voor de volksgezondheid in het algemeen door deze geconstateerde overschrijding van de biotanorm?

Vermindering van de hoeveelheid PFAS in het milieu

De leden van de D66-fractie lezen dat de Scheldecommissie PFAS-lozingen in beeld heeft gebracht in de Westerschelde en dat samen wordt gekeken hoe de relatief hoge concentraties verminderd kunnen worden. Is in deze regio sprake van illegale lozingen van PFAS? Deze leden hebben begrepen dat de blootstelling van mensen aan PFAS in Nederland hoger ingeschat wordt dan de door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) opgestelde gezondheidskundige grenswaarden. Maar dat er geen sprake is van een acuut gezondheidsrisico, omdat de grenswaarden van EFSA gebaseerd zijn op levenslange blootstelling. Hoe wordt de accumulatieve ophoping van blootstelling aan PFAS meegenomen in deze conclusie? Deze leden maken zich zorgen over het overschrijden van de blootstelling aan PFAS-stoffen in Nederland; zijn deze zorgen terecht?

CDA-fractie

Aanpak van de blootstelling aan PFAS via voedingsmiddelen

De leden van de CDA-fractie lezen dat de NVWA in 2021 en 2022 intensiever onderzoek gaat doen om PFAS-gehalten in voedsel te berekenen. Deze leden vragen de Staatssecretaris van IenW en de Ministers voor Medische Zorg en van IenW, de Kamer actief te informeren over de uitkomsten van deze onderzoeken.

RIVM-advies over biotanorm en drinkwaterwaarde

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat het al dan niet overschrijden van de biotanorm een indicatie kan zijn voor het beoordelen van de waterkwaliteit. Deze leden begrijpen echter ook dat het nog niet duidelijk is of een geconstateerde overschrijding van de biotanorm consequenties heeft voor de volksgezondheid in het algemeen. De Minister schrijft dat hier meer onderzoek voor nodig is. Deze leden constateren echter ook dat dit aanvullende onderzoek niet wordt aangekondigd. Daarom vragen deze leden of de Minister voornemens is dit aanvullende onderzoek te laten doen en, indien dit het geval is, of de zij ook voornemens is de uitkomsten hiervan met de Kamer te delen?

De leden van de CDA-fractie zijn opgelucht te lezen dat de concentratie PFAS in drinkwater gemaakt van oppervlaktewater onder de Europese norm ligt en dat het RIVM geen reden ziet om het gebruik ervan af te raden. Deze leden vragen te verduidelijken wanneer er wél sprake zou zijn van schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid in algemene zin door de concentratie PFAS in drinkwater? Hoe ver zijn wij van die grens verwijderd?

Vermindering van de hoeveelheid PFAS in het milieu

De leden van de CDA-fractie constateren dat uit recent Amerikaans onderzoek blijkt dat veel waterbestendige mascara, foundation en vloeibare lippenstift PFAS-verbindingen bevatten. Deze staan blijkbaar niet op de ingrediëntenlijst. Deze leden vragen zich af of de NVWA hier onderzoek naar doet. Zo nee, waarom niet? Is de samenstelling van cosmetica gereguleerd? Kan de Minister aangeven wanneer er een verbod op PFAS in cosmetica komt?

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de gesprekken met Duitsland en België verlopen over PFAS in oppervlaktewater dat Nederland weer in stroomt.

Vervolg

De leden van de CDA-fractie begrijpen het om de aanbeveling van het RIVM, om de kennis van blootstelling aan PFAS via voedsel, drinkwater en andere bronnen te actualiseren, op te volgen. In de brief wordt het deze leden echter niet geheel duidelijk hoe deze aanbeveling wordt opgevolgd. Wie zal deze kennis precies gaan actualiseren, hoe wordt dat geborgd? Hoe wordt langjarige monitoring om het effect van de maatregelen te meten, precies vormgegeven?

SP-fractie

De leden van de SP-fractie constateren dat PFAS overal is. Nederlanders krijgen meer PFAS binnen dan de geadviseerde grenswaarde, dat is zeer zorgelijk, zo vinden deze leden. Daar zou snel verandering in moeten komen.

De leden van de SP-fractie lezen in de brief dat in Duitsland een onderzoek naar PFAS-verontreiniging in water en bodem loopt en dat er gekeken wordt naar mogelijke maatregelen. In Vlaanderen wordt gewerkt aan een PFAS-actieplan. Wat gebeurt er momenteel concreet in Nederland om PFAS te verminderen? Wat wordt er bijvoorbeeld al gedaan tegen lozingen op oppervlaktewater die als drinkwaterbron dienen? Heeft de Minister daar een plan voor? Zo ja, kan dat met de Kamer worden gedeeld? Zo nee, wanneer is dat plan er wel?

De leden van de SP-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om vooruitlopend op de Europese regelgeving in Nederland eisen te stellen aan voedsel en voedselverpakkingen, om zo de industrie te verplichten schoner te produceren? En kan de Staatssecretaris een verbod op PFAS regelen dat niet in conflict is met de Europese verordening inzake Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperkingen van Chemische Stoffen (REACH)? Kan dat antwoord toegelicht worden?

De leden van de SP-fractie vragen zich ten slotte af hoe het staat met het bevoegd gezag. Hebben omgevingsdiensten voldoende kennis en capaciteit? Kan er voldoende toezicht worden gehouden? En gehandhaafd? Zo nee, wanneer is dit geregeld?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zeer zorgelijk dat de gezondheidskundige grenswaarden van de EFSA op meerdere terreinen worden overschreden. Het bevestigt tevens de oproep van deze leden om de toepassing van PFAS zo ver als mogelijk terug te dringen. In de brief lezen deze leden dat mensen via voedsel, drinkwater en door gebruik van consumentenproducten op disproportionele wijze worden blootgesteld aan PFAS. Deze leden vinden het belangrijk om daarbij te vermelden dat niet eens alle terreinen zijn onderzocht en dat er in de brief van het kabinet nog niet eens rekening wordt gehouden met zeer waarschijnlijke gecombineerde blootstellingen. Dat betekent dat mensen naar alle waarschijnlijkheid nog veel meer worden blootgesteld aan deze gevaarlijke stoffen dan momenteel wordt vermeld in de brief. Kan de Staatssecretaris toelichten wat zij weet over de gecombineerde blootstelling en wat dat betekent voor de volksgezondheid? Het feit dat het kabinet op basis van deze resultaten geen aanvullende stappen neemt, vinden deze leden onbegrijpelijk.

Voedsel

De leden van de GroenLinks-fractie vernemen dat de berekende blootstelling via voedsel gebaseerd is op zeer gedateerde data uit 2009. Daarom is het onbekend of de huidige gehalten aan PFAS in voedsel hoger of lager uitvallen. Wordt er op dit moment door het RIVM actuele data verzameld? Zo nee, waarom niet? Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de meest actuele berekening van blootstelling via voedsel? Deze leden lezen tevens dat er kan worden gekozen voor een verkoopverbod voor bepaalde producten, als daartoe aanleiding bestaat. Momenteel is onvoldoende kennis beschikbaar over de gehalten in voedingsmiddelen om tot dergelijke maatregelen over te gaan. Er wordt daarom ingezet op onderzoek hiernaar. In de brief lezen deze leden dat in het recente onderzoek naar PFAS in voedingsmiddelen in 2020 alleen is gekeken naar PFOS en PFOA, terwijl deze stoffen vanwege restricties juist minder worden gebruikt. Wordt in toekomstig onderzoek ook gekeken naar «nieuwere» PFAS? Wanneer kan de Kamer de resultaten van dit onderzoek en de daarbij passende maatregelen verwachten? Kan de Staatssecretaris toelichten waarom het zo lang duurt voordat er voor voedsel normen kunnen worden afgesproken en er besluitvorming is? Het is toch de belangrijkste innameroute?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zeer zorgwekkend dat het RIVM adviseert om niet meer te eten uit moestuinen in een straal van één kilometer rond de fabriek Dupont/Chemours en het volkstuinencomplex Sluisdijk. Op welke manier worden mensen hierover geïnformeerd? Waar kunnen bezorgde burgers terecht met vragen en zorgen? Zal het complex worden gesaneerd? Worden de volkstuinders gecompenseerd? De meeste vervuiling dateert van jaren geleden. Eten deze mensen dus al vele jaren vervuilde groenten en fruit? Wordt hun gezondheid voor de langere termijn gemonitord?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben meerdere vragen over PFAS in voedselverpakkingen. Deze leden lazen in het rapport «Throwaway packaging, forever chemicals»2dat bijna een derde van de geselecteerde wegwerpverpakkingen van papier, karton en geperste plantaardige vezels opzettelijk behandeld waren met PFAS om ze vet- en waterafstotend te maken en dat in de overige verpakkingen ook sporen van PFAS werden aangetroffen. Kan de Staatssecretaris hierop reflecteren? Deelt de Staatssecretaris de verbazing van deze leden dat de onderzoekers de hoogste concentraties PFAS vonden in wegwerpservies en voedselverpakkingen van suikerriet, die bestempeld worden als biologisch afbreekbaar of composteerbaar? Deze leden vinden het onbegrijpelijk dat het mogelijk is dat verpakkingen als biologisch afbreekbaar of composteerbaar worden verkocht wanneer daar persistente stoffen in verwerkt zitten die niet of nauwelijks afbreekbaar zijn. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij de mening van de onderzoekers deelt dat PFAS in voedselverpakkingen een enorme bedreiging zijn voor de circulaire economie, aangezien deze persistente stoffen voor eeuwig in de productketens blijven circuleren. Zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben onlangs vernomen dat de chemiebedrijven DuPont en Daikin de gevaren van de kortketenige PFAS onder de noemer 6:2 Fluorotelomer Alcohol (6:2 FTOH) hebben verzwegen, ondanks het feit dat onderzoek vanuit de industrie de stoffen linkt aan nierziekten, leverschade, kanker en neurologische schade3. Kan de Staatssecretaris hierop reflecteren? Is bekend in hoeverre deze stoffen ook gebruikt worden voor voedselcontactmaterialen op de Nederlandse markt? Zo nee, gaat de Staatssecretaris dit met spoed onderzoeken?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat er naar aanleiding van de motie-Kröger (Kamerstuk 32 793, nr. 441) eindelijk wetgeving komt om PFAS in voedselverpakkingen van papier en karton te beëindigen en dat de Staatssecretaris heeft toegezegd om dat uit te breiden naar alle natuurlijke voedselverpakkingen. Zal deze wetgeving gelden voor de volledige groep PFAS of alleen voor PFAS met een lange keten? Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat een verbod moet gelden voor alle PFAS, aangezien er het onderzoek «Throwaway Packaging Forever Chemicals» aantoont dat er met name kortketenige PFAS werden aangetroffen in voedselverpakkingen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen aanvullend om de toegezegde wetgeving uit te breiden naar álle voedselcontactmaterialen. Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat die uitbreiding noodzakelijk is, gezien de schadelijkheid van PFAS voor mens, milieu én de circulaire economie?

Biotanorm vis

De leden van de GroenLinks-fractie zijn erg geschrokken van de grote hoeveelheden gif die zijn aangetroffen in vis. Tot ruim 700 keer hoger dan de in dit advies berekende milieukwaliteitsnormen-biota (MKN) voor zoetwatervissen en voor zeevis gemiddeld altijd nog 40 keer meer. De onderzoekers schrijven: «Feit is wel dat in veel monsters de PFOS-concentraties alleen al hoger zijn dan de nu geldende wettelijke biotanorm uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor PFOS. Het is logisch dat de lagere gezondheidskundige grenswaarde en het meenemen van andere PFAS dit beeld ongunstiger maken. Ondanks de onzekerheden, zijn de meetgegevens een indicatie dat de berekende MKN-biota wordt overschreden. Dit betekent dat de waterkwaliteit van land- en kustwateren niet voldoet aan de doelen van de KRW voor de bescherming van de mens.» Kan de Minister hierop reageren? De onderzoekers bevelen ook een actualisatie van de normen aan. Wanneer kunnen we die verwachten?

Consumentenproducten

De leden van de GroenLinks-fractie zijn geschrokken van de onderzoeksresultaten van Arcadis naar de aanwezigheid van PFAS in een aantal categorieën producten en afval. Hieruit blijkt dat PFAS in significante hoeveelheden voorkomen in gerecycled papier en water- en vuilafstotende middelen en de producten waarop dit wordt toegepast, zoals tapijt, textiel en leer. Tevens werd PFAS gevonden in onder andere schoonmaakmiddelen, cosmetica en bakmatten. Aangezien hierbij sprake is van humane blootstelling, begrijpen deze leden niet waarom dit geen aanleiding geeft voor aanvullende maatregelen. Deze leden lezen dat de uitkomsten van het onderzoek niet als representatief kunnen worden gezien, vanwege het aantal genomen monsters per product en vanwege het aantal producten dat is geselecteerd. Gaat de Staatssecretaris een onderzoek uitvoeren dat wel representatief genoeg is om aanvullende maatregelen voor deze productgroepen te nemen? Zo nee, waarom niet?

PFAS in kleding motie

De leden van de GroenLinks-fractie vernemen ook dat PFAS nog steeds wordt toegepast in de kleding van defensie en hulpdiensten. Zo vernemen deze leden dat het Nederlandse leger toch weer laarzen heeft aangeschaft met ePTFE zonder andere bedrijven met alternatieve opties een kans te geven. Ondanks het feit dat deze aanbieders er wel degelijk zijn. Dat is naar oordeel van deze leden niet in lijn met de aangenomen motie-Kröger die verzoekt om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de recyclebaarheid van kleding en schoenen in de aanbestedingsregels op te nemen (Kamerstuk 32 852, nr. 121). Waarom is deze motie niet uitgevoerd? Deelt de Staatssecretaris de mening van deze leden dat de regering een voorbeeldfunctie moet vervullen door alleen nog kleding en schoenen zónder PFAS aan te schaffen? Zo nee, waarom niet?

Lucht

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zonde dat er in deze brief geen aandacht is voor de emissie van PFAS naar de lucht. Op die manier is er onvoldoende rekening gehouden met gecombineerde blootstelling. Wanneer kan de Kamer een uitgebreid onderzoek naar de daadwerkelijke blootstelling aan PFAS verwachten, gebaseerd op actuele data? Deze leden willen er bovendien op wijzen dat er voor emissies naar de lucht sinds 2016 een verplichting voor bedrijven geldt om periodiek (vijfjaarlijks) te onderzoeken of verdere emissiereductie mogelijk is middels een «vermijdings- en reductieprogramma». Deze leden vernemen echter dat dit instrument in de praktijk nog weinig leeft, omdat er geen verplichting is om deze rapportages openbaar te maken. Zij vragen daarom of de Staatssecretaris wil nagaan in hoeverre dit instrument wordt nageleefd en wat de mogelijkheden zijn om rapportages openbaar te maken.

PFAS-restrictievoorstel

De leden van de GroenLinks-fractie hebben enkele vragen over de implementatie van de Europese Chemicaliënstrategie. Als de strategie op een ambitieuze wijze wordt geïmplementeerd, dan kunnen grote stappen worden gezet om persistente stoffen uit te faseren en de negatieve gezondheids- en milieueffecten van gevaarlijke stoffen tegen te gaan. In hoeverre kan de Kamer erop rekenen dat de bewindspersonen zich in zullen zetten voor een ambitieuze implementatie van de Chemicaliënstrategie? Deze leden vernemen dat het restrictievoorstel naar verwachting pas in 2025 geïmplementeerd zou kunnen worden. Wat gaat de Staatssecretaris eraan doen om dit proces te versnellen? En kan de Staatssecretaris garanderen dat bij de restrictie van PFAS en andere persistente stoffen de definitie van «essentieel gebruik» zo nauw mogelijk geformuleerd wordt?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden echter dat er voldoende aanleiding is om nu nationaal maatregelen te treffen om PFAS bij de bron aan te pakken. Deze leden zijn van mening dat uitfasering van PFAS al op korte termijn mogelijk is, aangezien er voor veel toepassingen van PFAS al alternatieven zijn. Deelt de Staatssecretaris de observatie dat veel bedrijven nu nog kiezen voor goedkopere opties met PFAS, omdat er simpelweg nog geen wettelijk verbod is? Op welke manier denkt de Staatssecretaris de mogelijkheden te kunnen gebruiken binnen REACH om, vooruitlopend op een Europees verbod, alvast een nationaal verbod op gebruik van PFAS te realiseren? Deze leden zien dat de REACH-verordening met artikel 129 lidstaten de ruimte geeft om stoffen te verbieden als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat dat ter bescherming van de volksgezondheid of het milieu noodzakelijk is. Deze leden zijn van mening dat hier gegronde redenen voor zijn, nu blijkt dat de gezondheidskundige grenswaarden van de EFSA op allerlei terreinen worden overschreden. Gaat de Staatssecretaris zich inzetten op het verkennen van een nationaal verbod via een restrictievoorstel voor PFAS op basis van artikel 129 van de REACH-verordening? Kan zij uitgebreid toelichten waarom wel of niet?

Partij voor de Dieren-fractie

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn tevreden met het feit dat er werk gemaakt gaat worden van de PFAS-problematiek. Maar deze leden zijn ook van mening dat wachten op het Europese traject te lang gaat duren, waardoor in de tussentijd te veel PFAS vrij kunnen komen. Daarom zouden deze leden graag zien dat er op nationaal niveau meer wordt gedaan in de strijd tegen PFAS en vervuiling door andere Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Deze leden hebben daarnaast nog enkele vragen over het huidige PFAS-beleid, en de appreciatie van de EFSA-opinie. Onder andere vragen deze leden hoe de Staatssecretaris het toegestane gebruik van PFAS-middelen in een circulaire economie kan duiden. Aangezien het gebruik van PFAS, een forever chemical, voor deze leden niet met een circulaire economie te rijmen valt.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat er door het Ministerie van VWS gewerkt wordt aan een wijziging op de Warenwet en een verbod op vier van de vijf toegestane PFAS in voedselcontactmaterialen, zoals pizzadozen, popcornzakken en bakpapier. Deze leden zijn blij met deze eerste stap, maar vragen wel waarom niet wordt gekozen voor een totaalverbod van PFAS in dit soort toepassingen, om vooraf het risico op onbekende schadelijke langetermijneffecten te voorkomen. Daarnaast vinden deze leden het essentieel dat de problemen rondom PFAS, en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) in bredere zin, opgepakt worden met een integrale beleidsaanpak. Daarom willen deze leden weten hoe het Ministerie van IenW inhoudelijk betrokken is bij deze wijziging op de Warenwet. Als dit nog niet het geval is; delen de Staatssecretaris en Minister de analyse dat milieu en gezondheidsproblematiek samen opgepakt moeten worden, en zijn zij bereid om bij VWS aan te dringen op een goede inhoudelijke samenwerking, waarbij de lead wel bij VWS ligt, maar kennis en kunde beter worden gedeeld? Graag een toelichting.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn verder zeer bezorgd over het feit dat het RIVM berekend heeft dat mensen via voedsel en drinkwater samen meer PFAS binnenkrijgen dan de geadviseerde grenswaarden. Deze leden zijn van mening dat er momenteel te weinig rekening wordt gehouden met de cumulatie van PFAS die mensen binnenkrijgen of die in het milieu terecht komen. Dit is een zorg die binnen het ZZS-dossier vaak voor komt, waarbij het lijkt alsof een minimalisatieplicht als het hoogst haalbare wordt gezien. Deze leden vinden dat het maximaal toelaatbare risiconiveau (MTR), dat gebonden is aan een uitstootlocatie, niet voldoende bescherming biedt aan gezondheid en milieu, omdat er slechts naar één bron wordt gekeken in plaats van naar alle uitstoot- en innamebronnen. Hierbij merken deze leden op tevreden te zijn over het feit dat EFSA de innamenorm voor de verschillende soorten PFAS optelt en een eerste verlaging van de toegestane inname vaststelt. Dit moet zich, zoals gesteld, nog wel naar goed bronbeleid vertalen, waarbij de inname van PFAS niet per bron, maar in zijn totaliteit bekeken wordt. Daarom vragen deze leden aan de Staatssecretaris of zij de analyse deelt dat er bij ZZS, en PFAS in het bijzonder, te weinig wordt gekeken naar bronbeleid. Zo ja, wat is de Staatssecretaris van plan om op nationaal niveau hier alvast aan te doen? En welke mogelijkheden zijn er om op nationaal niveau hier al stappen in te zetten? Indien de Staatssecretaris deze analyse niet deelt, waarom niet?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat er gewerkt gaat worden met gerichte consumentenadviezen in navolging van de aanpak bij dioxine in vrije-uitloopeieren en dioxine in zoetwatervis. Deze leden vragen waarom er in eerste instantie met consumentenadviezen gewerkt gaat worden en pas wanneer er aanleiding is sprake gaat zijn van een verkoopverbod voor bepaalde producten of voor maatregelen om de verontreiniging van voedselgewassen of dieren met PFAS te voorkomen. Deze leden zijn van mening dat maatregelen dan te laat komen, omdat er dan al sprake is van gezondheids- of milieuschade. Dit zorgt op termijn alleen maar voor gezondheidsschade en veel leed dat voorkomen had kunnen worden. Waarom wordt hierbij niet het voorzorgsbeginsel gehanteerd, en gekozen voor een verbod, zodat deze problemen voorkomen kunnen worden?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben ook over het handhaven van overschrijdingen van de EFSA-norm nog enkele vragen. Is de Staatssecretaris van mening dat de NVWA in haar huidige capaciteit in staat is om voldoende controles uit te voeren met betrekking tot PFAS? Zo nee, wat gaat zij hieraan doen? Daarnaast vragen deze leden ook welke rol hier voor de omgevingsdiensten ligt. En hoe de omgevingsdiensten, met het rapport Om de leefomgeving in gedachte, slagvaardiger gemaakt kunnen worden in de bestrijding en controleren van PFAS-vervuiling. Recent was in het nieuws dat in de regio Antwerpen sprake is van grootschalige PFOS- en PFAS-vervuiling door het bedrijf 3M, waarvoor zelfs een parlementaire onderzoekscommissie is ingesteld.4 Deze leden maken zich zorgen over deze grootschalige vervuiling. Is het bij de Staatssecretaris bekend wat de schaal van deze vervuiling is? Moeten bewoners in de grensgebieden zich zorgen maken over deze vervuiling? Gaat de Staatssecretaris samen met België onderzoeken wat de schaal van deze vervuiling is en wat de gevolgen voor Nederland zijn? Daarnaast vragen deze leden of in Nederland ook onderzoek wordt gedaan, bijvoorbeeld via Bodem+, naar vervuiling op deze schaal. Wordt hier ook actief naar gezocht met het oog op (historische) verontreiniging van de bodem door de huidige en voormalige industrie? Is de Staatssecretaris bereid om, in navolging van gemeente Helmond,5 eventuele schade of vervuiling te verhalen op de vervuiler?

Tot slot hebben de leden van de Partij voor de Dieren-fractie nog enkele vragen en opmerkingen. Welke mogelijkheden zijn er om op korte termijn de niet-essentiële toepassingen van PFAS uit te faseren op nationaal niveau? Deze leden begrijpen namelijk dat veel op Europees niveau gebeurt, maar zijn dus vooral benieuwd welke stappen we in Nederland kunnen zetten. Is de Staatssecretaris ook bereid om hierin stappen te zetten en via de voorbeeldfunctie die de overheid heeft hier alvast vorm aan te geven? Dit kan door bijvoorbeeld geen met PFAS behandelde kleding meer in te kopen. Verder begrijpen deze leden dat PFAS-stoffen veelal gebruikt worden bij de productie van goederen en daarom minder snel vrij komt, maar deze leden vragen wat we kunnen doen aan PFAS die juist wel vrijkomt bij het gebruik van bijvoorbeeld impregneermiddelen en sprays. Dit zijn namelijk open bronnen die zo het milieu in gespoten kunnen worden. Is de Staatssecretaris bereid om de producten waarin PFAS zit in open bronnen (bijvoorbeeld sprays) op nationaal niveau te gaan verbieden en op Europees niveau aan te dringen op een snel verbod? Zo ja, hoe wil de Staatssecretaris dit gaan doen? Zo nee, waarom niet?

II Reactie van de bewindspersoon


  1. https://www.wur.nl/nl/nieuws/Schadelijke-stoffen-in-voeding-meten-met-smartphone-.htm.↩︎

  2. https://www.tegengif.nl/wp-content/uploads/2021/05/pfas_fcm_study_web.pdf.↩︎

  3. https://www.theguardian.com/environment/2021/may/12/chemical-giants-hid-dangers-pfas-forever-chemicals-food-packaging-dupont?CMP=Share_AndroidApp_Other.↩︎

  4. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/06/25/onderzoekscommissie-pfos/.↩︎

  5. https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/3400546/helmond-wil-schade-volkstuintjes-door-pfas-verhalen-op-vervuilend-bedrijf.↩︎